Zonnewijzerspad 1
Zonnewijzerspad 1, ZaandamDit huis was de werkplaats van een harenmaker en stond vroeger in de Hoogstraat in Koog aan de Zaan. Het is in januari 1962 naar de Zaanse Schans verplaatst, de Historische Woon- en Werkbuurt in Zaandam.
Ook waren er haren voor de VOC
Eeuwenlang heeft er een werkplaats, een lijnbaan en een woonhuis gestaan op Hoogstraat 39-41, van de firma ‘Klaas Haremaker & Comp’. Zij maakten onder andere persmatten van paardenhaar voor de vele oliemolens. Behalve deze panden had de firma ook een ‘haarwerf’ of ‘stinkerij’ aan het einde van het Zaagselpad: Haremakerij en stinkerij Klaas Haremaker en Comp. Hier werden de koeienstaarten en paardenstaarten die benodigd waren voor het maken van ‘de haren’ opgeslagen en bewerkt voor de harenmakerij. Er werd door de familie ook in haren gehandeld, o.a. met de V.O.C. werf in Amsterdam, waar men de haren gebruikte om de naden in scheepswanden en dekken mee te vullen.
De werkplaats was ouder dan het woonhuis: hij werd gebouwd in de 17e eeuw. Bij de gedeeltelijke sloop – voor het transport in de jaren ’60 richting Zaanse Schans- kwamen er sporen naar boven die duiden op een andere indeling en gebruik. Zo werd het linker gedeelte van de Harenmakerij (rechts was de werkplaats) in het verleden ook als woonhuis gebruikt. Van het washuisje en de lijnbaan is niets overgebleven, dus daarvan is toen niks overgebracht naar de Schans.
Manen en staarten van paarden
In de harenmakerij werden persmatten van paardenhaar gemaakt voor de vele oliemolens en later ook voor de vele stoomolieslagerijen. In oliemolens werd olie geperst uit oliehoudende zaden. De molens persten de lijn-of raapzaadolie tussen het vlechtwerk van de matten door. Voor het ‘olieslaan’ (slaolie) had iedere oliemolen vier matten in bedrijf. Ook de cacao-industrie maakte lange tijd gebruik van paardenharen persmatten, die weer een ander model hadden dan die voor de oliemolens.
Het maken van haren matten was een bedrijvigheid die men in afgesloten ruimtes verrichtte, waarschijnlijk omdat men geen ‘pottenkijkers’ wilde en het maken van de ingewikkelde vlechtwerken concentratie vergde. Voor buitenstaanders was het daardoor onmogelijk een blik op het werk van de harenmaker te werpen, met als gevolg dat de Harenmakerij altijd een ‘geheim’ vak is gebleven.
In de spinderij, gesitueerd in de werkplaats, werden de haren met behulp van een spinnenwiel tot lange draden gesponnen ter verdere bewerking. Een Harenmakerij had een eigen lijnbaan, waar de koorden werden geslagen. Daarna werden ze op een pennenbank tot matten gevlochten.
Ze ontleende zelfs de eigennaam aan het beroep
Het bedrijf van Klaas Harenmaker was gevestigd in dit pand. Het geslacht Harenmaker ontleende zelfs de eigennaam aan het beroep dat ze vele generaties van vader op zoon uitoefenden.
Het originele gevelbord met de naam ‘Klaas Haremaker & Comp.’ bevindt zich in het Molenmuseum op de Zaanse Schans, een kopie daarvan is aangebracht op het pand. Het was een familiebedrijf; leden van de familie legden kapitaal in en deelden jaarlijks in de winst, of ze werkten in het bedrijf. Zonen uit de familie konden vanaf hun 14e jaar worden opgeleid in het vak. Wanneer hun vader overleed of terugtrad als compagnon in de firma, konden zij hem opvolgen. Wel moesten zij dan of 25 jaar zijn, of getrouwd.
Het bedrijf van de familie begint in de zeventiende eeuw, met de wever Jan de Heeremaecker (?-1663/1666) en Aefje Claesd. Smit (?-1674), dochter van een harenmaker uit Koog aan de Zaan; Claes Jansz. Smit. Dirk Klaasz. Haremaker (1815-1904) en zijn zoon, Gerrit Dirksz. Haremaker (1875-1957), waren de laatste harenmakers. Gerrit beëindigde het bedrijf in 1932. Het verhaal gaat, dat hij bij zijn overlijden de bedrijfsgeheimen van het haren maken niet wilde prijsgeven aan de ondernemers die bij hem op bezoek kwamen.
Beroep zonder toekomst
Rond 1905 werd het beroep van harenmaker vooral door oudere mannen uitgeoefend, de jongeren zagen er geen toekomst in vanwege de industrialisatie.
Toen de wind-olieslagerijen verdrongen werden door de fabrieken, zo omstreeks 1900, werd de behoefte aan haren steeds kleiner, ook al werkten de fabrieken in het begin van hun bestaan ook met haren. De molens verdwenen als “sneeuw voor de zon” en de enkelen die het volhielden behielpen zich met opgekochte haren uit gesloopte molens.
Omstreeks 1930 werd daardoor het harenmaken als beroep gestaakt, en niets herinnert er meer aan hoe dit in z’n werk ging. Na de harenmaker kwam er een matrassenmaker in het pand en daarna was er geen bedrijvigheid meer. ‘Cacao de Zaan’ werd eigenaar, maar had de ruimte waar de huizen op stonden nodig ten behoeve van de uitbreidingsplannen voor hun fabriek. Ze schonken de panden aan de Zaanse Schans, met nog een donatie daarbij. En zo werd het huis, met de werkplaats, naar de Zaanse Schans overgebracht.
Zoals de werkplaats gedemonteerd en tijdelijk opgeslagen werd op de Schans, zo gebeurde dat in 2015 met een ander huis opnieuw. Wij hebben toen het project ‘Het Zaans Huisje dat gaat verhuizen’ gestart, met het idee om het huis te redden door het naar de Zaanse Schans te verplaatsen. En dat lukte; nu is in dit pandje het ambacht teruggekomen dat voorheen ook in dit huisje plaatsvond: ‘het Thuisweven’.
Onze bemoeienis met de Zaanse Schans begon in 2009, toen wij samen met Woningcorporatie Parteon een dochtermaatschappij oprichtten: Stadsherstel Zaanstreek. De stichting Zaanse Schans, die eigenaar was van de monumenten op de Zaanse Schans was in zwaar weer gekomen, en om het broodnodige onderhoud aan de Zaanse Schans uit te kunnen voeren was geld nodig. Zij ontving een grote subsidie vanuit Europa, maar de eigen bijdrage van de stichting Zaanse Schans was alleen te financieren door verkoop van 23 panden aan Stadsherstel Zaanstreek.
Toen het aantal toeristen naar de Zaanstreek weer steeg, namen ook de inkomsten van de stichting Zaanse Schans toe. Hierdoor was het logischer dat zij de panden weer terugkocht, en zo geschiedde. Wij adviseren de stichting nog steeds op het gebied van onderhoud, subsidies, leningen en huurrecht.
Bronnen:
Historische vereniging Koog Zaandijk
Beeldbank Zaanstreek
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher