Nieuwezijds Voorburgwal 95
Nieuwezijds Voorburgwal 95, AmsterdamHoe vaak zal de sleutel van dit hoekpand van eigenaar zijn gewisseld? Wie waren de mensen die op deze plek de voordeur van het slot draaiden om het huis te betreden? Bewoners die de trappen beklommen hebben naar de verdiepingen, winkeliers die hier hun waren in de etalage hebben uitgestald. De sleutelbos op de gevelsteen net om de hoek van de Sint Nicolaasstraat staat symbool voor alle gerestaureerde en heropende panden van het destijds 25-jarige Stadsherstel: een cadeau aan ons van de gemeente.
Procureur Boelisz sprak smadelijk over hoge Amsterdamse regenten
In 1565 staat op de zuiderhoek van de Sint Nicolaasstraat aan de Burgwal al een huis, dat dan verkocht wordt aan Pieter Jansz. voor ƒ 1076,-. Het huis is dan nog ongeveer anderhalf jaar verhuurd voor ƒ 50,- die de koper ontvangen zal. Jansz is Bergenvaarder, kooplieden die handel dreven met de Noorse stad Bergen. Daarvoor was het huis van een andere Bergenvaarder, wijlen Willem Gherytsz.
In elk geval tussen 1590 en 1604 staat op dit adres de kramer Jan Evertsz opgegeven en in 1614 is beddenverkoper Barent Hendricxsz voor de helft van het perceel eigenaar. Hendricxsz, destijds nog suikerbakker, is in 1604 getrouwd met Lysbeth Jacobs. Zij was eerder (1598) getrouwd met Pieter Martsz de Schepper en (in 1603) met Jan Bellinkgae, beiden schilder van beroep. In 1615 verkoopt Hendrick Boelisz aan Hendricxsz de andere helft.
Deze Boelisz was procureur voor de vierschaar te Amsterdam en lid van d’Eglentier, een van de belangrijkste rederijkerskamers. Vanaf 1610 waren er moeilijkheden binnen De Egelantier, die uiteindelijk zouden zorgen voor een afsplitsing in 1617. Boelisz maakte onderdeel uit van het gerommel binnen de gelederen zo blijkt uit een bezwarende getuigenis uit hetzelfde jaar dat Boelisz het halve huis aan de Burgwal verkoopt: medeleden, waaronder Gerbrand Adriaensz Bredero en Samuel Coster getuigen dat Boelisz bij herhaling smadelijk zou hebben gesproken over hoge Amsterdamse regenten.
De erfpacht bestond uit een ‘goede Andriesgulden’
In 1646 verkoopt Hendricxsz het huis voor ƒ 8000,- aan een andere beddenverkoper: Cornelis Pietersz Schepper. “Een goede Andriesgulden jaarlijks oudeigen” (grondrente of erfpachtcanon) neemt de koper ook voor zijn rekening. In 1660 verkopen zijn erfgenamen het huis aan spekkoper Meijndert Andriesz. Als de erfgenamen van Andriesz en zijn weduwe Aeltie Goossens van Schuylder het huis in 1670 verkopen is bij de koop niet inbegrepen “’t barbiersbecken, ijser, winckel ende wat verder door de huyrders daerinne gemaeckt mochte wesen”.
Een dergelijk barbiers- of scheerbekken is een vaak koperen schotel, met in de rand een halfcirkelvormige uitsparing. Deze kom werd gebruikt voor het zeepwater of bij aderlatingen. Naast knippen en scheren voerde de barbier namelijk ook kleine chirurgische ingrepen uit, zoals het trekken van kiezen of aderlatingen, waarbij bloed uit een ader werd onttrokken om ziektes of kwalen te verhelpen. Van oudsher werd het bekken ook als uithangbord van een barbierswinkel gebruikt.
Jan Hendrixzn Pott was destijds de koper en in 1700 verkopen zijn drie kleinkinderen, Jacob, Anna en de minderjarige Pieternella het huis aan Abraham Hoffman. In 1742 komen we hier Barend Korte tegen, die blaasbalgmaker is. In 1851 is de hoofdbewoner J. Roode, winkelier in aardewerk. In 1864 is dit kruier Besseling en in 1879 mevrouw de Buy-Smit, winkelierster in klompen.
De eerste fase van ons destijds grootste restauratieproject Blaeu Erf omvatte de panden Sint Nicolaasstraat 49 en nummer 51 en Nieuwezijds Voorburgwal 95 (voorheen 97) en het huidige nummer 97 (voorheen 99).
In 1957-1958 verleende de gemeente voor dit pand al een sloopvergunning aan de firma H.C. Tabak, die dan eigenaar is. Niet veel later wordt het inderdaad gesloopt. Tabak koopt in de buurt een flink aantal aansluitende percelen met het idee om er een parkeergarage neer te zetten. Maar zo makkelijk krijgt hij geen vergunning en de leegstaande panden worden gekraakt. Een grote brand in 1974 maakt het miserabele plaatje compleet.
In 1978 krijgen wij na langdurige onderhandelingen dit perceel samen met 13 andere panden in eigendom. Gelukkig waren er goede tekeningen bewaard gebleven van het gesloopte woonhuis, zodat wij het in volledige overeenstemming met Monumentenzorg konden reconstrueren. En zo siert het fraaie hoekpand met de sobere houten lijst, het hoge dak met de dakkapel en de houten onderpui weer op harmonieuze wijze het gevelbeeld in het historische stadscentrum.
Aangeboden door de gemeente Amsterdam
De gevelsteen – net om de hoek van de Sint Nicolaasstraat – toont een bos met vijfentwintig oude sleutels. In de linkerbovenhoek staat een rekensommetje. De sleutels symboliseren het heropenen van oude en opgeknapte panden. Het gekrabbelde rekensommetje (1981 – 1956 = 25) heeft te maken met het 25-jarig bestaan van de toen nog genoemde ‘Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel’.
De gevelsteen werd in 1981 aan ons aangeboden door de Gemeente Amsterdam. De steen is ontworpen en uitgevoerd door Hans ’t Mannetje.
Bijzondere gevelverfraaiing
Dit pand kijkt uit op een andere bijzondere gevelverfraaiing op de tegenoverliggende hoek van de Sint Nicolaasstraat: hier is een beeld van Sint Nicolaas geplaatst dankzij Dorothy Heijmeijer van Heemstede. Zij heeft een fonds op naam opgericht bij de Vrienden van Stadsherstel. Meer over het beeld: De Prins van Oranje.
Dorothy Heijmeijer van Heemstede heeft een fonds op naam bij de Vrienden van Stadsherstel opgericht, het Heijmeijer van Heemstede Stadsherstel Fonds waarmee o.a. verfraaiingen en restauraties in Amsterdam gerealiseerd worden. Meer over het fonds: Dorothy Heijmeijer van Heemstede Stadsherstel Fonds.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam Monumentenstad
Delpher
Stadsarchief Amsterdam
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratie-architect: G. de Klerk / Bouwbureau Stadsherstel
Aannemingsbedrijf: H.J. Jurriëns BV