Nieuwe Prinsengracht 45
Nieuwe Prinsengracht 45, AmsterdamIn de loop van de 20e eeuw is hier veel van de historische bebouwing gesloopt en de nabije omgeving ingrijpend veranderd, zeker na de Tweede Wereldoorlog toen een wederopbouwplan werd opgesteld voor de verpauperde en leegstaande buurt. Maar ook in de jaren 80 en 90 zijn nog grootschalige woon- en bedrijfsgebouwen opgetrokken, zoals op de hoek Nieuwe Prinsengracht en Weesperstraat. Gelukkig zijn er ook panden gered, zodat de verhalen van deze van oudsher welvarende buurt verteld kunnen blijven worden. Zoals dat van de Joodse familie Koetser, die hier jarenlang woonde en van wie slechts een enkeling de holocaust overleefde.
Aanhanger van het neomalthusianisme
In mei 1888 vestigt zich hier zijdeverver David Hendrik Koetser (1834-1909), zijn echtgenote Rachel Pop (1842-1901) en hun twaalf kinderen, geboren tussen 1864 en 1887. Drie kindertjes zijn al eerder overleden en in 1890 overlijdt het jongste, zestiende, kindje drie dagen na de geboorte.
De oudste zoon, Hendrik David (1864-1942) is diamantbewerker en woont enige tijd in Antwerpen en Amerika. De tweede zoon Louis David (1865-1925) is lange tijd de hoofdbewoner op het adres en meerdere kinderen blijven op dit adres wonen of keren er terug.
Zo heeft arts Joseph (1869-1939) zijn praktijk hier tussen 1894 en 1905, als hij trouwt met Mathilda Paulina Hollander (1876-1954). Begin 1901 is Joseph voorzitter van de Amsterdamse afdeling van de ‘Nieuw Malthusiaanschen Bond’. Onder andere Aletta Jacobs (1854-1929) en Jan Rutgers (1850–1924) waren aanhangers van het neomalthusianisme. Uit protest omdat “vroedvrouwen, verpleegsters ea. door het bestuur van den Bond tot deskundigen werden benoemd, terwijl zij niet de bekwaamheid hadden om een gyneacologisch onderzoek in te stellen” wordt, mede door Joseph in datzelfde jaar de Nieuw-Malthusiaansche Vereeniging opgericht. “De Vereeniging heeft als hoofdbeginsel dat behandeling uitsluitend door geneeskundigen moet geschieden”, om kwakzalverij te voorkomen.
Ook van de nieuw opgerichte vereniging wordt Joseph weer voorzitter en het secretariaat is op dit adres gevestigd.
Zuster Sara (1874-1943) is boekhoudster, net als Rebecca (1881-1921) die in 1910 naar Rotterdam verhuist. En in 1918 vestigt broer Emanuel (1884-1942) zich hier als effectenhandelaar, tot hij zijn kantoor in 1924 naar het Frederiksplein verhuist.
“Wat waarde aan het leven geeft: ’t familieleven, ’t door en voor elkander leven”
Zus Rosette (1876-1943) schrijft gedichten en korte verhalen. Zo is er het verhaal ‘Thuis’ dat verscheen in De Hollandsche Lelie in 1908-1909, over eenzaamheid en familie als de zin van het bestaan.
Of ze hier eigen ervaringen beschrijft is niet bekend, wel weten we dat zij in elk geval tussen 1910 en 1941 (weer) met haar familie op dit adres woont. In 1910 geeft zij onderricht in stenografie en tussen 1913 en 1920 is zij directeur van de Riënts-Balt school voor machineschrijven en stenografie.
“Zelfstandig zijn als hare vriendin, onafhankelijk en vrij, dàt leek zoo heerlijk en… nu?? Zeker… ze wàs vrij, niemand belemmerde haar, maar ook… niemand bekommerde zich om haar; niemand was lief bezorgd en hartelijk.
(…)
O, nu ze zich zoo alléén, zoo verlaten gevoelt, nu eerst weet ze wàt waarde aan het leven geeft: ’t is het familieleven, ’t door en voor elkander leven, dat gelukkig en tevreden maakt.
Neen, niet het zwerven, op kamers wonen altijd maar alléén onbekend en onbemind, o, dàt is immers geen leven. Maar dat leven had ze zelf gekozen in dwazen overmoed, te sterk bouwend op eigen kracht.”
Rosette Koetser. De Hollandsche Lelie. Jaargang 22 (1908-1909)
Vijf van de 7 nog levende broers en zussen wonen hier in 1941
Het besef dat familie belangrijk is in het leven zal niet alleen Rosette gevoeld hebben, er lijkt tot op hoge leeftijd een sterke familieband te zijn geweest. Vier van de zes zonen zijn gehuwd; alle zes de dochters lijken alleenstaand te zijn gebleven.
Van de 12 overgebleven kinderen Koetser sterven er vier tussen 1921 en 1939. Van de overige zeven wonen er in februari 1941 nog vijf op dit adres, te weten broer Hendrik en de vier zusters Rosette, Sara, Anna (1867-1943) en Carolina (1872-1942), dan inmiddels al variërend in leeftijd van 67 tot 77 jaar. Ook Emanuel woont hier weer korte tijd in 1942 en een neef en nicht – die ook Emanuel en Anna heten – lijken enige tijd op dit adres gewoond te hebben.
Hendrik is in 1942 overleden in Amsterdam. Anna, Sara en Rosette worden alle drie op dezelfde dag in 1943 vermoord in Sobibor; Carolina komt om in Auschwitz, evenals haar twee broers Samuel (1883-1944) en Emanuel. Samuel, bij zijn huwelijk in 1918 agent van buitenlandse huizen en later agent in meubelen is gehuwd met Hendrina Marianne Snuijff (1887-1944). Zij hebben twee dochters gekregen waarvan één overlevende. Emanuel is in 1921 gehuwd met Elisabeth van Gelder en zij hebben twee zonen gekregen, geen overleeft.
Joseph, zelf inmiddels al overleden, heeft één zoon gekregen die, net als diens moeder, de oorlog overleeft. Van het gezin Koetser overleeft slechts één kind de oorlog: de jongste zoon Maurits Bernard uit 1887 weet waarschijnlijk te ontkomen naar België; hij overlijdt in 1970. Hij is in 1917 getrouwd met Else Kronenberg (1890-1936), met haar krijgt hij twee zonen van wie er één overleeft. Later trouwt Maurits met de weduwe Emma Salm (1881-1962); de overlevende zoon trouwt met een van haar dochters.
Bijzonder gaaf bewaard gebleven voorbeeld van eerste bebouwing
Nummer 45 is een bijzonder gaaf bewaard gebleven voorbeeld van hoe de eerste bebouwing aan de Nieuwe Prinsengracht werd gerealiseerd in de vroege 18e eeuw. Het huis is opgebouwd uit een souterrain, bel-etage, eerste en tweede verdieping en een zolder. Rond 1750-1760 is de voorgevel vervangen door een klokgevel in Lodewijk XV-stijl. Op de ‘Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst’ uit 1928 komt dit pand al voor. Het pand staat beschreven voorzien van een “tuitvormige top met krullen en kuif Rococo”. De gevel is opgebouwd uit een natuurstenen plint, een gepleisterd souterrain en daarboven een bakstenen gevel met natuurstenen afdekking en dito vensterbanken. Al voor 1924 is de stoep naar de bel-etage verwijderd.
Inpandig gaat het pand dus verder terug in de tijd: de balklagen, kapconstructie en het monumentale trappenhuis van souterrain tot zolder stammen nog uit de bouwtijd. Een brede boezem aan de achterzijde van het souterrain dateert waarschijnlijk uit de late 19e eeuw, toen het interieur is gemoderniseerd. De deuren en kozijnen zijn 18e-eeuws en ook de lambriseringen, oude vloerdelen en marmeren schouwen hebben historische waarde. Het trappenhuis is tot de 2e verdieping met witjes betegeld. Daarboven is een deel van het oude beschot aanwezig.
In 2012 kochten wij van Stadsdeel Centrum de rij Nieuwe Prinsengracht 43, 45, 47, 49, 51 en 53. Hiermee startten wij een bijzondere samenwerking met de Groene Grachten, een initiatief van Wubbo Ockels, om de Amsterdamse grachtengordel te verduurzamen.
Sinds de Dag van de Duurzaamheid op 10-10-2012 zijn wij founding partner van dit ‘groene’ initiatief. De Groene Grachten en Stadsherstel hopen een voorbeeldfunctie te vervullen en zo een bijdrage te leveren zodat de wereldberoemde grachtengordel nog vele eeuwen mee kan: energiezuinig en letterlijk duurzaam.
Van de zes Stadsherstelpanden zijn er vijf rijksmonumenten uit de 18e en 19e eeuw. Het verduurzamen van deze panden was een bijzondere uitdaging, want ze vormen een prachtig stukje Amsterdams historisch centrum, maar zijn zowel van binnen als van buiten zeer verschillend.
Het pand op nummer 45 was al gestempeld toen wij het kochten en de fundering van dit pand was slecht. Van alle zes de panden is de fundering hersteld. Daarnaast hebben wij samen met Bureau Monumenten en Archeologie de panden uitvoerig doorgenomen en opgemeten. Dankzij een pakket maatregelen dat wij met de architect samenstelden, gingen de meeste panden van energielabel F-G naar A-B!
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Arolsen Archives
Delpher
Inventarisatie Verwaarloosde Panden Amsterdam, Erfgoedvereniging Bond Heemschut 2009
Joods Monument
Online begraafplaatsen
Stadsarchief Amsterdam
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Emma architecten
Restauratieaannemer: Vios
De Groene Grachten
Bouwhistorische verkenning, G. van Tussenbroek en D. de Roon, 2007