Hier woonde een paardrijder van de circusfamilie Blanus

N

Nieuwe Prinsengracht 49

Nieuwe Prinsengracht 49, Amsterdam

In 2012 werden wij eigenaar van een rij van zes panden. Het werd een pilotproject op het gebied van duurzaamheid, in samenwerking met De Groene Grachten van Wubbo Ockels. In de oorlog woonde hier een kleinzoon van Moses Blanus, oprichter van een paardenspel waarmee hij door Europa trok en vaste gast was op de Amsterdamse kermis. Ook de kleinzoon leidde een circusbestaan als paardrijder, maar verkoos uiteindelijk een vast adres met zijn gezin: hier aan de Nieuwe Prinsengracht.

19e eeuw
Bouw
1898
Verbouwing
2012
Stadsherstel eigenaar
2014
Restauratie
Nu
Woningen
Eigenaar
Garage van de broodfabriek

Bij een ontploffing ging de schoorsteen de lucht in

In 1812 verkoopt Moses Mazurel het pand en in 1864 komt het in bezit van Jacob Namias Torres, die het in 1880 weer verkoopt aan Rebecca Lopes de Leao Laguna, weduwe van David Pardo. Op 8 juli 1898 verkoopt zij het pand aan Hendrik Christoph Bille, vleeschhouwer te Amsterdam, die het kort daarna laat verbouwen waarbij de begane grond koetshuis wordt.

In 1926 is er een openbare veiling waarbij het pand overgaat naar meelfabriek Ceres Nering Bögel N.V., die destijds iets verderop aan de Nieuwe Prinsengracht was gelegen. Ten tijde van de overdracht is het pand in delen verhuurd: de begane grond inclusief tuin voor f 1.000 per jaar; het eerste en tweede bovenhuis elk voor f 350 per jaar.

Ceres Nering Bögel N.V., in 1858 ontstaan bij de overname van stoom en broodfabriek Ceres door A. en L. Nering Bögel en gemoderniseerd naar een mechanische broodfabriek, neemt de begane grond van het pand in gebruik als garage, terwijl de bovenwoningen verhuurd blijven.

Het bedrijf zorgde geregeld voor consternatie: in 1916 woedde er een brand en in 1921 vond er een gasontploffing plaats, waarbij de dertig meter hoge fabrieksschoorsteen werd vernield en de nachtportier gedood. De fabriek sloot tenslotte in 1935 de deuren.

Circus
Paardenspel van Moses Blanus

De paardenacts zijn een populaire kermisact

Tijdens de Tweede Wereldoorlog woont op 2-hoog het gezin Blanus. Nathan (1882-1953) en Mimi Swaab (1882-1966) waren in 1915 getrouwd; ze kregen twee kinderen.

Hoewel Nathan later te boek staat als portier en kelner, is dit niet zijn oorspronkelijke beroep: hieraan vooraf gaat namelijk een carrière als paardrijder in een circus. Nathan is – overigens net als Jeroen Krabbé – een nakomeling van het bekende circusgeslacht Blanus. Nathan, ‘Noos’, was het 13e en laatste kind van Jeanette Cohen en Joseph Blanus, kleinzoon van oprichter Moses Blanus.

De eerste Nederlandse circussen ontstonden als kermisattractie in de eerste helft van de 19e eeuw en werden geleid door joodse mensen. Een van de oudste en bekendste circusfamilies is de Sefardische familie Blanes/ Blanus die vooral naam maakte met zijn rondreizende ‘paardenspel’, dat regelmatig neerstreek in Amsterdam. Bijvoorbeeld tijdens de jaarlijkse septemberkermis op de Botermarkt (nu Rembrandtplein), het Koningsplein, de Nieuwmarkt en het Amstelveld.

Bestond het circus eerst vooral uit koorddansen en acrobatiek, later werd het paardenspel populair naar Frans voorbeeld, waar paardennummers de hoofdacts vormden. Naast dressuur en acrobatiek te paard was er het ‘hoge schoolnummer’: een prestige act, meestal uitgevoerd door de circuseigenaar of de vrouw van de directeur. Ook Nathan’s ouders waren beiden kunstrijder én directeur.

Oorlog
Vaste woonplek

Beiden afkomstig uit een bekend circusgeslacht

Tot circuseigenaar schopt Noos het niet, wel is hij in 1920 assistent van de directie. Hij is dan inmiddels al gehuwd met Mimi, eveneens een circustelg. Door het artiestenleven vormden de verschillende circusfamilies een gesloten gemeenschap. Men leerde het artiestenvak van elkaar en werkte voor en bij elkaar: zo maakten leden van de familie Swaab deel uit van het Circus Blanus. Ook werd er over en weer getrouwd; dit blijkt ook wel uit de stamboom van Nathan en Mimi, waar aan beide zijden telkens dezelfde namen terugkeren, zoals Swaab, Blanus en Kinsbergen.

Veel van de kleine circussen kregen het zwaar in de jaren 50 en 60, toen het grootschalige circus én de televisie terrein wonnen. Onbekend is of Circus Blanus toen nog bestond of al eerder gestopt is. Noos en Mimi hebben in elk geval het rondreizend bestaan al voor de Tweede Wereldoorlog vaarwel gezegd.

De oorlog brengt het gezin grote tegenspoed. In juli 1942 trouwt dochter Jeannette van Bloeme-Blanus (1918-1942), ouvreuse van beroep, met zanger Herbert James Leopold van Bloeme (1907-1942). Twee maanden later worden zij op dezelfde dag omgebracht in Auschwitz. Datzelfde lot wachtte Jeannette’s broer Joseph (1926-1942) een maand eerder, hij bereikte de leeftijd van 16 jaar. Ook Nathan en Mimi worden opgepakt bij een razzia, maar zij overleven het kamp. Het stel keert terug naar hun woning, waar ze tot 1952 blijven wonen.

Bouw
Stalling

Bij een verbouwing in 1898 werd de begane grond koetshuis

De kern van dit ‘orde 2’ pand met tuitgevel gaat mogelijk terug tot de vroege 18e eeuw, hoewel het hierbij nog niet lijkt te gaan om het huidige pand. Waarschijnlijk stamt dat net als de buurpanden uit begin 19e eeuw.

In 1898 is er in opdracht van de dan nieuwe eigenaar H.C. Bille een grote verbouwing geweest naar plannen van bouwkundige G. de Winter. Bij deze verbouwing is waarschijnlijk het souterrain verdwenen om zo ruimte te maken voor de functie van ‘Bergplaats voor Rijtuigen’. Hiertoe zijn de vloeren in het pand hoger geplaatst. Op de eerste verdieping kwamen twee kamers ‘suite’ en op de 2e twee slaapkamers. De zolderruimte is verhoogd door het verwijderen van de vliering. Om de spiltrap te kunnen hergebruiken is een opstapje gecreëerd om het hoogteverschil op te lossen. Ook is de plaats in die tijd overkapt.

Uit dezelfde tijd stammen waarschijnlijk de historische bouwelementen op de eerste en tweede verdieping: stucwerkdecoraties, schouwen en fonteintjes, geprofileerde kozijnen met paneeldeuren, een historisch bovenlicht en tegels van Carrara marmer.

Begin 20e eeuw zijn de twee verdiepingen opgesplitst in een eerste en tweede bovenwoning en in 1948 is de begane grond opnieuw verbouwd, tot garage.

Rol Stadsherstel
Groene Grachten

In 2012 hebben wij Nieuwe Prinsengracht 43-53 aangekocht van Stadsdeel Centrum: een rij van zes 18e en 19e-eeuwse panden, waarvan vijf rijksmonument. Het pand op nummer 49 heeft door de grootschalige verbouwingen in het verleden geen monumentenstatus, maar wel een orde 2 status als onderdeel van beschermd stadsgezicht.

Met de panden aan de Nieuwe Prinsengracht startte Stadsherstel een bijzondere samenwerking met de Groene Grachten, een initiatief van Wubbo Ockels om de Amsterdamse grachtengordel te verduurzamen. Stadsherstel Amsterdam is sinds de Dag van de Duurzaamheid 10-10-2012 founding partner van dit ‘groene’ initiatief.

Het verduurzamen van deze historische panden zonder de monumentale elementen aan te tasten is natuurlijk wel een bijzondere uitdaging. Samen met Bureau Monumenten en Archeologie zijn de panden uitvoerig doorgenomen en opgemeten. Met de architect stelden wij een pakket van duurzame maatregelen samen, zoals het plaatsen van een lucht-warmtepomp met lage temperatuurverwarming, isolatie, achterzetramen en warmteterugwinning op water en ventilatielucht. Vervolgens is het pakket doorgerekend. De meeste panden gingen van energielabel F-G naar A-B: het bewijs dat duurzaamheid en monumentaal samengaat!

De Groene Grachten en Stadsherstel hopen een voorbeeldfunctie te vervullen en zo een bijdrage te leveren zodat de wereldberoemde grachtengordel nog vele eeuwen mee kan: energiezuinig en letterlijk duurzaam.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Andere Tijden
Circusweb
Delpher
Ensie
Etymologiebank
Genealogisch blog “Altijd Spannend”, Paul Welling
Joods Amsterdam
Joods Monument
Koosjer Nederlands: Joodse woorden in de Nederlandse taal, J. van de Kamp en J. van der Wijk (2006)
Ons Amsterdam
Rond het paardenspel, Henk Bruggeman, 1993
Stadsarchief Amsterdam
Traditie, tijdschrift over alledaagse dingen, tradities en rituelen, thema Circus; jaargang 12, nr 2, 2006, uitgave Nederlands Centrum voor Volkscultuur
Wiewaswie

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Emma architecten
Restauratieaannemer: Vios Bous
Constructeur: Strackee

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.