Molen ‘De Slokop’
Lagedijk 13, SpaarndamNa de Tweede Wereldoorlog was het tijd voor het opbouwen van het land. De gelden uit het Marshallplan waren een welkome aanvulling. Deze molen kreeg daar 100 gulden uit waarmee een deel van de restauratie betaald kon worden. Wij hebben deze molen in 2016 van de Hollandsche Molen overgenomen. En zorgen graag voor deze en zes andere Stadsherstelmolens.
Molen De Slokop staat in Spaarndam-Oost aan de Lagedijk.
Gelegen aan de Mooie Nel
Al in 1434 bepaalde het Hoogheemraadschap van Rijnland dat in dit gebied regels nodig waren om de steeds binnendringende zee tegen te houden en de waterhuishouding te organiseren. Er werd een uitwateringssluis in de dijk gelegd en Rijnland bepaalde hoe de akkers moesten worden ingedeeld om een goede afwatering naar de sluis te krijgen. De bewoners van het gebied kregen allerlei onderhoudsverplichtingen opgelegd.
Later kwamen er molens om de polder te bemalen. Eerst stond er op deze plaats een schepradmolen, in 1872 werd die opgevolgd door de huidige vijzelmolen De Slokop. Deze molen bemaalde vroeger de 705 hectare grote Vereenigde Binnenpolder onder Haarlemmerliede en Spaarnwoude op Rijnlands boezem. De molen is gelegen aan de brede water genaamd Mooie Nel. Samen met ‘De Liedemolen’ werd tot 1927 de polder met windkracht drooggehouden. Toen De Liedemolen in 1927 een roede brak, werd deze in 1928 vervangen door een vijzelgemaal en werd de Slokop een hulpgemaal. In 1950 werd de molen stilgezet en een jaar later verhuurd als woning. Bij een uitwendige restauratie in 1964 is bijna al het binnenwerk verwijderd, zodat de molen totaal niet meer maalvaardig is. De buitenwaterloop was al in 1953, na de watersnoodramp in Zeeland, dichtgegooid.
Grondzeiler met een grote vlucht
Tussen 1962 en 1973 was de molen eigendom van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude en werd in 1964 uitwendig gerestaureerd. Tot 2003 draaide de Slokop regelmatig, daarna waren de roeden te slecht. Bij de restauratie van 2007/08 is de molen voorzien van nieuwe roeden.
De Slokop is een rietgedekte houten buitenkruier op een gemetselde voet. Bij een buitenkruier kan de molen vanaf het molenerf gekruid worden. Hij is dan ook makkelijk te herkennen aan zijn staart. Ook is de molen een 8-kante grondzeiler. Dat is een vaak voorkomend type voor poldermolens en ook korenmolens. Grondzeilers hebben geen stelling. Ze staan vaak in het vrije veld en vangen daardoor voldoende wind. Doordat de wieken tot dicht bij de grond komen kan de bediening op de begane grond geschieden.
De molen heeft een vlucht van 26,30 meter, dat is de afstand in meters van de ene wiektop tot de top van de tegenoverliggende wiek, dus tweemaal de lengte van een wiek. Het is daarmee een molen met een grote vlucht. De meeste molens in Nederland hebben een vlucht die varieert van 23 tot 28 meter. De vlucht wordt als maatstaf gebruikt bij de onderverdeling in grootte van de molens.
Een prominente rol bij een militaire oefening
De molen ligt in het gebied van de Stelling van Amsterdam. In een bericht in de krant uit 1902 lezen we dat in het gebied rondom de molen een weg wordt aangelegd ter verbetering van de Stelling van Amsterdam. In een bericht van een jaar later lezen we dat de molen een prominente rol speelt bij een oefening van de Stelling.
Maar ook heeft deze molen een link met de Tweede Wereldoorlog. De molen kreeg namelijk 100 gulden uit het Marshallplan. Een financieel steunplan bedacht door George C. Marshall, minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten, om herstel van de Europese economie na de Tweede Wereldoorlog te bevorderen.
Geld beschikbaar voor hulpgoederen en monumenten
Naast de economische wederopbouw had het Marshallplan ook het doel om de uitbreidingsdrift van de Sovjet-Unie in te dammen. Na de Tweede Wereldoorlog waren al diverse Oost-Europese landen onder de communistische invloedssfeer van de Sovjet-Unie gevallen. De redenatie van de Verenigde Staten was dat sterkere economieën minder snel communistisch zouden worden.
Marshall wilde dat de Europese landen met een gezamenlijk plan zouden komen. In 1947 vergaderden zestien landen met elkaar over het plan. De Sovjet-Unie en haar satellietstaten waren niet van de partij. Zij zagen het Marshallplan als een aantasting van de soevereiniteit van kleine landen in Europa. Ook Spanje was niet aanwezig. Dit vanwege het feit dat dat een neutrale positie innam tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Verenigde Staten keurden het ingediende plan goed en vanaf 1948 kregen de deelnemende landen, waaronder Nederland, steun van de Amerikanen in de vorm van geld, goederen, grondstoffen en voedsel. Deze steun zou uiteindelijk tot 1952 duren en bedroeg in totaal 12,4 miljard dollar, waarvan 1 miljard naar Nederland zou gaan. De totale steun bestond voor 20% uit een lening en 80% uit een gift. Er werd ook geld beschikbaar gesteld voor restauratie van nuttig en beeldbepalend erfgoed zoals kerken, raadhuizen en molens.
De Hollandsche Molen kreeg subsidie
Nu was het niet zo, dat iedereen, die om Marshallhulp vroeg, die ook kreeg. Er werd wel degelijk gecontroleerd of je het wel nodig had. Het verhaal gaat, dat de Nederlandse minister-president, dr. Willem Drees, de toenmalige Amerikaanse minister van Economische Zaken, Averell Harriman en zijn assistent op bezoek kreeg. Drees, die een eenvoudig huurpand aan de Haagse Beeklaan bewoonde, deed zelf open en werd aanvankelijk voor de huisknecht gehouden. Nadat dit misverstand was opgehelderd, namen de heren wat onwennig plaats in de kleine huiskamer, waar ze door de echtgenote van Drees thee met een mariakaakje kregen gepresenteerd. Toen ze na afloop in de gang hun jassen aantrokken, zou Harriman tegen zijn assistent hebben gezegd:
“Als dit de huisvesting is van de minister-president, hoe moet de rest van de bevolking dan wel niet wonen? Nederland heeft onze steun hard nodig!”
Overigens valt de wederopbouw van Europa na de Tweede Wereldoorlog niet geheel toe te schrijven aan het Marshallplan. Verschillende landen, waaronder Nederland, hadden al gezorgd voor een solide herstel. Het Marshallplan was daarbij natuurlijk wel een flinke steun in de rug. De Hollandsche Molen kreeg 29.000 gulden uit de Marshallhulp. Honderd gulden werd gebruikt voor de restauratie van Molen de Slokop in Spaarndam. Dat was 10% van de totale restauratiekosten.
Bekijk het filmpje van twee minuten van de Amerikaanse Ambassade over hoe het Marshallplan bijdroeg aan het herstellen van molens in Nederland.
In Stadsherstel Amsterdam hebben wij een uitstekende nieuwe eigenaar gevonden, die beide molens als woonmolens duurzaam in stand zal houden
Op 1 augustus 2016 werd molen ‘De Slokop’ aan Stadsherstel overgedragen door De Hollandsche Molen, die sinds 1972 eigenaar was. De Hollandsche Molen had vijf jaar daarvoor besloten zich te concentreren op haar kerntaken: belangenbehartiging en draagvlakverbreding. Om dit mogelijk te maken wilde de vereniging een groot deel van het eigen molenbezit – enkele molens verspreid door het land – overdragen aan partijen die net als de vereniging streven naar het duurzaam in stand houden van monumenten.
Omdat molens ‘De Slokop’ en ‘De Zwaan’ heel goed bij het bezit van Stadsherstel passen werd dan ook positief gereageerd op de vraag van De Hollandsche Molen om beide molens over te nemen. Daarmee kwam het totale aantal molens in de collectie van Stadsherstel op zeven.
Beide molens bleven bewoond door de zittende huurders. Afspraak bij de overname was dat de molens met regelmaat moesten blijven draaien en waar mogelijk malen. De overgedragen molens waren in goede staat en met de aankoop door Stadsherstel is de instandhouding van de molens voor de komende decennia gegarandeerd. En zo blijven zij het landschap bij Ouderkerk a/d Amstel en Spaarndam sieren.
Bronnen:
Wikipedia
Hoogheemraadschap Rijnland
Delpher
De Hollandsche Molen
Archief Stadsherstel
Molendatabase.nl
Dit project is mede mogelijk gemaakt door: