Kinderbewaarplaats Johanna Margaretha
Wingerdweg 98, AmsterdamAan de rand van het groene Florapark staat het eerste kinderdagverblijf in Amsterdam – en mogelijk zelfs in Nederland – dat speciaal als zodanig is ontworpen. Stonden bewaarschooltjes van oudsher bekend om hun erbarmelijke omstandigheden, nieuwe inzichten leidden tot de bouw van een vriendelijke en zonnige leefomgeving voor het opgroeiende kind. Nog altijd klinken in dit Amsterdamse Schoolmonument de kinderstemmen.
Tot wel twintig zuigelingen per bedstee
In de achttiende eeuw ontstonden voor kinderen met werkende moeders zogenaamde ‘matressenschooltjes’, afgeleid van het Franse woord maîtresse: juffrouw. Deze juffrouwen waren doorgaans slecht opgeleid en volgens een schrijver in 1774 betrof het vooral ‘oude Meyden’, die niet meer aan de kost konden komen en slechts een schooltje opzetten “om zich tegen de honger en de kou te wapenen”.
Met de opkomende industrialisatie verdween thuisarbeid als weven en spinnen en moesten steeds meer moeders buitenshuis gaan werken om rond te komen. Bewaarscholen deden hun intrede; in Amsterdam was in 1828 in de Berenstraat een van de eerste van Nederland gevestigd en rond 1860 waren er zo’n 400 kinderbewaarplaatsen in de stad.
De schooltjes bestonden vooral dankzij liefdadigheid en waren in feite een vorm van armoedezorg. De omstandigheden waren in die tijd erg slecht en onhygiënisch met wel meer dan 100 kinderen opeengepakt in vochtige, slecht geventileerde en zelfs bouwvallige vertrekken. Soms werden wel twintig zuigelingen in één bedstee ‘bewaard’. De Amsterdamse stadsgeneesheer Samuel Coronel sprak in 1863 van “holen van mensenverdierlijking”.
Deze kritiek leidde uiteindelijk tot de oprichting in 1869 van de ‘Vereeniging tot Verbetering der Kleine Kinderbewaarplaatsen’.
Pas in de jaren 20 worden buitenechtelijke kinderen toegelaten
Met deze Vereeniging, onder leiding van Femina Muller (1826-1909), wordt een modernisering van de kinderopvang ingezet. De bewaarplaatsen bieden met hun ‘lucht, licht en ruimte’ een vriendelijke en zonnige omgeving voor het jongste kind (van 6 weken tot 4 jaar oud) en zijn alle zes werkdagen geopend, van ongeveer half zeven ’s ochtends tot half negen ’s avonds.
Het personeel bestaat naast een directrice uit helpsters en dienstboden en onbetaalde stagiaires die meest in opleiding bij een huishoudschool zijn. De hygiëne-eisen zijn streng en de kinderen dienen vrij van infecties en ongedierte te zijn en ingeënt tegen de pokken. Alle gezindten zijn er welkom. Wel duurt het tot de jaren twintig voor ook kinderen uit buitenechtelijke relaties en van onzedelijke moeders worden toegelaten. Ook deze moeders zijn immers afhankelijk van inkomsten en dus van een ‘bewaarplaats’ voor hun spruiten.
De kosten bedragen 7 cent per dag, in de jaren dertig is dit 20 en tijdens de oorlog 35 cent. In die jaren is de opvang overigens populair: hier waren de kinderen tenminste verzekerd van een goede maaltijd.
De eerste bewaarplaats van de Vereeniging opent in 1872 in een gebouw aan de Vinkenstraat en later volgen andere locaties in de stad. De zesde – en de eerste in Amsterdam Noord – opent zijn deuren aan de Wingerdweg. Dit splinternieuwe gebouw is het eerste in Amsterdam, en mogelijk in heel Nederland, dat speciaal als kinderdagverblijf is ontworpen.
Een veilige kinderwereld met veel lucht en licht
Het gebouw in late Amsterdamse Schoolstijl met kenmerkende gele bakstenen en rode dakpannen werd in 1929 ontworpen door architect Theodorus Johannes Roetering in opdracht van de Vereeniging tot Verbetering der Kleine Kinderbewaarplaatsen.
Bij het hele ontwerp is rekening gehouden met de functie van professionele kinderopvang. Het gebouw bestaat uit een dubbele T-vorm met tussen de poten een beschermde binnenplaats voor de kinderen. De speelzalen krijgen van minimaal twee zijden lucht en licht en de oostzijde van het pand is dichtgebouwd om een veilige kinderwereld te creëren.
Boven bevonden zich oorspronkelijk een was- en droogkamer, slaapkamers voor personeel en een slaap- en woonkamer voor de inwonende directrice. Het pand heeft zichtassen naar twee straten, wat de sociale samenhang tussen school en buurt benadrukt
Ook de locatie aan het Florapark (nu Noorderpark) is niet toevallig gekozen. Een groene omgeving werd ook toen al goed geacht voor de gezondheid van het opgroeiende kind. De binnenstad kon zo’n locatie echter niet bieden. Tuindorp Buiksloterham, ontwikkeld tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog, kon dit wel en aan de parkzijde van de Wingerdweg verschenen dan ook scholen en gebouwen met maatschappelijke functies, zoals de kleine-kinderen bewaarplaats die in 1930 werd geopend en altijd dienst zou blijven doen als kinderopvang.
Al werd het pand in 1975 verbouwd, door het intensieve gebruik raakte het opnieuw in slechte staat van onderhoud waar tocht en vocht hoogtij vierden. In 2008 zocht de toenmalige eigenaar, kinderopvangorganisatie TintelTuin, een monumentenreddende organisatie om de noodzakelijke restauratie en het beheer van het bijna afgeschreven pand op zich te nemen en zo kwam het dat wij in 2010 eigenaar werden.
Nadat de kinderen in september 2010 vertrokken namen wij het pand over. Na een intensieve restauratie vanaf januari 2011 konden de kinderen in november van dat jaar terugkeren in een van de zes gecreëerde groepen.
Het Amsterdamse Schoolmonument is prachtig in ere hersteld en ingericht volgens de modernste inzichten in de kinderopvang; voldoend aan de hedendaagse eisen zonder het oorspronkelijke karakter aan te tasten. De inrichting, afwerking en kleurgebruik zijn gebaseerd op de authentieke sfeer van het gebouw.
Met veel passen en meten is alle apparatuur onder de kap geïnstalleerd. Het dak en de vele glasvlakken zijn geïsoleerd. De kapconstructie werd zichtbaar gemaakt, plafonds werden verhoogd naar de oorspronkelijke hoogte en verschillende ruimtes doorgebroken, hiermee ontstond meer lucht en ruimte. Een deur leidt vanaf de deels overdekte speelplaats naar een speeltuin van een afgezet stukje park. Groener kun je voor je kind niet wensen.
Kinderdagverblijf dat gebouwd werd naar haar ideaal draagt opnieuw haar naam
De restauratie leidde tot een nominatie op de shortlist van de Geurt Brinkgreve Bokaal 2011. Gebruikmakend van de kwaliteiten van het monumentale pand werd het op speelse wijze – met losse elementen, zoals speelvloertjes in opvallende kleuren – ingericht naar de wensen van nu. En toch heeft het de klassieke jaren dertig sfeer behouden. Waar mogelijk zijn de Amsterdamse Schoolelementen behouden. Vooral de horizontale ruitjes, gevormd door de vele horizontale roeden, zijn sfeervol.
Tijdens de restauratie kwamen achter het jaren zeventig interieur veel fraaie originele elementen tevoorschijn. Daarbij werd ook een plaquette ontdekt. Was de herkomst van de naam inmiddels in vergetelheid geraakt, dankzij deze steen weten wij nu dat het kinderdagverblijf in 1955, bij het 25-jarig bestaan, vernoemd werd naar Johanna Margaretha Overhoff-Piek (1870-1947), sinds 1930 ‘bestuurderesse’. Volgens de overlevering keerde zij terug van een bezoek aan de Parijse matressenscholen met een ideaalbeeld hoe het nieuwe kinderdagverblijf eruit moest komen te zien en zij was dan ook initiatiefnemer voor de bouw van de kleine-kinderen bewaarplaats aan de Wingerdweg. De plaquette is schoongemaakt en teruggeplaatst. Nu draagt de kinderopvang opnieuw haar naam.
Vrienden bedankt
Tijdens de officiële opening van kinderdagverblijf Johanna Margaretha in 2012 werden nieuwe Amsterdamse Schoolletters op de gevel onthuld: een geschenk van de Vereniging Vrienden van Stadsherstel. De letters zijn passend bij de bouwstijl van architect Roetering en ontworpen door Jaap Hulscher, destijds adjunct-directeur van Stadsherstel.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam op de kaart
Andere Tijden
Canon Sociaal Werk
Elffers Van der Veen
Delpher
IsGeschiedenis
Ons Amsterdam
Stadsarchief Amsterdam
Wikipedia
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Elffers Van der Veen architecten
Monumentenadviesbureau: Delfgou
Bouwkundig aannemer: J.C. Nieuwenhuizen BV
Installatieaannemer: Spiering Installatie
Installatieadvies: BerkhofBoerboom BV
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Vereniging Vrienden van Stadsherstel