Met een grote kerkachtige ruimte achter de voorgevel

G

Groot Heiligland 26

Groot Heiligland 26, Haarlem

Achter de lijstgevel van dit redelijk gangbaar ogende pand bevindt zich een verrassend grote en mysterieuze indeling. Achter het voorste deel bevindt zich namelijk een grote kerkachtige ruimte met hooggeplaatste ramen. Of het ooit daadwerkelijk een schuilkerk geweest is, zoals lang werd vermoed, weten we niet met zekerheid. Maar wat een diversiteit aan functies heeft de ruimte gekend! Nu zijn een bedrijf en twee woningen in het pand gevestigd.

16e eeuw
Eerste woonhuis
17e eeuw
Tussenhuis
1e helft 19e eeuw
Voorhuis
1930
Aanbouw pakhuis
2007
Stadsherstel eigenaar
2011
Restauratie
Nu
Bedrijf en twee woningen
Historie
Kloosterterrein

Het Groot Heiligland ligt op het terrein van het voormalige klooster der Minnebroeders, in de historische kern van Haarlem. Het maakt deel uit van de stadsuitbreiding in de tweede helft van de 14e, begin 15e eeuw. Toen in de 16e en 17e eeuw, na de reformatie de kloosterterreinen in en rond de oude Hollandse stadskernen geannexeerd en bebouwd werden, is ook dit gebied verkaveld.

De locatie waarop ons pand staat maakte halverwege de 16e eeuw deel uit van een huizenblok. Uit de aanwijzende tafels behorend bij de kadasterkaart uit 1832 blijkt dat de percelen waarop ons pand zich bevindt in eigendom waren bij Feys en bij de Evangelische Broeders en in gebruik waren als huis en erf.

De datering van het huidige Groot Heiligland 26 is nog niet zo eenvoudig. Het bestaat namelijk uit drie achter elkaar geschakelde bouwdelen met een diepte van ruim 20 meter. Vooraan, achter de brede inrijdeuren bevindt zich een soort koetshuis, overwegend begin 19e-eeuws maar met elementen die teruggaan tot de 17e eeuw, met een bovenwoning bestaande uit de 1e verdieping en zolder. Daarachter bevindt zich een tussenhuis en tenslotte een pakhuis van drie verdiepingen. Dit laatste is waarschijnlijk aangebouwd in het interbellum en heeft lang dienstgedaan als houtopslag.

Bewoners
Bont gezelschap

Van ambachtslieden tot weduwen en verpleegsters

Zo divers als de bouwperioden van dit pand zijn, zo is de bewonersgeschiedenis dit ook. In de loop van de jaren wordt Groot Heiligland 26 bewoond door een bont gezelschap van weduwen, verpleegsters en ambachtslieden. De eerste bewoner waarvan we de naam kennen is wever Fortgens in 1878. Daarna volgen smeden, loodgieters, steendrukkers, werk- en timmermannen elkaar op. De langst bekende bewoner is schilder Prins, die tenminste van 1904 t/m 1929 in de bovenwoning ’26 rood’ vertoeft. Het gezin Prins raakt nog weleens iets kwijt, zo blijkt uit de ‘terug te bekomen’ advertenties: een kinderschoentje, een hond. In 1960 woont hier een chauffeur, Beringen.

Wat ook uit de advertenties blijkt is dat de woning waarschijnlijk in kamers verhuurd wordt. Soms staan er namelijk meerdere namen in hetzelfde jaar geregistreerd, met een maximum van wel zes in 1902. In ditzelfde jaar wordt in een advertentie de boven-achterkamer te huur aangeboden aan ‘eenige juffrouw’. Inlichtingen te verkrijgen bij de wijkzuster, ook woonachtig in het pand.

In 1930 woont er het gezin v. W., die we slechts kennen dankzij de 12-jarige zoon A. die ’s avonds na tienen, alleen thuis met drie jongere kinderen, besloot om in de kast naar knikkers te gaan zoeken en daarbij een lucifer aanstak. Een passerende voetganger weet het brandje te blussen met een teil water.

Religie
Middenrozet

De ramen op drie meter hoogte geven de ruimte een kerkelijke uitstraling

Het middelste deel bestaat uit één grote zaal en is waarschijnlijk ouder dan het voorhuis, hoewel datering ook hier lastig is door latere aanpassingen en de gewoonte om bouwmaterialen te hergebruiken. Voor de zijgevel is een steensoort gebruikt die in Haarlem vooral voorkomt bij 17e-eeuwse huizen. Ook het metselwerk zou 17e- of 18e-eeuws kunnen zijn.

Deze hoge ruimte heeft drie grote, hooggeplaatste ramen. Ook was er een primitieve balustrade. Een gietijzeren ventilatierooster, veelgebruikt in kerken en kapellen, deed historici vermoeden dat het hier om een oude schuilkerk gaat, maar onomstotelijk bewijs hiervoor is niet gevonden. Het rozet bleek bijvoorbeeld van latere datum.

Wel heeft het eind 19e eeuw lange tijd dienstgedaan als locatie voor evangelie prediking. Zo hield de Gemeente van Gedoopte Christenen er rond 1885-1890 Bijbellezingen. In 1899 is het in gebruik als wijklokaal van de Hervormde Gemeente. De wijkzuster geeft er naailes aan meisjes en naaikransen voor de wijk. Op zondag is er Zondagschool en op zaterdagavond ‘eene gezellige bijeenkomst voor mannen’.

Arbeiders
Vakbondsbijeenkomsten

De eis van een 10-urige werkdag met een loon van 20 cent per uur

In diezelfde periode, tweede helft van de 19e eeuw komt in de veranderende industriële kapitalistische maatschappij de onafhankelijke vakbeweging op. Het recht van arbeiders om zich te verenigen komt er bij Wet in 1855.

Ons lokaal is een ontmoetingsplaats voor vakbonds- en verenigingsbijeenkomsten, zo blijkt uit de vele aankondigingen in o.a. ‘Recht voor Allen’, een sociaaldemocratisch tijdschrift dat is opgericht door Ferdinand Domela Nieuwenhuis en tussen 1879 en 1900 op straat wordt verkocht. Nieuwenhuis was sterk betrokken bij de zwakkeren in de samenleving, met name de arbeiders en was de grondlegger van de socialistische beweging in Nederland.

Er worden ongetwijfeld vele verhitte discussies gevoerd in het grote lokaal onder de hoge ramen. Zo besluit de Nederlandse Timmer Lieden Bond in 1890 om bij de Gemeenteraad de ‘eisch’ neer te leggen van ‘een arbeidsdag van ten hoogstens 10 uren met een minimumloon van 20 cent per uur’. Ook de Nederlandse Kalk- en Steenbewerkersbond, de IJzer- en Metaalbewerkersbond en de sociaaldemocratische typografenbond maken gebruik van het lokaal en er zijn bijeenkomsten met als onderwerp het algemeen kies- en stemrecht, ‘de strijd dezer dagen’ en ‘de macht der arbeiders door ’t socialisme’.

School
Friedrich Fröbel

Hier werden kleuters met grooten tact alleraangenaamst beziggehouden

Hoe veelzijdig het gebruik van deze ruimte, met de raadselachtige oorsprong is, wordt duidelijk als blijkt dat hier in deze zelfde jaren danscursussen gegeven worden én de Fröbelschool hier gevestigd is.

De Fröbelschool is vernoemd naar de Duitse opvoedkundige Friedrich Fröbel, die in 1837 de eerste kleuterschool oprichtte voor kinderen jonger dan zes jaar. Fröbel introduceerde hierbij voor het eerst educatie als onderdeel van de opvang van de jongsten, met zelfbedachte werkjes als papiervouwen om de geest te trainen en de ontwikkeling te stimuleren in een plezierige leeromgeving. Zijn school zou hij later omdopen naar de ook bekende term ‘Kindergarten’: een tuin waar kinderen maar mochten groeien als kool.

Van de Haarlemse Fröbelschool weten we dat hij opgericht is in 1875 en zich in elk geval tussen 1880 en 1900 op dit adres bevindt. De school krijgt goede aanbevelingen en in 1895 bedraagt het schoolgeld f 40 per jaar.

In 1881 is Mej. Van Houten de directrice en tenminste vanaf 1887 is dit Mej. A.E. Huykman. Een achternaam die ook terugkomt bij de bewoners van het voorhuis: in 1887 woont hier loodgieter Huijkman, wellicht familie. Mejuffrouw Huykman zelf is hier niet woonachtig.

Kunst
Beroemd bezoek

Met het Concertgebouw zette Amsterdam zich op de kaart als muziekstad

Een bekende leerling van de Fröbelschool is de Haarlemse uitgever Jan Leendert Tadema (1874-1949). In zijn boek Haarlemsche jeugdherinneringen uit 1937 blikt hij terug op die tijd: “Het eerste onderwijs reeds voor het wisselen der tanden, ontvingen wij op de Fröbelschool op het Groot Heiligland 26 van Juffrouw van Houten met de lange krullen.” Ook vermeldt hij dat het perceel, nadat er geruime tijd een Gereformeerde Kerk dienst hield, in 1937 nog vrijwel in zijn ouden toestand verkeert.

Tadema heeft een passie voor muziek en ontvangt in zijn huis regelmatig kunstenaars en musici die in de Haarlemse concertzaal ‘De Kroon’ of in het Amsterdamse Concertgebouw optraden. Onder hen buitenlandse beroemdheden zoals componisten Stravinsky en Poulenc, cellist Pablo Casals en violist Jacques Thibaud.

Lange tijd kent Amsterdam geen fatsoenlijke concertzaal. Begin jaren 80 van de 19e eeuw stelt Weekblad De Amsterdammer dat onze overheid kennelijk van mening is dat ‘kunst geen regeringszaak’ is. Uiteindelijk leidt dit tot de komst van het Concertgebouw in 1888. Tot de gasten van Tadema behoorde ook Willem Mengelberg, die als chef-dirigent van het Concertgebouw de baton oppakte in 1895 en deze vijftig jaar zou vasthouden. Onder zijn leiding verwierf het orkest wereldfaam.

Rol Stadsherstel
‘Op zijn geloof’

Dit rijksmonument was in 2007 de derde aankoop van Stadsherstel in de Spaarnestad. Het verkeerde in zeer matige staat. De immens zware balken, die de zaal in het tussenhuis overspannen, bleken aan de einden totaal verrot. Ze zijn in de oude houtmaten hersteld, een moeilijke exercitie waarbij de gehele balklaag werd onderstempeld en het muurwerk bijeen moest worden gehouden.

In het voorhuis bleek de centrale balk onder de vloer van de eerste verdieping nog slechts ‘op zijn geloof’ te hangen, een toepasselijke term in dit pand. Vermoedelijk is er ooit een dragende muur verwijderd.

In het pand zijn een bedrijfsruimte en twee woningen gerealiseerd. De ene woning is op de verdiepingen van het achterhuis en heeft beschikking over de tuin achter het huis. De andere woning ligt aan de voorzijde en heeft toegang tot een ruime, gemeenschappelijke binnentuin.

De zaal behorend bij de bedrijfsruimte heeft een insteekverdieping. De muren zijn niet gestuukt wat de ruimte een ruw, bijna industrieel uiterlijk geeft die – samen met de originele details als het fraaie plafondrooster – de lange historie van het pand zichtbaar maakt. De grote ramen zijn hersteld en geven een mooie lichtinval. Ook de hoge deuren aan straatzijde zijn voorzien van glas. Tenslotte is de oude waterput, die ontdekt werd bij de funderings- werkzaamheden prachtig zichtbaar gemaakt onder een luik van beloopbaar glas.

Meer informatie

Bronnen:
Algemeen Dagblad
ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 1005, Gemeente Haarlem Bureauonderzoek (2010)
Archief Stadsherstel
Concertgebouw, website
Delpher
Noord Hollands Archief, krantenviewer
Wikipedia

Aan dit project hebben meegewerkt:
Architectenbureau Kentie en partners
Constructeur van Eijk ACT
Hollandia Archeologen
Opus BV
Elektra BV

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.