Unieke meststal van Stadsarchitect Van Niftrik in het Vondelpark

V

Vondelpark 6b

Vondelpark 6b, Amsterdam

Dit is een uniek gebouw voor Amsterdam. Niet alleen omdat het de enige ontworpen mestopslag binnen de bebouwde kom van Amsterdam is. Maar ook omdat dit één van de weinige door stadsingenieur Van Niftrik ontworpen gebouwen is waarover Amsterdam nog beschikt.

1884-85
Bouw
2005
Aankoop Stadsherstel
2005
Restauratie
Nu
Kinderkookkafé en BSO
Het ontwerp
J.G. Van Niftrik

Stadsarchitect van Amsterdam

De twee meststallen in het Vondelpark hadden tot taak om vanaf 1883 de bestaande mestberging te vervangen, omdat open mestberging binnen de bebouwde kom niet langer was toegestaan. Er liepen toen nog koeien in het park. De stallen zijn ontworpen door J.G. Van Niftrik (1833-1910).

Van Niftrik heeft als geen ander zijn stempel gedrukt op de stadsuitbreiding van Amsterdam in de negentiende eeuw. Tussen 1864 en 1901 was hij als ‘stadsingenieur’ de belangrijkste adviseur van de directeur Publieke Werken en van de wethouder inzake grootschalige bouwprojecten, verkeer, riolering en grondbeleid. Hij beoordeelde alle aanvragen voor bouwconcessies, bereidde de beslissingen over verkoop van gemeentegronden voor en ontwierp de meeste uitbreidingsplannen, waaronder het veelbesproken ‘algemeen plan van uitbreiding‘ uit 1866.

Naast zijn uiteenlopende activiteiten in gemeentedienst verrichtte Van Niftrik – overigens in strijd met de voorschriften op dit gebied – een groot aantal werkzaamheden voor particuliere ondernemingen, zoals bouw- en exploitatiemaatschappijen.

Deze particuliere activiteiten waren bijna allemaal zonder uitzondering civieltechnische projecten. Maar de mestberging voor het Vondelpark was een architectonische opdracht, die resulteerde in één van de weinige door de stadsingenieur ontworpen gebouwen waarover Amsterdam thans nog beschikt.

Het plan
Mestvaalt

De mest is overdekt krachtiger

Toen in 1883 de bestaande mestvaalt moest worden opgeruimd ging men over tot de bouw van een dubbele loods voor dit doel. De ‘Vereeniging tot aanleg van een Rij- en Wandelpark te Amsterdam’ had hierover gemengde gevoelens. Enerzijds achtte men “het gelukkig dat op dit terrein de praktijk de hygiënische wetenschap te hulp komt of daarmede hand in hand gaat”, want “deskundigen nemen aan dat mest, bewaard in een welingericht gebouw, veel beter en krachtiger blijft dan die in de open lucht, op een ouderwetsche mesthoop bijeengegaard”.

Anderzijds was het gebouw door aanvankelijke miscalculaties nogal duur uitgevallen, en meende men “dat de op zich zeer nuttige voorziening in esthetisch opzicht niets bijdroeg aan het park, dat deze zelfs ‘haast onder de tegenstellingen van versieringen’ zou kunnen gerekend worden”.

Dit negatieve oordeel over de aanblik van het bouwwerk lijkt mede te zijn ingegeven door de wat banale functie ervan, alsook door de vergelijking met andere gebouwen in en aan het Vondelpark, zoals het vier jaar eerder gerealiseerde monumentale Paviljoen van architect W. Hamer. Maar toch ook constateert men “een zekere architectonische waarde kan de loods immers niet worden ontzegd”.

Het ontwerp
Utilitair

Een door de Hollandse Renaissance geïnspireerde stijl

Van Niftrik heeft er met succes naar gestreefd om deze bij uitstek utilitaire constructie esthetisch te verbijzonderen, zoals tezelfdertijd architect en ingenieur I. Gosschalk zijn Westergasfabriek uitbundig vormgaf in een door de Hollandse Renaissance geïnspireerde stijl.

Met verschillende architectonische hulpmiddelen wist Van Niftrik een schilderachtig beeld te creëren: twee met kruispannen gedekte zadeldaken en van rollagen voorziene tuitgevels vormen een karakteristiek silhouet: lisenen, boogfriezen, spaarvelden, meervoudige tandlijsten en klimmende keperfriezen aan alle gevels zorgen voor een effectvol spel met licht en schaduw, en door de rode en gele verblendsteen, in combinatie met aanzetstukken en geprofileerde afdekplaten van natuursteen, ontstaat een afwisseling in kleuren.

Interieur
Polonceau-spanten

Een grote ruimte

Het werfgebouw bestaat uit twee, parallel en in noord-zuid richting geplaatste volumes, elk ontworpen op een eenvoudige rechthoekige plattegrond. Wanneer precies is niet bekend, maar na de oorlog werd in beide hallen een kleine voorruimte van de hoofdruimte afgescheiden. Een verdere indeling kenden de beide hallen niet.

Inwendig zijn de loodsen zeer eenvoudig vormgegeven en springen vooral de fraaie gietijzeren Polonceau-spanten in het oog. Deze zijn onder meer bevestigd aan ijzeren kruisspanten die het dakbeschot versterken, hetgeen een bijzondere constructie oplevert. De later aan de achterzijde ingebouwde lage bergruimten vormen geen structurele aantasting van het interieur.

De samenhang tussen vormgeving, constructie en functie maakt het gebouw niet alleen typologisch bijzonder – als zeldzaam, zo niet uniek voorbeeld van een mestvaalt binnen de bebouwde kom – maar geeft het ook architectonische betekenis; als nog goeddeels in oorspronkelijke staat verkerend voorbeeld van zorgvuldig vormgegeven utiliteitsbouw uit de negentiende eeuw.

Rol van Stadsherstel
Verplaatsing Kinderkookkafé

De meststallen waren oorspronkelijk twee aaneengesloten lege stallen, dus zonder ook maar een wandje of voorziening erin. Ons plan was eerst om in beide hallen het al meer dan 40 jaar bestaande ‘Kinderkookkafé’ onder te brengen. Zij zaten vanaf 1981 in een pand van ons aan de Oudezijds Achterburgwal, maar dat pand moesten wij restaureren. De gemeente Amsterdam, die eigenaar was van de meststallen, wilden deze echter ook zelf gebruiken. Het compromis was dat ieder een stal kon gebruiken en wij eigenaar van de twee stallen werden.

Omdat de programma’s van eisen van beide toekomstige huurders totaal niet pasten binnen de aanwezige m2, werd er besloten om een extra verdieping in de gebouwen aan te brengen. Bij de noordelijke stal, waar het KinderKookKafé in zou komen leverde dat nog niet voldoende m2 op, dus werd besloten om een glazen serre aan te bouwen.

Door de invulling onder de gemetselde bogen weg te halen is er nu een open verbinding ontstaan met de stal zelf, deze opening levert ook de broodnodige daglicht toetreding.

De restauratie en herbestemming van de panden heeft iets langer dan een jaar geduurd. Ook het terrein eromheen heeft een metamorfose ondergaan. Het duurde even, maar gelukkig is dit alles wel gerealiseerd in een op dat moment nogal verloederd gebiedje. Nu staan deze twee herbestemde monumentjes weer te stralen in het monumentale Vondelpark.

De huurder
KinderKookKafé

Intensieve aandacht voor het kind

De Kinderkookkafé gedachte zet zich af tegen de opvatting dat een kind alleen maar moet kunnen spelen. Bij het Kinderkookkafé proberen de betrokkenen een stukje maatschappij dat tot hun verbeelding spreekt, dichterbij te brengen. Hier kunnen kinderen die meer willen dan afdrogen of de slagroomklopper aflikken, een echte maaltijd voor zichzelf en anderen koken. Ze doen dingen die doorgaans alleen door volwassenen worden gedaan: koken, gasten ontvangen, barkeeperen, bedienen, menukaarten schrijven, afruimen (en een beetje afwassen) en soms ook afrekenen. De kinderen koken voor zichzelf en voor anderen.

Een andere belangrijke gedachte in deze filosofie is het productief bezig zijn. Door dit met elkaar in een kinderwerkgemeenschap te doen, worden zowel het plezier als de saamhorigheid vergroot. Kinderen voelen zich serieus genomen als ze – binnen de gestelde eisen – stimulansen en vrijheden krijgen om deze taken op hun eigen wijze te doen. Juist de nodige voorwaarden, zoals ‘op tijd af’, ‘lekker’, ‘er leuk uitzien’, ‘netjes bedienen’, ‘snelheid bij het barkeepen’, ‘bestelde drankjes en hapjes zorgvuldig noteren’, motiveren de kinderen om hard te werken maar tegelijkertijd nieuwe dingen te leren en plezier te hebben.

Dit gedachtegoed is mede geïnspireerd door o.a. Maria Montessori. Haar ordeningsprincipes, haar theorie over de “gevoelige periodes”, haar belangstelling voor huishoudelijke dingen en haar intensieve aandacht voor het kind, staan ook bij het Kinderkookkafé centraal.

Meer informatie: www.kinderkookkafe.nl

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Architectenbureau Van Veen te Amsterdam
Restauratieaannemer: J.C. Nieuwenhuizen te Amsterdam

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.