Stal van de Fronik boerderij
Westzanerdijk 150, ZaandamOm de geliefde maar vervallen buurtboerderij te redden bundelden Stichting Fronik Buurtboerderij, Stadsherstel Amsterdam, De Heeren van Zorg en gemeente Zaanstad hun krachten voor een uniek maatschappelijk initiatief. In de Fronik boerderij wonen nu tien jongvolwassenen met autisme. Het project past prachtig in onze missie om vervallen monumenten te behouden voor de samenleving door ze een duurzame nieuwe bestemming te geven.
Kenmerkende boerderij met zeldzame vorm
De Fronik boerderij is vernoemd naar Pieter Fronik (geb. 1885) die, samen met zijn vrouw Elisabeth (geb. 1890) en dochter, in 1914 vanuit Woerden naar Zaandam verhuisde en de oudst bekende bewoner is.
De boerderij is een van de weinige bewaard gebleven authentieke ‘hooihuisboerderijen’. Bij dit type boerderij vormen het woonhuisdeel, en het daaraan gebouwde staldeel en de betimmerde kapberg (een gesloten hooiberg met vaste kap: het hooihuis) één geheel. Deze variant van de stolpboerderij komt vooral voor in Waterland, Zaanstreek en de Beemster, maar de T-vormige plattegrond van de Fronik boerderij met het overdwars geplaatste voorhuis komt er zelden voor. Benedendijks aan de Westzanerdijk ligt de boerderij precies in het overgangsgebied tussen stedelijke bebouwing en agrarisch veenweidegebied.
De boerderij is gebouwd tussen 1882 en 1894, en bestond oorspronkelijk uit hout. In de loop der jaren kende de boerderij veel verbouwingen en daarbij is de boerderij in fasen versteend, waarbij de voorgevel voorzien werd van een stuclaag.
De laatste jaren voor wij in 2019 eigenaar werden was de boerderij ernstig in verval geraakt: muren waren gestut, de vloeren waren rot, de stallen stonden op instorten. De technische staat was zo slecht dat het nog maar de vraag was of de boerderij te redden was.
Amsterdam bestaat voor een groot deel uit gerecycled materiaal
Vanwege de houtafmetingen van de balken in het voorhuis is het aannemelijk dat bij de bouw daarvan het houtskelet van een eerder gesloopt Zaans huis is hergebruikt. Ook bij de vele verbouwingen sindsdien is veel materiaal hergebruikt. Dit heeft hoogst waarschijnlijk te maken met een beperkt budget, maar hergebruik van bouwmaterialen was zeker niet ongewoon: bij het onderhoud van boerderijen staat praktisch nut vaak voorop.
Overigens geldt dit niet alleen voor boerderijen. Ook in Amsterdam bleek hergebruik tot het eind van de 19e eeuw eerder regel dan uitzondering. Zo werd voor de fundering vaak afgedankt hout gebruikt, zoals oud scheepshout en ander afval. Stenen uit de oude stadsmuren vonden een tweede leven bij de bouw van woonhuizen en zelfs noodzakelijke ophogingen bij de zestiende en 17e-eeuwse stadsuitbreidingen bestaan voor een groot deel uit verzameld huisvuil. Vooral in tijden van krapte of bij grootschalige bouw zijn oude materialen dankbaar hergebruikt in de bouw.
Verlengstuk van de Amsterdamse markt
De keuze voor hout als oorspronkelijk bouwmateriaal was een voor de hand liggende. Het volledig bouwen in hout was in de Zaanstreek eind negentiende eeuw heel gebruikelijk en niet per definitie een teken van armoede, zoals elders in het land. Immers, ook de welgestelde Zaanse kooplieden bouwden hun huizen van hout.
De drassige, venige ondergrond had maar weinig draagkracht, waardoor het relatief lichte materiaal zeer geschikt was, maar dit was niet de enige reden. Van oudsher stonden hier vele houtzaagmolens en was er grote beschikbaarheid van timmerhout. Dit maakte houtbouw een vanzelfsprekendheid.
Dit was al zo sinds de streek tussen 1580 en 1650 uitgroeide tot het eerste industriegebied van Nederland. Het vlakke, waterrijke land had een goede windvang voor molens en bood volop aan- en afvoermogelijkheden. Aan het westelijke deel van de Westzanerdijk verschenen molens, pakhuizen en buitendijkse scheepswerven.
Aan arbeidskrachten geen gebrek: er waren in die tijd veel migranten, onder meer vluchtelingen vanuit de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk, verjaagd door de Spaanse troepen. En door de Amsterdamse stapelmarkt waren grondstoffen makkelijk voorhanden. Deze omstandigheden zorgden voor een explosieve economische groei van de Zaanstreek, als verlengstuk van Amsterdam, destijds centrum van de wereldhandel.
Geen zwiepende staarten in het gezicht van de boer
Ingeklemd tussen voorhuis en hooihuis bevindt zich de koeienstal. Vermoedelijk was deze eerst als ‘Friese stal’ ingericht: hierbij staan de koeien met hun achterwerk naar het midden van de stal en met de koppen naar de buitengevel van de stal. Dit was tot in de twintigste eeuw de gebruikelijke opstelling ten noorden van het IJ. Maar boer Fronik kwam uit Woerden en was de ‘Hollandse stal’ gewend, waarbij de dieren met hun koppen naar het midden-gangpad en met het achterwerk naar de buitenmuur staan.
Toen in 1945 de zijgevels van de koeienstal versteend zijn, is waarschijnlijk direct ook de stalindeling gewijzigd. Vanaf dat moment werden de koeien gevoerd vanuit de middengang.
Het hooi werd aangevoerd vanaf de zolder boven het vee en vanuit het achtergelegen hooihuis.
De plaatsing van het hooihuis direct achter de stal was efficiënt: het hield de loopafstand tussen hooi en koeien zo klein mogelijk. Ook speelden weersomstandigheden zo geen rol.
Toen we eigenaar werden hingen de touwtjes nog aan het plafond waarmee de koeienstaarten op stal werden vastgebonden. Dit werd gedaan zodat de koeien schoner bleven en om te voorkomen dat de boer tijdens het melken een vuile koeienstaart in zijn gezicht gezwiept kreeg.
Het gehele pand is van het gas af. In de Amsterdamse binnenstad is dit een vrij ingewikkelde exercitie maar hier is dat gelukkig goed te doen. In combinatie met de zonnepanelen is het complex gerealiseerd met energielabel A.
In 2019 werden wij eigenaar van het woonhuis en de bijgebouwen van de Fronik boerderij. Samen met de gemeente Zaanstad, de Stichting Fronik Buurtboerderij en De Heeren van Zorg hebben wij ervoor gezorgd dat deze afgeschreven boerderij een geheel nieuwe toekomst tegemoet gaat.
Dit ging met vallen en opstaan maar ook met een gezamenlijke visie en daardoor met uiteindelijk een breed gedragen en toekomstbestendig resultaat. De naastgelegen buurtboerderij bleef behouden en kreeg de opstallen in bruikleen van de gemeente Zaanstad. De boerderij werd volgens wens van de gemeente beschermd met de status van gemeentelijk monument. En tien jongvolwassenen vonden hier een nieuw thuis in zelfstandige woningen, met begeleiding door De Heeren van Zorg. Zij komen voor een aantal jaren naar de boerderij met persoonlijke leerdoelen, hierin begeleid door De Heeren van Zorg. Door de verbinding met de buurtboerderij, staan zij letterlijk middenin de buurt.
Een inspirerend voorbeeld van een sociaalmaatschappelijke herbestemming in een monumentale omgeving. Waarbij de boerderij naast de karakteristieke uitstraling natuurlijk ook moet voldoen aan de huidige eisen op het gebied van duurzaamheid. Hierbij zijn funderingen vernieuwd, kapconstructies en daken hersteld, en een warmtepomp geïnstalleerd.
Zoals bij alle projecten is de restauratie als leerling-bouwplaats uitgevoerd. Op deze manier geven we het restauratieambacht door aan de volgende generatie.
Moderne woningen met stalgevoel
Voor de nieuwe bewoners verwelkomd konden worden, stond ons een langdurige en complexe restauratie te wachten. Onder grote tijdsdruk, want zowel het woonhuis als de stallen stonden op instorten.
Er zijn vijf woningen gerealiseerd in de voormalige stal, drie op de begane grond en twee in de kap. Geen appartement in het complex is gelijk. Wel is overal zoveel mogelijk geprobeerd de oorspronkelijke elementen en historische materialen te hergebruiken om het karakter van de boerderij te behouden. Zo zijn in het voormalige woonhuis oude deuren hersteld en teruggeplaatst. Onderdelen die niet hersteld konden worden, zoals schuiframen en kasten, zijn zoveel mogelijk naar oud model nagemaakt. In de voormalige stal heeft de draagconstructie de plaatsing van de woningscheidende wanden bepaald.
Sommige oude bouwmaterialen zijn teruggebracht ter decoratie en herinnering aan de oorspronkelijke functie. Zo bleken de balken en staanders in de voormalige stal te slecht om functioneel te zijn. Toch zijn ze teruggeplaatst op dezelfde plekken om zo het stalgevoel te behouden. Ook werd besloten om de straatzijde zoveel mogelijk ongemoeid te laten; de badkamers met halfronde stalramen werden dan ook daar gerealiseerd. Maar ten behoeve van de leefbaarheid zijn de stalraampjes aan de weilandzijde naar beneden uitgezaagd, om daar grotere ramen voor meer daglicht te kunnen plaatsen.
Zo is de boerderij zoveel mogelijk teruggebracht in de authentieke staat, met oorspronkelijke details, veel karakter en toch met een eigentijdse, duurzame draai.
Vrienden bedankt
Originele kenmerken als de gedecoreerde dakkapel en de geschulpte windveren wilden we graag in ere herstellen. Dankzij de Vrienden was dit mogelijk! Ook droegen zij bij aan het restaureren in het hooihuis.
Word ook Vriend en maak dit soort verfraaiingen mogelijk.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Gemeente Amsterdam, circulair bouwen is van alle tijden
Zaanwiki
Aan dit project hebben meegewerkt:
Bureau Helsdingen
Hooyschuur architecten & adviseurs
De Beaufort Bouwadvies
Ingenieursburo Linssen bv (installatieadviseur)
Akerbouw (bouwkundig aannemer)
De Betonhoeve
Arda Adviesbureau
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Het Cultuurfonds
Gemeente Zaanstad
Noord-Hollands Fonds voor Monumenten van de provincie Noord-Holland
Heeren van Zorg
Stichting Fronik Buurtboerderij
Vrienden van Stadsherstel