Smederij
Overtoom 373, AmsterdamEr bivakkeerden enkele jaren krakers in het stalgebouw en de smederij van de oudste paardentramremise van Nederland. Het terrein van de oude wagenloods was daardoor een woest natuurgebied geworden. Een projectontwikkelaar had sloopplannen voor deze aantrekkelijke plek aan het Vondelpark. Dankzij protest van onder andere de buurt is dit unieke industriële monument behouden en door Stadsherstel herbestemd.
Lees meer over het kantoor van Amsterdamse Omnibus Maatschappij.
Lees meer over de Ziekenboeg van de Paardentramremise.
Lees meer over de stallen en architect van Gendt.
Behorende bij de paardentramremise
De smederij is gelegen aan het achterste gedeelte van het nog bestaand complex van de paardentramremise, een schepping van architect Van Gendt. Het is met zijn voorzijde naar het Vondelpark gericht en heeft een schuifdeur en rechts twee beglaasde deuren.
De linkerzijgevel, die in het verlengde van de remise is gelegen, heeft dubbele deuren met bovenlicht onder een strek. Aan weerszijden van de deuren bevindt zich een raam, erboven vier sierankers. De dakkapel heeft dubbele paneelluiken.
De rechterzijgevel van de smederij bevat twee rondboograampjes. De smederij heeft in het dakschild aan de zijde van het Vondelpark een houten dakkapel. De smederij behoort bij de oudste nog bestaande paardentramremise van Nederland. Van de glorie van destijds was voor restauratie weinig meer over.
Gekraakt, sterk verloederde gebouwen en verwilderd terrein
Rond 1900 stonden rondom de paardentramremise met smederij verschillende karakteristieke historische gebouwen zoals de Alexander van der Leeuwenkliniek, Huize De Eendracht, het Diaconessen- ziekenhuis en arbeiderswoningen. Daar was niet veel meer van over toen de Paardentramremise op instorten stond.
Ook van de achtertuinen aan het Vondelpark met een wijds panorama van veel groen met grote oude bomen was niet veel meer over. Er waren woningen en moderne zorginstellingen voor teruggekomen. Zo werd een hoog centrum voor verstandelijk gehandicapten neergezet tot aan het Vondelpark toe.
De paardentramremise inclusief kantoor, smederij en ziekenboeg was in 1876 gezet naar ontwerp van Van Gendt. Maar hier zou rond 1994 de sloophamer inkomen om te wijken voor een grote supermarkt van de Albert Heijn met koopwoningen erboven. Het stadsdeel Oud West en projectontwikkelaar Cocon hadden grote plannen voor wat al “het gouden randje van Oud – West” genoemd werd. Het complex zag er ook niet meer uit. De wagenloods was in 1984 afgebrand en de schepping van Van Gendt was zeer verwaarloosd. Dat was het moment dat de buurt in actie kwam.
Van tien jaar nul op het rekest tot klinkend resultaat
Het hele circus van ontmoediging en strijd van de bewoners begon in 1994 op een informatieavond van het stadsdeel, waar een reeks plannen ter inzage lag. Elke keus echter zou een slechte zijn, het kwam allemaal neer op een complex van woningen op een AH-filiaal en sloop van de Remise. De buurt was geschokt. Vanaf dat moment hebben ze iedere gelegenheid benut om het complex te redden.
In het begin hadden ze veel hulp van Wijkopbouworgaan Oud- West met een netwerk van deskundigen en het Cuypersgenootschap. Het leverde ze politieke en juridische kennis op, en de wetenschap dat wel degelijk een industrieel monument bedreigd werd. “Het gaat maar om een verwaarloosde loods”, had men van de kant van het stadsdeel laten weten. Helaas vormde nieuwbouw in de stad, en nog eens nieuwbouw, de slogan toentertijd, met woningbouw voorop.
Door alle acties begonnen steeds meer partijen achter de buurtbewoners te staan. Ook de Albert Heijn haakte af. De projectontwikkelaar maakte een nieuw haalbaarheidsonderzoek waarbij stalgebouw en smederij zouden blijven maar het voorgebouw aan de Overtoom moest wijken voor woningbouw. Op die wijze viel uit de kosten te komen. Dit ging echter niet door omdat de buurt het net voor elkaar had dat het gehele complex monument was geworden.
Maar helaas was de paardentramremise daar niet mee gered. De financiële onhaalbaarheid van behoud van het totale complex bleef dreigen. Stadsherstel werd gevraagd een alternatieve begroting te maken om het tekort op te lossen. Behoud bleek mogelijk onder een paar voorwaarden en bij verkrijgen van subsidies. In die tijd had Stadsherstel haar actieradius verbreed tot buiten de grachtengordel dus dit complex zou ze prima kunnen behouden. De deelraad toonde zich toen ook bereid om een miljoen gulden te reserveren voor de restauratie.
En zo kon de oudste nog bestaande paardentramremise van ons land behouden blijven. Het industrieel monument heeft dankzij de restauratie en herbestemming een tweede leven gekregen. In de smederij en in de stallen is kantoorruimte gerealiseerd.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Architectenbureau: Kenti & Partners