Het Raadhuis van Ransdorp
Dorpsweg 59, AmsterdamIn het schilderachtige lintdorp Ransdorp, nu onderdeel van Amsterdam, staat dit fraaie voormalige raadhuis. Het kreeg een extra statig voorkomen omdat het dienstdeed als vergaderruimte voor de Unie van Waterland. Een gevelsteen herinnert aan deze periode. Wij konden het overnemen dankzij een grote aankoopbijdrage van onze Vrienden.
In streng Hollands-classicistische stijl
Ransdorp is een kleine gemeenschap in de gemeente Amsterdam. Naast de kerk, waar wij sinds 2003 eigenaar van zijn, met de stompe toren (die overigens niet in ons bezit is) is ook het fraaie tegenovergelegen raadhuis een van de monumentale blikvangers.
Zoals de jaartalstenen aangeven werd het raadhuis gebouwd in 1652 in een streng Hollands-classicistische stijl. De bouwmeester was architect Pieter Pieterszoon van Saerdam, die onder leiding van Jacob van Campen aan het Amsterdamse stadhuis werkte. Het raadhuis is gebouwd als een dwarspand met souterrain en een door Dorische pilasters gelede bel-etage. De dubbele trap en het hoge bordes die het gebouw zo’n imposante uitstraling geven zijn vermoedelijk bij een verbouwing in 1739 aangebracht.
Wat opvalt is dat het raadhuis – zeker voor zo’n klein dorp als Ransdorp – groter is en voornamer oogt dan veel 17e-eeuwse raadhuizen van grotere Noord-Hollandse dorpen en stadjes. De reden hiervan is dat Ransdorp de hoofdplaats was van de Unie van Waterland. Het raadhuis diende dan ook als statige vergaderruimte voor de gedeputeerden van deze Unie.
Zilveren zwaan met gouden pijlen
De Unie in het voormalig baljuwschap Waterland werd opgericht in 1619 en was een verbond van de zes belangrijkste schoutambachten, die zich verenigden ter bescherming van hun rechten en vrijheden. Deze zes ‘bannen’ waren behalve Ransdorp, Broek in Waterland, Schellingwoude, Zunderdorp, Landsmeer en Zuiderwoude. Het samenwerkingsverband bleef bestaan tot 1811.
De gevelsteen boven de entree van het rijksmonumentale stadhuis doet nog denken aan deze periode. Hier prijkt op een veld van keel (rood) het oude wapen van Waterland: een zilveren koningszwaan met een gouden kroon om de hals op een grond van synope (groen). Deze houdt in zijn vooruitgestoken poot zes gouden pijlen vast: symbool van de zes aangesloten dorpen. Onder het embleem het devies dat de dorpen verenigde:
“Eendracht doet cleyne saecken bloeyen In macht en oock in welstant groeyen”
(Eendracht doet kleine zaken bloeien in macht en ook in welstand groeien).
Een boerinnetje van Ransdorp, ‘welgemaakt van wezen en poezel van lichaam’
Naast onderdak voor de Waterlandse Unie, bood het raadhuis een burgemeesterskamer en vertrekken voor de vroedschap, voor de schepenen en de weesmeesters. Op de begane grond bevonden zich in de 18de eeuw een school en schoolmeesterswoning.
Tot in de 18de eeuw deed het gebouw ook dienst als gerechtsgebouw. Hier sprak de vierschaar haar vonnissen uit. In de naastgelegen toren die dateert uit 1502 werden gevangenen opgesloten. Bij een doodvonnis, werd op het plein tussen de toren en het raadhuis een galg opgesteld.
In deze toren was ook het archief van de Unie, in een op ruim vier meter hoog uitgehouwen gat, afgesloten met een koperen, een ijzeren èn een houten deur. De drie sleutels werden bewaard in de stadhuizen van respectievelijk Ransdorp, Zuiderwoude en Landsmeer zodat onbevoegden geen schijn van kans hadden. De archiefruimte in de toren is nog steeds te zien.
Deze karakteristieke toren werd overigens vastgelegd door Rembrandt, die vele bezoeken bracht aan Ransdorp vanwege ‘een boerinnetje van Ransdorp, klein van stuk maar welgemaakt van wezen en poezel (mollig) van lichaam’. Het betreft Geertje Dircx, aangesteld als ‘droge min’ (kindermeisje) voor zoon Titus. Als Saskia, de moeder van Titus, in 1642 overlijdt leven Rembrandt en Geertje als man en vrouw in het huis van de schilder, het tegenwoordige Rembrandthuis. De relatie loopt niet goed af en Geertje keert uiteindelijk terug naar Ransdorp.
Het is een genot en een eer om in het Raadhuis te mogen werken, waar we de historische sfeer hebben aangevuld met een soort Alice-in-Wonderland huiselijk tintje. In de winter geeft de kroonluchter extra elan en steek ik de kaarsen aan – ook om het enigszins warm te houden. Met de ramen en voordeur open in de zomer wipt er van alles binnen en leg ik bijzondere contacten met dorpsgenoten en recreanten, die vaak verrukt zijn van mijn werkplek. Dit enthousiasme en de grote betrokkenheid – van bezoekers en vrijwilligers – bleek ook weer tijdens Open Monumenten Dag. Iedereen mag van mij komen kijken, het is tenslotte altijd een openbaar gebouw geweest.
Met de melkschuit naar de Schreierstoren
Ransdorp is ontstaan als veenontginning en wordt voor het eerst genoemd in 1324. Waterland is door zijn lage ligging niet erg geschikt voor landbouw en richt zich vooral op visserij en vrachtvervoer. Aan de weg van Ransdorp naar Schellingwoude, waar nu vrijwel geen huizen staan, woonden aan het einde van de middeleeuwen ruim dertig schippers. In de 16e eeuw richtten de schippers zich op handel met de Oostzeelanden en de Levant.
Na de drooglegging van de Waterlandse meren tussen 1625 en 1650 verdween de zeevaart en legde men zich steeds meer toe op de melkveehouderij. Met Amsterdam als onverzadigbare afzetmarkt.
Met de typisch Waterlandse melkschuit, een lang houten vaartuig dat zowel in sloten als op open water kon worden geroeid en gezeild, ontstond een levendig heen-en-weer verkeer tussen de Weersloot achter het raadhuis en de Schreierstoren. Vandaar gingen de verse melk en andere zuivelproducten naar de melkmarkt, die zich aan de Prins Hendrikkade ter hoogte van het Singel en de Martelaarsgracht bevond. Daar werd de melk in blauw geschilderde houten vaten uitgevent door melkslijters met blauwe kielen.
De Waterlandse melkschuiten zijn tot ongeveer 1905 in gebruik gebleven, de melkmarkt hield in 1916 op te bestaan.
Amsterdam werd bedreigd door het omringende water
Datzelfde jaar staat bekend om de Zuiderzeevloed van 1916. In de nacht van 13 op 14 januari raast een zeer zware noordwesterstorm over Nederland. Opgezweept door de wind beukt de Zuiderzee onophoudelijk tegen de dijken, die verzwakt zijn door de regen die al dagen aaneengesloten valt. Delen van Noord-Holland, Utrecht, Gelderland en Overijssel overstromen, de kustgebieden langs de toenmalige Zuiderzee worden het hardst getroffen. In Noord-Holland komt een gebied van 14.000 hectare onder zout water te staan.
In Waterland en de Anna Paulownapolder bezwijken de dijken op zeker 15 plaatsen en dit zet praktisch de hele regio blank. Hierdoor wordt zelfs Amsterdam bedreigd. In Ransdorp zoeken de inwoners hun toevlucht in het raadhuis, terwijl het vee in de toren schuilt.
Tientallen mensen verdrinken en een derde van de provincie Noord-Holland staat maandenlang onder water. Deze hoge tol leidt er wel toe dat ingenieur en waterbouwkundige Cornelis Lely zijn plan voor de Afsluitdijk en inpoldering van de Zuiderzee kan uitvoeren.
Tijdens deze overstroming, ook wel de ‘vergeten watersnoodramp’ genoemd, lopen de dorpen in Waterland veel schade op. Ook het raadhuis van Ransdorp, dat al lange tijd in slechte staat verkeert met verzakte muren, heeft ernstig van het water te lijden.
Topscorer op gebied van leefbaarheid
De gemeente Ransdorp was in 1818 uitgebreid met Durgerdam en Holysloot en in 1857 nog eens met Schellingwoude. Een uitgestrekte gemeente van vier uiteenlopende dorpen bleek lastig te besturen èn te financieren. Zo was de gemeente verantwoordelijk voor een openbare school in elk van de dorpen, het verharden en onderhouden van de lange wegen op de gouwen en voor de aanleg van gas, water en elektra, wat door de grote oppervlakte een dure aangelegenheid was. En dat in een tijd van grote werkloosheid tijdens de Eerste Wereldoorlog.
De kosten van de watersnood waren, ondanks noodhulp, niet op te brengen door de kleine gemeenten en vormden het laatste zetje om zich in 1921 vrijwillig te laten annexeren door Amsterdam. Hierbij gaf Ransdorp elke mate van zelfbestuur op. Op oudejaarsavond 1920 werd de laatste raadsvergadering gehouden in het raadhuis.
Na de annexatie is het gebouw in 1923-’24 gerestaureerd door de bekende architect Nicolaas Scholte, die cum laude afstudeerde bij P.J.H. Cuijpers. Het gebouw bleef dienstdoen als hulpsecretarie.
Het gemeentebestuur van Amsterdam koos voor een behoudende instelling bij de geannexeerde dorpen: in tegenstelling tot Oostzaan en Landsmeer die wel uitbreidden, werd in Ransdorp niet gebouwd. Niet voor niets is Ransdorp met zijn landelijke woonomgeving qua buurttevredenheid een topscorer van Stadsdeel Noord (Leefbaarheidsonderzoek 2019).
Toen de gemeente Amsterdam besloot om een deel van haar vastgoed af te stoten zochten zij een professionele organisatie voor monumentenbeheer (POM-organisatie) om in één keer een aantal voor Amsterdam belangrijke monumenten over te nemen. Wij hebben alles op alles gezet om dit voor elkaar te krijgen. Dat bleek nog niet eenvoudig, er zat een behoorlijk tekort op het geheel.
Onze Vrienden schoten te hulp en toen ook het Prins Bernhard Cultuurfonds met een aankoopbijdrage aangaf er belang aan te hechten dat de panden in goede handen kwamen, konden wij tot koop overgaan.
En zo kwamen op de valreep van 2018 zes topmonumenten onder onze hoede: de Hollandsche Manege, de drie molens De Bloem, De 1200 Roe en De Gooyer, De Christ Church en het raadhuis van Ransdorp.
Ransdorp kreeg in 1976 de status van beschermd dorpsgezicht. Behalve het raadhuis telt Ransdorp nog zo’n 35 rijksmonumenten. De aankoop en het behoud van de twee gezichtsbepalende gebouwen, de kerk en het raadhuis, biedt ons de mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan dit beschermde dorpsgezicht.
In het raadhuis is al lange tijd een woning gerealiseerd. Op de hoofdverdieping is architectenbureau Abbink X Co gevestigd. Het raadhuis is incidenteel te bezoeken, bijvoorbeeld tijdens de afgelopen Open Monumentendag 2021.
Vrienden bedankt
De financiering van maar liefst zes gezichtsbepalende monumenten kregen wij rond dankzij onze Vrienden. Zij hadden in de loop der jaren een potje opgebouwd voor dit soort plotselinge en bijzondere aankopen met een financieel tekort. Dat geld komt onder meer uit contributiebijdragen van haar leden. Mede dankzij een legaat van een van de Vrienden, mevrouw Borst, kon de vereniging een aanzienlijke aankoopbijdrage aan ons toezeggen.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Delpher
Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
Gemeente Amsterdam, leefbaarheidsonderzoek 2019
Hart.Amsterdam, website
Historisch Centrum Amsterdam-Noord
Nemo Kennislink, de Watersnoodramp van 1916
Oneindig Noord-Holland
Ons Amsterdam
Open Monumentendag
Ransdorpertoren, website
Stadsarchief Amsterdam
Deze aankoop werd mede mogelijk gemaakt door:
Aankoopbijdrage door het Cultuurfonds
Vriendenvereniging van Stadsherstel