Oudezijds Armsteeg 22
Oudezijds Armsteeg 22, AmsterdamIn 1955 had K. Smaling op het oude nummer 8 en 10 zijn karren- en bakfietsenverhuur. Geen verkeerde plek, zo dichtbij een smederij (Oudezijds Voorburgwal 30) die ze ook kon repareren. Smaling plaatse zijn reclame op de schutting. Jaren later werd een schutting in de steeg door een straatartiest voorzien van een nieuwe schildering.
Verhuur van verschillende soorten karren
Rond 1955 had K. Smaling hier zijn karren- en bakfietsenverhuur. Op de schutting stond de volgende reclame: “Bakfietsen Verhuurderij, TE HUUR Alle Soorten Karren Stortkarren Dekzeilen Touw en Blok. Telefoon 10 ct per gesprek 45310 K Smaling”. De geschiedenis van de kar in Amsterdam is nauw verweven met de ontwikkeling van de stad zelf, vooral wat betreft handel, transport en stedelijke infrastructuur. Toen in de 17e eeuw Amsterdam een enorme economische groei doormaakte vanwege de internationale handel, werden karren veelvuldig gebruikt om goederen van schepen naar de pakhuizen en markten te vervoeren. De grachten speelden een belangrijke rol in de distributie van goederen, waarbij karren dienden als het laatste transportmiddel naar de eindbestemming. De smalle straten en grachten van Amsterdam waren perfect voor het gebruik van karren. Ook werden de karren gebruikt door lokale handelaren. Op markten en op straat konden ze makkelijk hun waar vervoeren en vanaf de kar verkopen.
In de vroege 20e eeuw begonnen gemotoriseerde voertuigen de traditionele handkarren te vervangen, vooral voor langere afstanden en zwaardere ladingen. Toch bleven handkarren belangrijk voor korte afstanden en in gebieden waar gemotoriseerd vervoer moeilijk was.
In 1962 kwam er een verbod op de hondenkar
Toen K. Smaling op deze plek zijn karren verhuurde, waren er ook nog zogenaamde hondenkarren. In de 19e eeuw waren ze heel gewoon. Veel mensen die zich geen paard konden veroorloven, hadden nog wel geld voor een hond. Zij hadden minder voeding en verzorging nodig dan een paard. Met een speciaal leren tuigje werd de hond voor de kar gespannen. Behalve veel postbodes maakten allerlei middenstanders, kleine handelaren, verhuizers en ambachtslieden gebruik van hondenkarren. In het leger trokken honden de mitrailleurwagens en honden liepen ook voor ploegen en zelfs voor trekschuiten.
In 1910 legde de Trekhondenwet het gebruik van hondenkarren aan banden. De wet stelde eisen aan de eigenaar, de hond en de kar. Zo moesten bezitters van trekhonden zich voortaan laten registreren en waren zij verplicht hun kar te voorzien van onder andere een drinkbak voor de hond. Een trekhond moest bovendien ouder dan een jaar en minimaal zestig centimeter hoog zijn.
Tegenstanders van de hondenkar lieten steeds vaker van zich horen. In 1912 werd de Anti-Trekhonden Bond opgericht. Vijftig jaar later, toen de Wet op de Dierenbescherming in werking trad, volgde er een verbod op de hondenkar. Toen het gebruik van honden als trekdieren werd verboden, werden sommige hondenkarren omgebouwd tot bokkenkarren.
Later een symbool van armoede
De geschiedenis van de bakfiets gaat terug tot de 19e eeuw, toen het in Europa een veelgebruikt vervoersmiddel was voor het vervoeren van goederen. De eerste bakfietsen waren vrij primitief en hadden vaak alleen een houten bak en twee wielen. Deze bakfietsen werden voornamelijk gebruikt door kruideniers, bakkers en melkboeren om hun producten te vervoeren.
Met de groei van stedelijke gebieden en de noodzaak voor efficiënte transportoplossingen, nam de populariteit van de bakfiets toe. In de jaren ’30 van de vorige eeuw werden bakfietsen populairder en begonnen ze meer te lijken op de bakfietsen die we nu kennen. De bakfietsen kregen een metalen frame en konden meer gewicht dragen. Ze werden ook gebruikt door postbedrijven en andere bedrijven die grote hoeveelheden goederen moesten vervoeren.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden bakfietsen steeds belangrijker, omdat benzine schaars was en auto’s steeds moeilijker te krijgen waren. Na de oorlog konden steeds meer mensen zich een auto veroorloven. De bakfiets werd toen gedegradeerd tot symbool van armoede. Alleen hippies, studenten en krakers trapten in de jaren zeventig en tachtig nog stug door met huisraad, boodschappen en soms zelfs hele gezinnen
De schutting waarachter Smaling zijn karren en bakfietsen verhuurde was niet de enige schutting in de steeg. Er waren toen meerdere schuttingen waar later onze KLM-huisjes gerealiseerd zouden worden. Toen de gemeente alle bebouwing (lees: niet-monumentale onderstukken) weghaalde, stond een deel van de evenzijde vol met schuttingen wachtend op nieuwbouw. Straatkunstenaar Donovan Spaanstra zag zijn kans schoon en realiseerde een kunstwerk op een van de schuttingen.
Donovan Spaanstra is in 1971 geboren in Leeuwarden. Hij groeide op in meerdere internaten en pleeggezinnen. Hij startte met graffiti in 1985 en volgde achtereenvolgens de kunstacademie Constantijn Huygens in Kampen en de kunstacademie in Groningen. Momenteel leeft en werkt hij in Amsterdam IJburg. Een drietal van zijn werken maakte deel uit van de permanente collectie van het Amsterdams Museum.
Naast graffiti is hij bekend van zijn street art, zoals de metershoge afbeelding van Thomas a Kempis en een moderne variant van ‘de briefschrijfster’ in Zwolle. Spaanstra tekende en schilderde duizenden tekeningen en portretten en signeert niet alleen met zijn eigen naam, maar tevens onder de naam Faith71.
We bouwden op het lege terrein zes zogenaamde KLM-huisjes. In dit pand is nu ook weer een fietsverhuurder, verkoper en fietsreparatieservice gevestig
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Architect: Kees Doornenbal/ Rappange & partners
Aannemer: J.C. Nieuwenhuizen
Constructeur: Pieters Bouwtechniek Utrecht BV gaf de constructieve adviezen.
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
De Vrienden van Stadsherstel
De gemeente Amsterdam
Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling