Gebouwd en 100 jaar eigendom van de
Van Brederodes

A

A

Amstel 282, Amsterdam

Het huis is gebouwd en meer dan 100 jaar het eigendom geweest van de hoog adellijke familie Van Brederode. De gevel die het toen had, is er niet meer, maar gelukkig tekende Christiaan Andriessen vanuit zijn huis aan de overkant een tafereel op straat, waarbij ook ons huis te zien is. Zo weten we toch nog een beetje hoe het eruit gezien heeft.

1671
Bouwjaar
1877
Nieuwe voorgevel
1969
Stadsherstel eigenaar
2013
Restauratie
Nu
Woningen
De bouwheer
Willem Dirksz van Brederode

100 jaar van dit adellijke geslacht

Rond 1670 werden de laatste erven van de tweede uitleg van de grachtengordel uitgegeven. De eerste uitleg, vanaf 1612, liep van het IJ tot aan de Leidsegracht. Vanaf 1662 werden de grachten doorgetrokken richting de Amstel. In 1669 verkochten Burgemeesteren en Thesaurieën van Amsterdam het erf aan Willem Dirksz van Brederode. Willem Dirksz trouwde met Maertje Cornelisdr.

Zijn zoon, Jan Willemszn van Brederode (1620 -1671) erft het huis. Hij trouwt in Amsterdam in 1642 met Jannetje Hermans Swart en laat het na aan zijn dochter, de in Amsterdam geboren Sara van Brederode. Zij was getrouwd met Jacobus de Bondt en daarna met Joost Groeneveld. Achter-achterneef Harmanus van Brederode (1735-1782) erft van haar. In 1805 verkopen de erfgenamen van Harmanus van Brederode het huis.

Een 16e eeuws familielid van Willem Dirksz, Hendrik II van Brederode, bijgenaamd De Grote Geus, en de 12e heer van Brederode, was eigenaar van onze Kaatsbaan in Haarlem. Hij liet deze in 1560 bij het naastgelegen kasteel in Haarlem bouwen.

Familie
Ruïne van Brederode

Een hoog adellijke familie uit Holland

Het Huis Brederode was een (hoog)adellijke familie uit Holland, die afstamde van de heren Van Teylingen, die weer zouden afstammen van de graven van Holland, hoewel daarover twijfel is. Ze hebben in de Late Middeleeuwen en kort daarna een grote rol in de Nederlandse geschiedenis gespeeld.

Dirk van Teylingen (1180-1236 ), ook wel genoemd Dirk I van Brederode of Dirk Drossaet), wordt door historici gezien als de grondlegger van het Huis Brederode, en daarmee de 1e heer van Brederode. Hij werd in 1226 benoemd als drossaard aan het hof van de graaf van Holland. Hij had bij afwezigheid van de graaf bij volmacht het grafelijk gezag over diens landgoederen.

Een van de daar aanwezige kastelen, Brederode, – nu de Ruïne van Brederode – werd eind 13e eeuw gebouwd door Dirks zoon Willem I (1236-1285), de 2e heer van Brederode. Sinds 1254 was hij gehuwd met Hillegonda van Voorne. Het kasteel ligt vlak bij het Huis te Aelbertsberg, jachtslot van hun leenheer graaf Floris V. Willem was, evenals veel van zijn mannelijke nakomelingen, baljuw (een hoge ambtenaar op bestuurlijk en rechterlijk gebied) van Kennemerland.

Zijn kleindochter Catharina trouwde met Jan I van Polanen en werd een van de stammoeders van het Nederlandse koningshuis. Een van de titels van koning Willem-Alexander is ‘heer van Polanen’. De Ruïne van het kasteel bestaat nog en is te bezichtigen.

De gevel
Levie Rabbi

Metselaar, aannemer en makelaar

In 1805 woonde de tekenaar Christiaan Andriessen aan de overzijde, Amstel 95 (ook een monument van Stadsherstel). Hij tekende zijn dagboeken, en op 10 augustus 1807 maakt hij tijdens zijn ontbijt een tekening van een tafereel op straat met kerkgangers. Op de achtergrond is de voormalige gevel van Amstel 282 te zien. Het twee-raams-brede pand was toen nog een tweelinghuis met het buurpand. Op de tekening zijn verder een dienstmeisje en twee ezelinnen te zien.

In 1877 kreeg dit 17e -eeuwse pand een nieuwe voorgevel, daarom was de top van de originele gevel al aangepast naar een lijstgevel. De architect in 1877 was L. Rabbie. Vermoedelijk was dit Levie Rabbie (Amsterdam 1844-1925), een metselaar die later aannemer en makelaar werd. Destijds was het niet ongebruikelijk dat een aannemer zelf het ontwerp leverde. Het pand kreeg een lijstgevel in neostijl. Het kreeg een dakkapel, getoogde ramen met ontlastingsboog en een sluitsteen. Maar ook een ingangspartij met twee deuren waarvan de linkerdeur, met een steile steektrap daarachter, toegang gaf tot de bovenwoningen.

De eerste bewoners waren de koopman Jaco Frederik Köhler (Amsterdam 1847-1881), zijn vrouw Maria Madeleine Verdonck (Amsterdam 1848- Hilversum 1924) en hun kinderen. Ze verhuisden al in 1879.

Bewoners
Tabletten Laureol Minnich

Verschillende waren worden hier aangeboden

In 1783 wordt Amstel 282 genoemd in het precarioregister. Er moest toen namelijk ƒ.1,40 betaald worden voor een regenbak in de stoep. Dit werd gedaan door de toenmalige eigenaars Pieter Roemer en de weduwnaar Claas Doorewaard.

Vanaf einde 19e eeuw tot aan de restauratie zien we veel reclameadvertenties in de kranten van zaakjes die in het huis gevestigd zijn. In maart 1887 opent Cuisinier-Patissier Jacques Lub hier zijn zaak, met de specialiteiten vanille botersprits, vanillesuiker, chocolade, dessertwerken enzovoort. Een jaar later verhuist Het Dames- en Heeren Kleermakersatelier uit de Utrechtsedwarsstraat 61 naar hier.

In 1909 staat er een advertentie in het Nieuw Israelitisch Weekblad, dat op Amstel 282 gevestigd is hoofdagent M.H. Rubens, die tabletten ‘Laureol Minnich’ (drop?) verkoopt. In het benedenhuis woont dan zuster M. Samson, gediplomeerd zieken- en kraamvrouwenverpleegster. In 1915 adverteert Mevrouw ter Laan over de middelen van dokter Stephanie, die vertragingen in het gestel kunnen genezen. In 1927 zit de firma A. Polak, behangers en stoffeerders in het pand. En in de oorlog, 1943, staat er in de Duitstalige krant Deutsche Zeitung dat op dit adres nieuwe en gebruikte kleding wordt aangeboden.

Rol van Stadsherstel
Dendrochronologisch onderzoek

In 1969 is het pand op aandringen van Monumentenzorg door ons aangekocht om het weer naar de laat- 18e eeuwse situatie terug te brengen. Dit is echter nooit gebeurd, omdat intussen de restauratietheorie zodanig is gewijzigd dat de gevel van 1877 als leidinggevend wordt gezien en deze nu zelfs als gemeentelijk monument is gekwalificeerd.

Tijdens de restauratie, waarbij ook het geornamenteerde stucplafond op de 1e verdieping werd gerestaureerd, werd er dendrochronologisch onderzoek (jaarringen-onderzoek om tot de datering van de bouw van een huis te komen) uitgevoerd.

Een citaat uit de conclusies van dat onderzoek:
“De vijf monsters (genomen op de 3e verdieping) betreffen allemaal grenenhout. Vier hiervan hebben we gedateerd en ze hebben een uitkomst opgeleverd tussen 1611 en 1633. Deze datering is echter rond of na de gevonden jaartallen, aangezien geen van de monsters spint had en maar één een spintgrens. Anders dan bij eikenhout biedt de spintgrens bij naaldhout niet de mogelijkheid om de kapdatum van de boom bij benadering te berekenen, aangezien de verhouding spintringen ten opzichte van het aantal kernhoutringen geen vaste verhouding heeft. Uit de gebruikte curve voor datering blijkt, dat het hout gekapt is in Zuid-Zweden”.

Meer informatie

Bronnen:
huisbrederode.nl
amsterdamopdekaart.nl
ruinevanbrederode.nl
www.pinasroots.nl/cms/bronnen/plantages/248-over-para-historisch-overzicht-in-krant-1951
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Bouwadviesburo van Zweeden
Restauratieaannemer: Van den Engel

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.