Nieuwe Herengracht 55 / Jonas Daniel Meijerplein 52
Nieuwe Herengracht 55, AmsterdamTussen de Portugese en de Hoogduitse synagogen ligt het Jonas Daniël Meijerplein, met in het midden het robuuste beeld De Dokwerker, ter herinnering aan de Februaristaking. Dit plein vormde eeuwenlang het hart van Joods Amsterdam. Ook in ons pand zaten Joodse bedrijfjes en boven werd gewoond. Zij zullen ongetwijfeld getuige zijn geweest van de razzia’s op het plein die mede aanleiding waren voor de staking.
Hij was een belangrijk adviseur van Koning Lodewijk Napoleon en Willem I
Tot 1861 liep er water tussen de Muidergracht en de Houtgracht (thans Waterlooplein). In 1873 werd het plein vernoemd naar Jonas Daniël Meijer (1780-1834). Hij was een begaafd jurist en promoveerde al op 16-jarige leeftijd tot doctor in de rechten. Hij werd ook kort daarna de eerste Joodse advocaat van Nederland dankzij de gelijkstelling van 1796. Deze rechtsgeleerde werd beroemd en speelde een grote rol bij de gelijkberechtiging van de Joden in de samenleving in de Franse en Nederlandse tijd. Hij kon dat doen als belangrijk adviseur van koning Lodewijk Napoleon. En onder koning Willem I was hij als enige Jood lid van de Vergadering van Notabelen en was hij secretaris van de Commissie voor de Herziening van de Grondwet.
De reden dat het plein tussen de Portugese en de Hoogduitse synagoge naar Meijer vernoemd werd, is dat hij als vredestichter tussen beide gemeenten optrad en in 1810 hiertoe een concordaat ontwierp. In 1942 kreeg het plein even voor een deel zijn oude naam terug: de bezetter gaf opdracht alle straatnamen die refereerden aan Joodse mensen een andere naam te geven. Het werd Houtmarkt, naar de naam die het voor 1873 had; de Deventer Houtmarkt.
Voor de oorlog was het een kleinschalige winkelbuurt met Joodse winkels en instellingen
Het plein kan gezien worden als het centrum van de oude Joodse buurt. De huidige Weesperstraat die vanaf dit plein naar het oosten de stad uit loopt, herinnert niet meer aan de vroegere kleinschalige winkelstraat, waar veel Joodse winkels en instellingen waren gevestigd. Naast het religieuze centrum dat het plein door de (vijf) synagogen vormde, was het plein en de directe omgeving ervan voor het hele Joodse leven van belang. Zo stond er de vleeshal waar koosjer vlees werd gekocht, er was een leerhuis ter bestudering van de Thora gevestigd, een Joods meisjesweeshuis, apotheek Castro etc. Na de oorlog is door de zwaar vervallen Weesperstraat een brede ‘verkeersdoorbraak’ gekomen. Hiervoor werden oude huizen in de straat en diverse huizen aan de naastgelegen grachtjes, die ook in de weg stonden, gesloopt. Het Joodse verleden blijkt nog uit enkele monumenten die de kaalslag hebben overleefd en uit de namen van bruggen over de Nieuwe Herengracht. Die zijn vernoemd naar vooraanstaande Joodse personen.
Stadsherstel is opgericht om sloop van dit soort panden tegen te gaan en zorgde voor herstel van deze verwaarloosde panden. Zelfs aan het begin van deze eeuw hebben wij nog Joods erfgoed in het centrum van Amsterdam, de Foeliedwarsstraat, kunnen redden van sloop, waardoor de geschiedenis van de bewoners doorverteld kan worden. Dat is ook te danken aan onze Vrienden.
De gronden aan de Nieuwe Herengracht 45-55 werden in 1991 door Stadsherstel Amsterdam in erfpacht verworven. Er waren toen slechts opstallen aanwezig op de percelen 45 en 55, maar deze waren in zeer slechte staat. Nummer 55 was ook helemaal ingepakt om te voorkomen dat het in zou storten. De tussenliggende zogenoemde ‘Waterleidingpanden’ werden al in 1973 voor de aanleg van de metro afgebroken, onder voorwaarde van herbouw. In 1993 werd de restauratie voltooid, Burgemeester Ed van Thijn verrichtte op 7 juli van dat jaar de officiële heropening van deze panden. De panden die lopen van no. 47 tot 53 hebben een kantoorbestemming gekregen, met daaronder, op de metrobuis, een ondergrondse parkeergarage. De wrakke buurhuizen no. 45 en 55 zijn gerestaureerd tot woningen. Op de begane grond zit nu de Tandartspraktijk Hortus.
De dameshoedenzaak van Menist
In het pand nr. 55 was het café van Willem van Wagtendonk (1875) gevestigd. Later van kelner Aaron Overste (1882-Auschwitz, 27-08-1943) Daarna werd het een sigarenwinkel en daarna de dameshoedenwinkel van Menist. In 1935 wordt er voor de zaak een apparateuse gevraagd. Dat is iemand die de laatste bewerking aan stoffen verricht waardoor de kwaliteit omhooggaat.
Roosje Menist Appelboom (1908) met beroep modiste was heel chique, ze droeg vaak een hoed. Salomon Menist, koopman van hoeden werd in Amsterdam geboren op 29 april 1907. Zijn familie deed ook al in hoeden. In een krantenbericht lezen we dat in 1913 iemand drie hoeden van J Menist uit zijn uitstalling steelt. En A en S Menist hebben van 1918 tot 1929 in de Utrechtsestraat een Heerenhoedenzaak. Roosje en Salomon worden met hun dochter in 1943 in Sobibor vermoord.
In 1949 gaat Technisch bureau Raayen failliet. In 1955 huurt Vulpendokter Mopenco, die ook een standplaats op het Waterloopplein heeft, de winkel. In 1961 zit er een meubel stoffeerderij. En in 1974 is het pand ingepakt en de winkel dichtgetimmerd. De buurpanden aan de Nieuwe Herengracht zijn dan al gesloopt t.b.v. het aanleggen van de metro. In 1981 wordt er nog wel gewoond maar een foto uit 1985 laat zien dat ook dan de verdiepingen dichtgetimmerd zijn.
Van de 389 mannen overleven er slechts twee
In november 1940 wordt er door 5.000 WA’ers (Weerbaarheids Afdeling, de knokploeg van de met de Duitsers heulende Nationaal-Socialistische Beweging de NSB) een mars door Amsterdam gehouden. Ze lopen ook heel provocerend door de Jodenbreestraat. Daarna willen ze met de WA de ‘straten veroveren’. Maar in de Jodenbuurt zitten jongens van de Joodse boksscholen die dat niet pikken.
Er volgen vechtpartijen, waarbij de WA-man Koot wordt doodgeslagen. Daarop geeft Himmler opdracht tot keiharde represaillemaatregelen: er moeten 400 Amsterdamse Joodse mannen worden opgepakt en worden afgevoerd naar concentratiekampen. “De Duitsers zetten op zaterdag 22 en zondag 23 februari 1941 de Jodenbuurt rond het Waterlooplein en de het Jonas Daniël Meijer plein af en pakken willekeurig jonge Joodse mannen op. De opgepakte mensen worden enorm vernederd: ze moeten kikkersprongen maken, hurken en honden worden op ze afgestuurd. Het gaat er keihard aan toe”. Er worden 389 Joodse mannen tussen de 20 en 40 samengedreven en via kamp Schoorl weggevoerd naar de concentratiekampen Mauthausen en Buchenwald. Slechts twee zouden dat overleven.
Heldhaftig, Vastberaden en Barmhartig
Veel mensen zijn getuige van de razzia’s en zijn diep geschokt. De Februaristaking die komen gaat is mede een reactie op deze razzia. De CPN’ers Piet Nak en Willem Kraan, die de Februaristaking mede organiseerden, riepen op tot staking. Voor de CPN en linkse kringen was het een sociaal protest. De CPN was fel tegen de fascisten, de NSB, en voor de Joodse kameraden.
De eerste stakingsdag verloopt nog gemoedelijk en gezellig zelfs, een beetje als een soort Koningsdag. De tweede dag van de staking wordt er echter keihard ingegrepen. Er wordt geschoten en er vallen doden. Die grimmigheid leidt ertoe dat als de latere deportaties beginnen, mensen uit het raam zien dat hun buren worden weggevoerd maar niet durven ingrijpen. Mensen zijn bang en kijken de andere kant op. Velen zullen dit blijven doen totdat bijna alle 80.000 Amsterdamse Joden zijn afgevoerd.
Ter herinnering aan de staking werd in 1952 door Koningin Juliana het beeld “De Dokwerker” op het Jonas Daniël Meijerplein onthuld. Het is van de beeldhouwer Mari Andriessen. Bij het beeld wordt jaarlijks op 25 februari de Februaristaking herdacht. Ook krijgt Amsterdam van Koningin Wilhelmina vanwege de staking het devies Heldhaftig, Barmhartig en Vastberaden mee voor in het stadswapen.
Bronnen:
Stadsarchief Amsterdam
Gemeente Amsterdam
Delpher
Joods Amsterdam
De bezette stad
Archief Stadsherstel
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect Gerard Prins
Restauratieaannemer H.J. Jurriens B.V.