Kloveniersburgwal 57
Kloveniersburgwal 57, AmsterdamLopend over de Kloveniersburgwal krijg je bijna zin in regen bij het zien van de gerestaureerde gevelreclame voor Sweda regenjassen. Bijna. In dit hoekpand werd menigeen voorzien van een japon, herenhoed, lingerie of een regenjas dus. De bedenker van de speciale fietsregenjas maakte nog een uitstapje als dansleraar, maar keerde op zijn schreden terug en zorgde ervoor dat de dames modieus de regen konden trotseren.
Hier was de Kloveniersdoelen gevestigd
Tot eind 16e eeuw was de Kloveniersburgwal de buitenste stadsgracht en werd als zodanig ‘der stede graft’ genoemd. Deze brede gracht is vernoemd naar de hier gelegen Kloveniersdoelen, hoewel delen een andere naam kenden: zo heette het deel voor het stadspaleis Trippenhuis ook wel Trippenburgwal en het stuk nabij het Oost-lndisch Huis in de Oude Hoogstraat werd Oost-lndische Kaai genoemd. Kloveniersburgwal 57 ligt op de hoek met de Zandstraat. Het stuk land waar nu de Zandstraat en de Zanddwarsstraat lopen, was oorspronkelijk moerassig voor het in 1593 werd opgehoogd: vermoedelijk is in deze zandophoging de oorsprong van deze straatnamen te vinden. In 1982 is de Zandstraat, die vroeger tot de Sint Antoniebreestraat doorliep, ingekort tot aan het huidige Zuiderkerkhof.
Op de hoek van de Kloveniersburgwal met de Amstel – ter hoogte van het huidige Doelen Hotel dat hier in 1882 gebouwd werd – kwam een aantal compagnieën van de plaatselijke schutterij bijeen in de Kloveniersdoelen, een herberg waar na afloop van de schietoefeningen gegeten en gedronken werd en waar grote portretten van de kloveniers hingen. Het bij de oefeningen gebruikte musketgeweer werd bus of klover (van het Franse couleuvrine) genoemd.
De Kloveniersdoelen was een van drie doelens in Amsterdam: bij de Heiligeweg en aan het Singel lagen de minder voorname Voet- en Handboogdoelen.
Ambassadeur Jean Nicot gaf nicotine zijn naam
Het pand heeft vele bedrijfjes geherbergd. Zo was hier in 1877 de sigarenfabriek ‘Jean Nicot’ en in 1898 geeft Ouds aan zijn pandjeshuis vanaf dit adres te verhuizen. In zijn advertentie vermeldt hij oud-bediende te zijn van Pimentel, die op zijn beurt niet gediend blijkt te zijn van diens actie. In een eigen krantenberichtje laat hij weten dat zijn zaak gewoon blijft voortbestaan op het bekende adres. We komen zijn naam in 1911 nog tegen. In het begin van de jaren twintig zit de firma van de Gebroeders Lomans – een familiebedrijf sinds 1709 – op nummer 57, waar koffie en tabak worden verpakt en verhandeld. Ook zijn er een vergaderzaal en administratiekantoor ingericht. L.A. Lomans is in die jaren ook donateur van het Genootschap Amstelodamum. In de Tweede Wereldoorlog zijn hier de Chemische Productenhandel Steriline, dat een reinigingsmiddel voor het boerenbedrijf produceert en Delta, fabricage en groothandel van pharmaceutische en cosmetische producten en huishoudelijke gebruiksartikelen. In 1947 gaat de firma Electrogros van H.F.A. Smit failliet.
Het adres wordt ook gebruikt als vertrekpunt voor de veerdienst naar Leiden en Schiedam: voor de deur aan de gracht staat een klein gebouwtje vanwaar men kan opstappen, eerst op de schroefboot, later de stoomboot.
Van regenjassenplakker tot dansleraar
Het pand kent een lange textielgeschiedenis. Al in 1905 is bij verkoop sprake van een confectiecentrum. In 1913 worden er damesrokken en kinderjurken gefabriceerd door D.S. de Jong, die ook een verbouwingsaanvraag doet; tenminste vanaf 1917 is er de confectiefabriek van G. Swart.
Gerardus Swart en zijn zoon Johannes, die in het bovenhuis wonen, hebben hun werkplaats op de bel-etage en in het souterrain, hoewel ze ook gebruik maken van thuisnaaisters. De ingang van het atelier zit om de hoek aan de Zandstraat. Zij zijn gespecialiseerd in japonnen en meer nog in lingerie.
Lazer May is hier in 1927 importeur van vilthoeden en tussen 1946 en 1948 is er het loonconfectie-atelier van P.H.J. Meijer.
In 1937 begint Nico van Sweeden (1905-1992) zijn eigen regenjassenfabriek. Vanaf zijn 13e heeft hij het vak geleerd bij jassenfabrikant Hollandia Kattenburg, bekend geworden met de waterdichte Falcon regenjassen. Dat hij onderaan moest beginnen, blijkt uit zijn keuring voor militaire dienst in 1924: beroep ‘regenjassenplakker’. Mogelijk heeft hij toch een grootser en meeslepender beeld van het leven voor ogen, want bij zijn huwelijk in 1930 is hij dansleraar van beroep. Toch keert hij terug bij zijn leest. In 1942 is hij loonconfectionnair met zijn eigen fabriekje aan het Hortusplantsoen. Nico, geboren als Nathan, overleeft de oorlog maar zijn machines zijn in beslag genomen. Na de oorlog begint hij opnieuw, aan de Amstel ter hoogte van waar de Stopera is gebouwd.
Verdorie, wéér mooi weer!
Als Sweda, zoals het bedrijf heet, uit zijn regenjasje groeit vindt het in 1955 een nieuw onderkomen op de Kloveniersburgwal. De entree is net als bij Swart bovenaan de trap aan de Zandstraat. Zodra er jassen klaar zijn worden die via het grote raam naar beneden getakeld en in de bestelbus geladen die ze naar de opslag brengt.
Sweda brengt als eerste modieuze regenmantels op de markt en Van Sweeden ontwerpt die zelf. Regen en toch op de fiets door de stad? De regenponcho is inmiddels niet meer weg te denken uit ons straatbeeld. Het is Van Sweeden die de praktische – en in het Nederlandse klimaat onmisbare – fietsregencape bedacht. Van Sweeden leeft dan ook voor regen: “Je verlangde altijd naar regen, regen, regen. Dan was ik op vakantie en dan las ik in de krant het weerbericht voor Nederland. Dacht ik: verdorie, weer mooi weer!”
In de regenmantels van Sweda wil je gezien worden, ze zijn hip en kleurrijk en in het Olympisch stadion hangen grote reclameborden. Maar ook dichterbij huis wordt reclame gemaakt: in de Zandstraat prijkt op de zijgevel van het pand een gevelreclame. Tot ver in de jaren negentig is deze gevelreclame te zien, al is het bedrijf dan al lange tijd weg. In 2022 is deze schildering teruggebracht dankzij de inzet van WandWoorden en de Werkgroep Historische Gevelreclames in Amsterdam.
Sweda breidt eind jaren ’50 uit naar het buurpand op nummer 59, waar inmiddels al jarenlang café ‘De Engelbewaarder’ is en zit hier tenminste tot 1964. Als ex-werkgever Hollandia begin jaren ’60 Sweda overneemt, gaat Van Sweeden in 1962 onder eigen naam verder aan de Keizersgracht waar hij in 1968 zijn 50-jarig jubileum in de regenkledingbranche viert.
Kloveniersburgwal 57 stond al op de ‘voorloopige lijst’ van monumenten uit 1928. Het betreft een halsgevel met daarin twee oeils-de-boeuf, een stenen deuromlijsting met aan weerszijde een pilaster en daarop een boog bekroond door twee putti (kinderfiguren) die een cartouche (oorspronkelijk voorzien van familiewapen) vasthouden. De top is afgesloten met een segmentvormig fronton met schelpvormige vulling en festoenen op de vleugelstukken; ook is er een festoen langs de hijsbalk.
Gesitueerd tegenover de voormalige Lutherse Kerk en nabij de Zuiderkerk vormde het hoekperceel een zeer belangrijk onderdeel van de gevelwand maar toen de gemeente midden jaren zestig het plan opvatte om de Weesperstraat te verbreden met daaronder een metro, was het de bedoeling dat veel panden in de Nieuwmarktbuurt moesten wijken. Gelukkig konden wij verhinderen dat dat met dit pand gebeurde. Toen wij het in 1969 kochten was het echter al onbewoonbaar. Inwendig werden omvangrijke stutconstructies aangebracht, om het voor instorting te behoeden.
Wat we niet konden verhinderen was dat het gekraakt werd, waardoor het ons onmogelijk gemaakt werd om de herstelplannen zelf te realiseren. We verkochten het pand in 1986 dan ook weer door mét restauratieplan, dat al lang klaarlag. En zo is het vandaag de dag nog een echte blikvanger aan de Kloveniersburgwal. De teruggebrachte gevelreclame op de zijgevel die de geschiedenis doet herleven maakt het helemaal af.
De Stichting Heijmeijer van Heemstede heeft rond de millenniumwisseling de beeldhouwgroep van putti met wapenschild laten restaureren door Tobias Snoep van Snoep & Vermeer Natuursteenwerken. Dorothy Beynes Heijmeijer van Heemstede zet zich al jaren in voor het behoud van het door haar geliefde Amsterdam en heeft ook een fonds op naam bij Stadsherstel.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amstelodamum, maandblad, jaargang 012, 1925
Amsterdam Monumentenstad
Amsterdamse grachtenhuizen
Delpher
Grachten van Amsterdam
Het Parool, 06-09-1986
Ons Amsterdam
Open archieven
Stadsarchief Amsterdam
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, II. De gemeente Amsterdam, 1928 Wandwoorden
Met dank aan:
Stichting Heijmeijer van Heemstede