Kalverringdijk 9
Kalverringdijk 9, ZaandamHet is algemeen bekend dat molens vaak werden afgebroken en elders herplaatst, zoals bij de molens aan de Kalverringdijk van de Zaanse Schans. Minder bekend is dat dit ook met houten huizen gebeurde of met onderdelen ervan. Toevallig staat er aan dezelfde Kalveringdijk ook een pand waar dat mee gebeurde en in dit geval zelfs tweemaal.
Daarvoor in de plaats kwam een brug, tunnel of weg
De verhouding tussen de kosten van het materiaal en de arbeidslonen waren in de vorige eeuwen omgekeerd aan de huidige. De lonen waren laag, terwijl juist het materiaal, het hout, de steen en de pannen verhoudingsgewijs duur waren. Vaak kwam het voor dat panden ‘in de weg stonden’ vanwege nieuwe straten, bruggen en tunnels die werden aangelegd. Dan werd soms zo’n huis enige meters verplaatst. Nadat er opnieuw geheid was, werd het pand dan met dommekrachten opgevijzeld: er werd een houten raamwerk aangebracht onder de begane grondbalklaag via zogenaamde vetsleden, rustende op lange leiders. Nadat de leiders dik in het vet of reuzel waren gezet, werd het huis door middel van lieren daarop langzaam naar zijn nieuwe standplaats gegleden.
Soms werd een huis zelfs naar een andere gemeente gebracht. Zo was het ook met een pand aan de Hoogstraat in Koog aan de Zaan. Deze werd verplaatst naar de Bloemgracht 21 te Zaandam. Waarna het in de vorige eeuw naar de Kalveringdijk 9, naar de Zaanse Schans werd verplaatst. Het werd daar samengevoegd met een ander pand dat ook van elders kwam.
Met een goedjaarsend aan de Zaan
Aan de Hoogstraat stond dit huis bij de overtuin tussen de panden Hoogstraat 14 en 18. Daar stond vroeger een groot en voornaam pand, eigendom van de familie Honig. Naar de Zaan toe, dus aan de achterzijde, was aan dit pand een zogenaamd ‘goedjaarsend’ (een aanbouw) gebouwd. Op de tekening is de situatie van rond 1870 te zien, het goedjaarsend begrenst een brede tuin waarin zwaar geboomte staat, langs de Zaan afgesloten door een houten hekwerk. In het water ervoor drijft een vlot. Ook bij de buren op het belendende terrein zien we panden tot aan het water staan. Doordat de bomen op de tekening is het moeilijk om d e achtergevels van de panden in de Hoogstraat te zien. We weten daarom helaas niet precies hoe de bebouwing van de Hoogstraat er aan de achterzijde uitzag. Wel is de fraaie houten halsgevel met bijenkorf in de top (het handelsmerk van de familie Honig) te zien. Dit deel van het huis is dus in het laatst van de 19e eeuw naar Zaandam overgebracht. En in de 20e eeuw naar de Zaanse Schans.
Moest wijken voor een weg naar de Beatrixtunnel
Het andere pand waar dit pand op de Zaanse Schans mee samensmolt stond vroeger aan de Oostzijde te Zaandam, op de hoek van de Kalverstraat. Hier was bakkerij de Beschuitmand gevestigd, de laatste bewoner was de broodbakker Fa. J. van der Voort, die in een achter gelegen aanbouw zijn bedrijf uitoefende. Evenals het pand Bloemgracht 21, moest het verdwijnen ten behoeve van de aanleg van een weg naar de Beatrixbrug. Met de belendende panden vormde dit pand het begin van de statig met iepen beplante Oostzijde. Het pand zelf dateerde uit de 19e eeuw, wat duidelijk te zien was aan de architectuur en de constructie. Het heeft namelijk geen houten skeletconstructie, in de plaats daarvan zijn de muren van steen, terwijl ook de afmetingen van de vloerbalken en het kaphout veel geringer zijn dan in de 18e eeuw gebruikelijk was.
De buitenmuren tot aan de verdiepingsbalklaag waren halfsteensmuren van zogenaamde ‘drielingen’ gemaakt (dus 9 cm dik), waartegen aan de binnenzijde ‘driekwartiers’ houten binnenschotwerk (dik 15 mm) was aangebracht. Aan de voorgevel bevond zich boven de stenen ondergevel een zogenaamd Broeker voorschot in de vorm van een halsgevel, staande op een kroonlijst, bekroond met een driehoekig fronton en waarvan het lijstwerk aan beide zijden eindigde in stijve ‘krullen’.
Ook de Zaankamer kwam terug
Omdat het pand Bloemgracht 21 en het pand Oostzijde 8 op zichzelf niet tot goede bewoning geschikt waren te maken, vanwege de te geringe afmetingen, zijn ze aaneen gebouwd op de Zaanse Schans. Hierdoor ontstond een huis, bestaande uit twee kamers en een keuken op de begane grond en twee slaapkamers op de eerste verdieping. Toen men het pand eerder van de Hoogstraat naar de Bloemgracht 21 overplaatste wijzigde men de voorgevel. In plaats van de beide hoekramen maakte men een vlakke gevel en plaatste een voordeur die toegang gaf tot een tegen het pand aangebouwde gang. Ook tegen de andere zijde van het pand had men een aantal kamertjes gebouwd, zodat er langs de weg een brede voorgevel ontstond. Tijdens de restauratie op de Zaanse Schans zijn deze aanbouwen weer achterwege gelaten en de oorspronkelijke hoekramen in ere hersteld. Eén van de oorspronkelijke hoekramen kon zelfs weer op zijn oude plaats teruggebracht worden, nadat het in Zaandam teruggevonden was. Ook de in Zaandam gevonden achterdeur paste wonderwel in de zijgevel en is waarschijnlijk ook oorspronkelijk. Bij de herplaatsing op de Zaanse Schans werd ook de Zaankamer weer in de oude vorm teruggebracht met gesneden houten rozet en uitlopende in bloemslingers op het plafond.
Helaas kon de oorspronkelijke vorm van de onderpui van de Oostzijde 8 bij de restauratie op de Zaanse Schans niet precies bepaald worden, omdat men er later een winkelraam in had aangebracht. Toevalligerwijs werd op dat moment in Krommenie een overeenkomstig huis gesloopt, n.l. Zuiderhoofdstraat 127. Uit dit pand konden de voorkamerramen en de voordeur worden overgeplaatst, naast een kwartronde wandkast in de gang en de lage bergkastjes onder de voorkamerramen. Een mooi voorbeeld van hergebruik dus. De houten schoorsteenmantel in de voorkamer en de lambrisering op de houten wanden van de gang zijn natuurlijk ‘gemarmerd’, om zo goed mogelijk te lijken op die van de Amsterdamse grachtenhuizen.
Stadsherstel heeft vanaf 2009 een aantal jaren op 23 panden op de Zaanse schans gepast. Eigenaar, Stichting Zaanse Schans, was in zwaar weer gekomen en om het broodnodige onderhoud aan de openbare ruimte uit te kunnen voeren was geld nodig. De stichting ontving een grote subsidie vanuit Europa maar de eigen bijdrage was alleen mogelijk door verkoop van een aantal panden. Toen er later meer toeristen naar de schans kwamen, namen ook de inkomsten van de stichting toe. Hierdoor kon zij de panden weer terugkopen. Tegenwoordig adviseren wij de stichting op het gebied van onderhoud, subsidies, leningen en huurrecht.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Vereniging Vrienden van de Zaanse Schans uitgave 17 mei 1966
Zaans Archief