Herenstraat 35
Herenstraat 35, AmsterdamMet 10 door ons gerestaureerde pandjes is dit met recht een Stadsherstelstraatje. Op een gegeven moment hing hier ‘De Son’ uit, een allesbehalve originele naam zo blijkt als we alleen al binnen onze eigen collectie kijken: de zon blijkt van oudsher een populaire inspiratiebron te zijn.
De Mennonietengemeente wordt eigenaar
In 1615 kopen Gerrit Wiggertsz Duysentdaelders en Willem Deonysz elk een erf aan de Keizersgracht op de hoek van de Herenstraat van Burgemeesteren en Thesaurieren. Houtkoper Duysentdaelders was een groot grond- en huisspeculant, vooral op het ‘Nieuwe Werk’, de huidige Jordaan. Meerdere huizen droegen zijn toenaam: “daer de 1000 daelders in den gevel staan”. Borg staat ijzerkramer Barent Evertsz, met wie Duysentdaelders veel samenwerkte. ‘Knoopmaecker’ Deonysz woont in de Laurierstraat in een huis “daer de drie Conings Knoopen uythangen”.
Beide erven laten ze onbebouwd en het jaar erop doen de heren hun erf over aan mandenmaker Hendrick Jansz, die dan besluit om er geen twee huizen neer te zetten maar de erven van elk 20 bij 69 voet overdwars te bebouwen: het huidige hoekpand Keizersgracht 95B / Herenstraat 41 en de nummers 33 tot en met 39. In 1623 verkoopt hij een huis en erf – het huidige nummer 35 – aan een andere mandenmaker, Gerrit Bartholomeusz.
In 1644 koopt Jan Gerritsz Evencamp, schoenmaker het pand voor ƒ 3000,-. Het pand blijft 70 jaar in de familie en in 1714 wordt het pand als legaat overgedragen aan de Christelijke Mennonieten Gemeente.
Alleen al in Stadsherstelmonumenten komen we diverse zonnen tegen
In de vroege 18e eeuw hangt hier ‘De Son’ uit. Later deze eeuw, rond 1786 zal ‘De Son’ een paar huizen verder, bij Herenstraat 29, uithangen. Toeval of niet, het is een naam die sowieso veelvuldig voorkomt. Alleen al bij onze eigen monumenten komen we de naam regelmatig tegen, zoals natuurlijk onze pakhuizen de Zon en de Maan, maar bijvoorbeeld ook Prinsengracht 5 , Spinhuissteeg 5 – samen met buurpanden Maen en Sterre – en ‘De Vergulde Son’ aan Egelantiersgracht 39.
De Mennonietengemeente had hun kerk ‘De Son’ aan het Singel 118 en een afgesplitst Doopsgezind groepje had een schuilkerkje ‘De Cleijne Son’ achter Prinsengracht 18 -22.
In 1778, de Mennonietengemeente is dan inmiddels ook eigenaar geworden van nummer 33, komen de twee panden opnieuw in particuliere handen en blijven in ongesplitst eigendom. Hendrik van Groningen betaalt ƒ 7120,- voor de beide huizen. In 1784 koopt François Guerit ze over voor ƒ 9250,-.
In de oorlogsjaren zit hier een handel in grammofoonplaten
In 1742 zit hier de galanteriewinkel (snuisterijen) van Jos de Vas en in 1805 zijn er zes huurders: Christoffel Tuuring huurt het huis, Grietje Berg de kelder en dan worden er nog vier kamers afzonderlijk verhuurd. De erven van Guerit zijn dan nog eigenaar.
Later wonen hier onder meer Hendrika Cosse, winkelierster in turf en hout, schoenmaker Wesselman en winkelier Hammann.
Tussen 1941 en 1944 verschijnen er veel advertenties van ‘Het Platenhuis’ en op naam van G. Huurman voor het opkopen van oude grammofoonplaten, eerst voor ƒ 1,- en later ƒ 2,- per kilo. Ook worden er platenwisselaars en pick-ups ter overname gevraagd.
In 1947 meldt Erich’s vishandel in de krant zijn verhuizen, met het verzoek om geen geld of goederen aan deze Huurman af te geven. Op foto’s rond 1959-1961 zien we dat vishandel J. Tol in het pand zit en ook na de restauratie is er een viswinkel.
Toen wij in 1965 Herenstraat 37 tot en met nummer 41 in restauratie hadden, werden ons de drie rijksmonumenten Herenstraat 31, 33 en 35 in half gerestaureerde staat aangeboden tegen een aantrekkelijke prijs met overname van de restauratieverplichting.
Nummer 35 vormde bouwkundig een geheel met nummer 33. Boven de winkels bevonden zich in beide panden woningen, die door een voordeur tussen de winkels via een gemeenschappelijke trap bereikbaar waren. Het bovenhuis van 35 telde vier kamers en een zolderkamer. Het pand heeft een lijstgevel die in latere jaren was bepleisterd en is iets lager van verdieping dan nummer 37 en 39, die ook een rechte kroonlijst hebben.
Begin 1967 zijn de woningen van 35, 37 en 39 opgeleverd; 11 van de in totaal 12 werden verhuurd aan het Academisch Ziekenhuis voor bewoning door verpleegsters. Ook naar de aanwezige winkels bleek veel vraag te zijn. Nadat ook de panden 31 en 33 waren opgeleverd konden we in 1968 nog Herenstraat 29 kopen. En zo mogen we met recht wel zeggen dat de Herenstraat een echt Stadsherstelstraatje is.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam historie
Amsterdamse Grachtenhuizen
Delpher
Stadsarchief Amsterdam
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Architecten Van Kessel en Klein
Restauratieaannemer: Antonissen