Diaconie van de Amstelkerk
Amstelveld 2, AmsterdamWie langs de Amstelkerk loopt zal de cluster van aanbouwtjes misschien niet eens direct opvallen. Schuilgaand achter de schutting was de diaconie. Het Amstelveld is een levendige plek waar in de loop van de 20e eeuw ook een grote rol was weggelegd voor .. de auto: van parkeerterrein voor de bankiers van de grachtengordel via een ‘Otovrij Plein’ tot laadstation voor heuse elektrische deelautootjes in de jaren zeventig.
Aanbouw van de consistoriekamer
In eerste instantie is de ruimte voor de diaconie, samen met de deurwaarderswoning, gesitueerd in de voorbouw aan de Reguliersgracht. Later wordt deze verplaatst naar de zijde aan het Amstelveld: in 1764 is sprake van uitbreiding richting de Prinsengracht, naast de kerkmeesterskamer die weer onderdeel uitmaakte van de kosterij.
De diaconie is het armbestuur van een protestantse kerk, verricht uit liefde tot God. Het is een zelfstandig orgaan met eigen taken. Zo zijn zij verantwoordelijk voor collectes en bepaalde de diakenen bepaalde wie in aanmerking kwam voor het brood dat in de armenbakkerij ] gebakken werd en één keer per week gratis verstrekt werd aan de armen.
Waarschijnlijk werd de consistoriekamer – met twee grote ramen die uitkeken over het Amstelveld – door de diverse organen gebruikt om te vergaderen. In 1835 is nog een stukje aangebouwd; het zou de laatste uitbreiding aan deze zijde zijn, nu in gebruik als berging. Op een foto van het begin van de vorige eeuw zien we achter het komische duo ‘Heel Wat en Half Wat’, die op het Amstelveld optredens verzorgden, boven de ingang in de schutting staan dat hier het catechisatie lokaal is gevestigd. Er werd toen dus godsdienstonderwijs gegeven ter voorbereiding op de belijdenis.
‘Veelbelovend twijgje aan den wijdvertakten boom van het Amsterdamsche leven’
Van oudsher was het Amstelveld een levendige plek, waar markten en kermissen werden gehouden en dus optredens te zien waren. Hierover schreven wij al bij het pand Kerkstraat 329 dat uitkijkt over het Amstelveld.
Een bijzondere markt was de Amsterdamse automarkt, die hier in mei 1937 voor het eerst gehouden werd. Op aanwijzing van de marktmeester werden de auto’s – variërend van ‘vele overjarige beestjes’ tot ‘menig stoere wagen’ – in lange rijen geparkeerd. Een journalist die getuige is van de pittige onderhandelingen doet verslag: ‘Op het eerste gezicht schijnt het ons verwonderlijk, dat er niet elk oogenblik bloedige twisten uitbreken’, maar de soep wordt niet zo heet gegeten en ruim 80 auto’s wisselen die dag geheel vreedzaam van eigenaar. Een succes; de burgemeester geeft toestemming voor een wekelijkse automarkt en dezelfde journalist houdt kennelijk van een bloemrijke tekst en concludeert dat “aan den wijdvertakten boom van het Amsterdamsche leven Maandagavond een nieuw en veelbelovend twijgje is ontsproten: de automarkt”. Een plein vol auto’s was toen nog aanleiding voor tevredenheid.
In de Amstelkerk werd de ludieke actie voorbereid
Waar nu een gezellige markt gehouden wordt, kinderen spelen, personal trainers hun cliënten afmatten en honden ravotten stond het lange tijd vol auto’s met hun lawaai en uitlaatgassen. Vooral door de week als de bankiers van de Keizersgracht hier hun auto neerzetten op aanwijzen van parkeerwacht ‘Ome Gerrit’, een oude baas met een stok en zijn zoons.
Begin jaren 70 kwam een actiegroep in opstand en schilderde de tekst ‘Amsterdam Otovrij’ dwars over het Amstelveld. Onze kerk speelt hierin een grote rol: ’s nachts werd in de kerk op een brede rol landbouwplastic de tekst geprojecteerd en uitgesneden. In de vroege ochtend, voor de eerste forenzen arriveerden, werd de rol uitgerold op het plein waar mensen klaar stonden met borstels en emmers verf om de tekst op de stenen te schilderen. De hele actie duurde nog geen vijf minten.
Ook op de schutting die de binnentuin van het huidige nummer 2 en 4 afschermt kwam de tekst te staan en zelfs de Volkswagenbus van Ome Gerrit moest eraan geloven en werd beklad; de banden werden doorgesneden. De actie had succes en de auto’s moesten uiteindelijk het veld ruimen.
Waar het accu-laadstation stond wordt nu jeu de boules gespeeld
Mochten we denken dat de elektrische auto en de deelscooters en dergelijke uitvinding van de laatste tijd zijn, dan vergissen we ons. In 1968 zal men gek hebben staan te kijken toen ze een soort telefooncel op wielen voorbij zagen komen: het was de proefrit van de Witkar, een milieuvriendelijk deelvoertuig. Zijn tijd ver vooruit!
De bedenker was dezelfde als van het Wittefietsenplan: industrieel ontwerper en prominent provo-lid Luud Schimmelpenninck. Luud zag met lede ogen toe hoe de stad dichtslibde met auto’s. Hij was van mening dat niet iedereen een eigen auto nodig had. De Witkar was een klein, elektrisch wagentje dat twee mensen kon vervoeren en ongeveer 20 kilometer per uur (later 30 km/uur, waarna een rijbewijs vereist was) kon bereiken. De hoge ramen gaven een ruim uitzicht. De actieradius was nog niet al te best: ongeveer 15 kilometer. Na 16 ritten van een kwartier moest de Witkar terug naar het centrale accu-laadstation waar via stroomrails de accu’s werden opgeladen. In 1974 werd het eerste laadstation onder grote belangstelling geopend: aan het Amstelveld. Enkele duizenden Amsterdammers werden lid van de Coöperatieve Vereniging Witkar, onder wie prominenten als Mies Bouwman. De latere burgemeester Ed van Thijn was de eerste voorzitter. Uiteindelijk kwam het project toch niet van de grond, onder andere door gedoe bij de vergunningverlening voor de laadstations. In de jaren 80 verdwenen ze definitief uit het stadsbeeld. Het museum NEMO heeft twee exemplaren van deze voorlopers van de elektrische stadsautootjes.
Het is bijna niet meer voor te stellen, maar dit heerlijke ‘dorp in de stad’ was in de jaren zeventig een sterk verloederd gebied vol geparkeerde auto’s en prostitutie. De zeer verwaarloosde en bekladde Amstelkerk bood een troosteloze aanblik, evenals de gestutte panden in de directe omgeving.
In 1986 kocht Stadsherstel de kerk met veel achterstallig onderhoud voor één gulden, maar met een restauratieverplichting. De kerk en de (veelal) stenen aanbouwen zoals de kosterij en het stookhuis zijn met behoud van de monumentale kenmerken geschikt gemaakt als woningen, kantoorruimte en restaurant. De voormalige diaconie is nu in gebruik als een compacte dienstwoning bij Brasserie NeL
Benieuwd naar alle monumenten die Stadsherstel hier in de buurt heeft gered? Wandel dan het ‘Rondje om het Amstelveld’, te vinden op de pagina met onze monumentenroutes pagina met onze monumentenroutes en natuurlijk tegen een kleine vergoeding (hoeveel?) op te halen in ons Winkeltje. Bezoek dan direct de Amstelkerk – geopend tijdens kantoortijden- met een steeds wisselende expositie, zoals de thematentoonstellingen in het viering-jaar van Amsterdam 750 die 30 oktober 2024 van start gaan.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amstelkerk een noodgebouw met eeuwigheidswaarde, Theo Bakker
De Amstelkerk anno 1670, 1990, uitgave Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel
De Amstelkerk, nieuwsbrief nummer 59, 2006, uitgave Vereniging Vrienden van Stadsherstel Amsterdam
Amsterdam Monumentenstad
Delpher
Hart, Amsterdam Museum
Historiek.net
Ons Amsterdam
Stadsarchief Amsterdam
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Gerard Prins
Restauratieaannemer: Schakel & Schrale
Restauratie van het Bätz orgel: Flentrop
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Vereniging Vrienden van Stadsherstel
Provincie Noord-Holland