Concertgemaal Kadoelen
Landsmeerderdijk 213, AmsterdamHet oude gemaal Kadoelen, gebouwd als stoomgemaal, is gelukkig in ieder geval tot 2038 gered van sloop. In het neoromaanse gebouw huist nu een creatieve broedplaats met werkplekken waar zo nu en dan ook ruimte gemaakt wordt voor klassieke concerten. Een aanwinst voor de buurt!
Gemaal Kadoelen is gebouwd als stoomgemaal. Het werd overbodig omdat ernaast in 1987 een nieuw en beter gemaal gebouwd werd. Het overbodige obstakel, lees het oude gemaal, moest daarom gesloopt worden. Een vergunning was zelfs al afgegeven omdat het geen monument betrof. Stadsdeel Noord vroeg zich wel af of er gesloopt moest worden en nam contact op met Stadsherstel.
Na een eerste mislukte poging, het was financieel niet haalbaar, werd samen met Bureau Broedplaatsen een nieuwe kans gegrepen. En zo ontstond het Werk- en Concertgemaal, dat gered kon worden door een goede samenwerking tussen Hoogheemraadschap Noorderkwartier, Stadsdeel Noord, Bureau Broedplaatsen en ons. Wij hebben tot 2038 het recht van opstal gekregen, dan is het toch echt wel de bedoeling om dit gemaal te slopen t.b.v. een nieuw gemaal.
We hopen natuurlijk dat de inzichten en misschien wel de ontwikkelingen tegen die tijd zo anders zijn, dat dit concertgemaal niet gesloopt hoeft te worden om ruimte te maken voor een nieuwe. Wij komen in dat geval als eerste in aanmerking om het recht van opstal te krijgen, dan wel het gebouw in erfpacht over te nemen.
In ieder geval tot 2038 kan iedereen genieten van deze fijne herbestemming en het mooie pand.
Het eerste podium voor klassieke muziek in Noord
Een rudimentaire verbouwing, waarbij het gebouw niet werd verfraaid, maar uitsluitend technisch in orde gemaakt, werd het nieuwe uitgangspunt om het project haalbaar te krijgen en dus het pand te redden van sloop. Wat nog aanwezig was van het gemaal is allemaal gebleven en het ooit dichtgemetselde roosvenster is in ere hersteld.
In samenwerking met Bureau Broedplaatsen is er als nieuwe bestemming een Broedplaats voor nieuwe, creatieve ondernemers uit de buurt gekomen. Het bestaat uit vaste of flexibele werkplekken en vergaderplekken en toentertijd het eerste podium voor klassieke muziek in Noord. Zo’n tien keer per jaar kunnen muziekliefhebbers genieten van concerten van hoge kwaliteit. Deze optredens onderscheiden zich van een doorsnee klassiek concert door een persoonlijke presentatie van de musici, te midden van de industriële en intieme sfeer die het gemaal uitademt. De schoonheid van dit oude gemaal, de groene omgeving, de heldere akoestiek en de aanwezigheid van de Steinway vleugel versterken elkaar op deze bijzondere plek!
Voor meer informatie www.concertgemaal.nl
Via het Concertgemaal zijn allerlei talenten gebundeld, waardoor de energie van het gemaal opnieuw is gaan stromen.
Stoom, zuiggas en elektrisch
De Landsmeerderdijk is het gedeelte van de Waterlandse Zeedijk dat vroeger in de gemeente Landsmeer lag. In 1966 werd er een stuk rondom Amsterdam inclusief de buurtschap Kadoelen en het Landsmeerse deel van de voormalige zeedijk aan Amsterdam toegevoegd.
Waterland werd vroeger door wel 50 windmolens ‘droog’ gehouden, in ieder geval zodanig dat het waterpeil in de sloten vrijwel gelijk bleef aan het gras in het land eromheen. Tegenwoordig wordt Waterland nog door slechts twee gemalen bediend. Eén in Monnickendam en één in Amsterdam Noord, door het gemaal Kadoelen. Daarnaast staat dus nog ons oude gemaal uit 1875, aan de Landsmeerderdijk dat oorspronkelijk op stoom werd voortgedreven. En die ooit de waterstand in de polder op peil hield.
Het polderwater uit Waterland werd met schepraderen naar het hoger gelegen kanaal gepompt. Het oude gemaal heeft tot 1906 op stoom gewerkt. Daarna is er overgegaan op zuiggas, dat in het gemaal zelf werd geproduceerd. Hiervoor zijn de grote pompen in het gemaal aangebracht. Deze hebben dienstgedaan tot de jaren twintig van de vorige eeuw.
Voor het stoomgemaal was veel mankracht nodig. Om het gas continu op te wekken slechts vier man. En in 1924 toen het elektrisch werd, had men genoeg aan twee man.
Eendenhokken naast het gemaal
De machinistenwoning naast het gemaal werd bewoond door de familie Steinvoorte die aan het gemaal werkten. Machinist Roel Steinvoorte begint in 1912. Het gebied was toen heel landelijk. Alleen de Landsmeerderdijk lag op deze plek, met een aantal boerderijen eromheen. Ook tegenover het gemaal lag een boerderij, die voornamelijk gespecialiseerd was in veeteelt met koeien. Ten tijde van de crisis in de jaren dertig had de vader van Roel zelfs een paar eendenhokken naast het gemaal, om extra geld bij te verdienen. De bakker, groente-, vis- en melkboer kwamen tot in de jaren zestig dagelijks langs huis voor de boodschappen. Er was wel een kruidenier om de hoek. Jan, de zoon van Roel, vertelt in dit verband tijdens een interview in 2013, dat zijn moeder soms aangaf dat ze al twee weken niet de dijk op was geweest.
Jan was een van de drie kinderen die het werk in het gemaal voortzette vanaf 1947. Hij werkte samen met een tweede machinist en gaf aan dat er vanaf 1950 nauwelijks meer onderhoud aan het gemaal gepleegd is en vanaf 1975 zelfs helemaal niet meer. Wel is de ingang over het bruggetje in 1958 door zijn vader gebouwd. De stokerswoningen zijn in de jaren 20 helaas gesloopt t.b.v. het nieuwe gemaal.
19e- en 20e-eeuwse gemalenstijl
In het algemeen worden de 19e- en 20e-eeuwse gemalen in een neoromaanse rondbogenstijl gebouwd. Het gemaal Kadoelen past wat bouwtrant betreft goed in deze ontwikkeling. Deze stijl is met name in het noordelijke gedeelte nog goed zichtbaar. Het gemaal, omringd door water, is als eenbeukig en eenlagig pand gebouwd. Op een paalfundering opgemetseld en met een met pannen afgedekt zadeldak. De gevels van baksteen zijn opgetrokken met hoeklisenen met een sierlijst van gele bakstenen onder de dakrand. De topgevels bestaan uit puntgevels met blokvormige decoraties op de toppen.
Het gebouw was destijds in twee ruimtes verdeeld. Het noordelijke deel fungeerde als ketelhuis; daartegen aan stond ook de pijp van het stoomgemaal. Vanuit de machineruimte in het zuidelijke gedeelte werden de schepraden aangedreven die tegen de buitenmuren ter plekke van de huidige uitbouwen waren aangebracht. De plat afgedekte uitbouwen, de pompkamers, kwamen in 1909 tot stand toen het gemaal aangedreven werd op zuiggas. Daarbij werden de schepraden vervangen door de centrifugaalpompen die nog steeds aanwezig zijn. In 1924 is de zuiginstallatie vervangen door een elektrische die dezelfde pompen aandreef.
De blokpatronen in het interieur van het zuidelijke gedeelte zijn kenmerkend voor de begin 20e-eeuwse verschijningsvorm van gemalen. En deze zijn natuurlijk gebleven, net zoals meer bouwhistorische details.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratieaannemer: Selie BV
Installaties: Herfst