Van Gogh was verliefd
op de dochter van de dominee

A

Armenbakkerij van de Amstelkerk

Amstelveld 6, Amsterdam

Het is een onopvallend klein gebouwtje op de hoek van het Amstelveld met de Kerkstraat met prachtige details waaraan de hoge leeftijd is af te lezen: de oude boogvormige entree is dichtgemetseld en de voorgevel heeft een opvallende bolling. Het kleine bakkershuisje vertelt het verhaal van de armenzorg in voorgaande eeuwen, toen de diaconieën van de Kerk zorgden voor de eerste levensbehoeften van de minderbedeelden.

1673
Bouwjaar
1840
Verfraaiing interieur
1970
Veel verrotting
1986
Stadsherstel eigenaar
1988
Restauratie en herbestemming
1990
Kantoor Stadsherstel, woningen, evenementenlocatie, restaurant
2021
Renovatie en verduurzaming
Nu
Onderdeel van een woning
1673
Stenen bijgebouwtje

Al snel was duidelijk dat tijdelijk wel een tijdje kon duren

In 1670 opende de Amstelkerk haar deuren en al drie jaar later kwamen er drie bakstenen bijgebouwtjes: de kosterswoning aan de Amstelveldkant, een ingangsportaal met daarin de woning voor de deurwaarder aan de zijde van de Reguliersgracht en dit piepklein pandje op de hoek van het Amstelveld met de Kerkstraat. Dat men koos voor stenen aanbouwsels mag worden opgevat als een teken dat men al voorzag dat de – in eerste instantie als tijdelijk bedoelde – houten noodkerk niet zo tijdelijk zou zijn. Bij een latere opknapbeurt van de kerk werd deze aan de buitenzijde in een zacht rode kleur geschilderd, die het houtwerk in overeenstemming bracht met de stenen aanbouwen.

Dit kleine huisje lijkt in eerste instantie los te hebben gestaan want de aangrenzende aanbouwsels stammen uit de eerste helft van de 18e eeuw. Het had de functie van bakkerij voor de armen. Destijds was de armenzorg veelal een taak van de Kerken, rijke en vooraanstaande burgers en particuliere instellingen die dit op zich namen uit liefdadigheid en naastenliefde, ook wel ‘caritas’ genoemd. Het stadsbestuur steunde de gereformeerde diaconie en fungeerde zelf slechts als ‘tweede opvang’. Er waren speciale ‘Huiszitten­meesters’ die de armen die daar recht op hadden en niet opgenomen waren in tehuizen of kloosters (de ‘huiszitters’) wekelijks voorzagen van brood, boter, kaas en turf.

Eenvoud
Klinkers in het zand

Begraven was lucratieve business

De kerk die hier gebouwd was, was nauwelijks meer dan een predikschuur en vrijwel zonder enige vorm van verfraaiing, opgetrokken uit onbeschilderd grenenhout en met een vloer van eenvoudige straatklinkers. Dit paste goed bij de soberheid die de vroege gereformeerden nastreefden, maar in de loop van de 18e eeuw voldeed de kerk niet meer aan de smaak van die tijd.

De oorspronkelijke eenvoud van de kerk had niet alleen te maken met de uitgangspunten van de Gereformeerde Kerk. Er speelde zeker ook een financieel aspect mee. De kerk zou niet op deze plaats blijven staan maar op het plein in stenen vorm worden herbouwd. De vloer bestond als gezegd dan ook uit klinkers die ‘in het zand’ lagen. Om die reden werd er niet in of om de kerk begraven, zoals bij de Amsterdamse Gereformeerde Kerken gebruikelijk was sinds de Alteratie van 1578 en de snelle bevolkingstoename vanaf het begin van de 17e eeuw. Ook de – als schermschool gebouwde – houten Nieuwe Walenkerk was een uitzondering op deze regel. Hierdoor liep de kerk de inkomsten uit grafrechten mis, wat normaal gesproken samen met de collectes nu juist een van de meest lucratieve inkomstenbronnen van een kerk was.

Doop
Moeder uit Guinea

Doop van een 6-jarige met gemengde afkomst

Gedoopt werd er wel in de Amstelkerk, volop. Het oudste doopboek dateert uit 1670 en vele tienduizenden dopelingen zijn sindsdien ingeschreven. Één bijzondere pikken we daar graag uit.

Johann Christiaan Fennekol, afkomstig uit Hamburg, maakte rond 1760 carrière bij de West-Indische Compagnie. Zijn testament en begeleidend schrijven geven een inkijkje in het leven van een ambtenaar van de WIC in Afrika. Naast zijn officiële functie dreef hij, zoals vele anderen, zelf ook handel. Onder andere met Suriname: zo stuurde hij waren mee met het slavenschip Anna en Maria, dat 310 tot slaaf gemaakte Afrikanen aan boord had.

Over het persoonlijk leven van Fennekol weten we dat hij als ongetrouwde man in Guinea (de Republiek Guinee in West-Afrika) eveneens als vele anderen een relatie aanging met een Afrikaanse vrouw. In zijn testament refereert hij aan haar als ‘mijn neegerin’ maar haar naam luidde Eriba Maij. Met haar kreeg hij vier kinderen. Een van hen is zijn zoon Frederik Willem (1761-1837), die hij naar een vriend in Amsterdam stuurde. Daar werd hij op 6-jarige leeftijd gedoopt in de Amstelkerk. Bij de inschrijving staat ‘een Indische vrouw’ als moeder vermeld. In zijn brief noemt Fennekol Frederik ‘mijn jongen’. Hij werd een succesvol jurist, waarschijnlijk de eerste Nederlandse politicus met Afrikaanse wortels en een belangrijk man op het ministerie van Koloniën. Zijn drie zussen bleven bij hun moeder in Elmina. Wel erfden zij van hun vader twee marken goud, twee marken koopmanschappen ‘bestaande uit paanegoed’ (textiel) en twee slaven.

Predikant
Verliefde Vincent van Gogh

“Nooit, neen, nimmer”

Ook van de vele predikanten lichten we er één uit: Johannes Paulus Stricker (1816-1886). Hij vertrok in 1855 naar Amsterdam waar hij 28 jaar werkzaam was als dominee in de Amstelkerk, maar hij predikte ook in andere kerken. In december 1841 was Stricker getrouwd met Willemina Carbentus, een oudere zus van de moeder van Vincent van Gogh; zij woonden aan de Geldersekade.

Wat niet erg bekend is, is dat Vincent (1853-1890) tussen 1877 en 1878 in Amsterdam verbleef, waar hij zijn oom veelvuldig bezocht. Bijna elke zondag ging hij naar de kerk om Stricker te horen preken. Bijvoorbeeld naar de Amstelkerk op zondag 3 juni 1877, net na zijn aankomst in Amsterdam, toen het ging over het thema “want de dingen die men ziet zijn tijdelijk maar de dingen die men niet ziet zijn eeuwig”. Daarnaast gaf Stricker de jonge Van Gogh twee keer per week les in theologie om hem voor te bereiden op zijn staatsexamen – Van Gogh wilde destijds ook predikant worden – en begeleidde hij hem bij zijn lessen Latijn en Grieks.

In 1881 zou Van Gogh zijn liefde verklaren aan Strickers dochter Kee (1846-1918), dan net weduwe. Haar antwoord luidt vrij duidelijk: “Nooit, neen, nimmer”. Vincent waagde desondanks nog een poging en zocht haar op in Amsterdam. Kee wilde hem echter niet zien en haar ouders waren ook niet van Vincents bezoek zijn gediend. Van Gogh zou toen zijn hand in een kaarsvlam gehouden hebben, waarop Stricker de kaars uitblies en hem verzocht te vertrekken. Vincent was niet meer welkom in huize Stricker, maar Vincents liefde voor Kee was niet zomaar voorbij: “het is en blijft een wond waar ik over heen leef maar die in de diepte zit, en niet heelen kan”. Zes jaar later verhuist Van Gogh naar Parijs.

Rol van Stadsherstel
Woning met dakterras

Toen de Amstelkerk aan het eind van de 20e eeuw te kampen had met teruglopend kerkbezoek en door geldgebrek in totaal vervallen staat raakte namen wij het complex op verzoek van het Gemeentelijk Bureau Monumentenzorg over voor het symbolische bedrag van één gulden. Dankzij de inzet van vele partijen konden wij in 1990 de kerk als ons eigen – zeer geliefde – Stadsherstelkantoor in gebruik nemen.

Tijdens kantooruren is de kerk van binnen te bekijken. U kunt dan ook de wisselende exposities bezoeken, zoals de thematentoonstellingen in het viering-jaar van Amsterdam 750 die 30 oktober 2024 van start gaan. Daarnaast wordt er nog gekerkt, worden er vele culturele activiteiten georganiseerd en kunt u de Amstelkerk huren voor uw eigen gelegenheid of evenement.
Het gehele actuele cultuurprogramma vindt u HIER.
HIER vindt u de informatie over deze Bijzondere Locatie.

Een deel van de kerk is bij de restauratie en herbestemming afgescheiden en daar is al jaren NeL gevestigd, het restaurant met zonder twijfel het heerlijkste terras in de verre omtrek. In de diverse aanbouwen rond de kerk zijn woningen gevestigd. Dit 17e-eeuwse huisje is samengevoegd met het naastgelegen, later aangebouwde voorhuis van de kosterij met de entree aan de Kerkstraat en heeft als adres Amstelveld 6. In het voormalige bakkerijtje wordt weer gebakken, en gekookt: hier is de keuken gesitueerd met een hoogte van maar liefst 2,80 meter, Ernaast zijn de woonkamer met daarboven twee slaapkamers en een zolder die toegang geeft tot een dakterras.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amstelkerk een noodgebouw met eeuwigheidswaarde, Theo Bakker
De Amstelkerk anno 1670, 1990, uitgave Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel
De Amstelkerk, nieuwsbrief nummer 59, 2006, uitgave Vereniging Vrienden van Stadsherstel Amsterdam
Amsterdam Monumentenstad
Delpher
Open archieven
Stadsarchief Amsterdam
Stadsherstellen in Amsterdam en Suriname, 2018, uitgave Stadsherstel Amsterdam

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Gerard Prins
Restauratieaannemer: Schakel & Schrale
Restauratie van het Bätz orgel: Flentrop

Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Vereniging Vrienden van Stadsherstel
Provincie Noord-Holland

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.