Het Markerhuisje / Het Groenlandhuisje
Tweede Wittenburgerdwarsstraat 133, AmsterdamHet Markerhuisje is een van de laatste oude bebouwingen op het eiland Wittenburg dat herinnert aan de oude scheepswerven. Door het werfhuisje te herbouwen kreeg deze historische plek weer iets uit haargeschiedenis terug. Het kleine historische element heeft ook een grote positieve uitstraling op het gehele ontwikkelde gebied.
Het Markerhuisje staat op het eiland Wittenburg waar veel, voornamelijk particuliere, scheepswervenstonden. Wittenburg behoort naast Oostenburg en Kattenburg tot de Oostelijke eilanden, aangelegd rond 1660 om daar scheepswerven en woningen voor de arbeiders van de scheepswerven te bouwen. Deze scheepswerven waren veelal toeleverancier voor de Admiraliteit, die op Kattenburg was gevestigd, en voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) op Oostenburg.
De oude bebouwing van Wittenburg is na de Tweede Wereldoorlog gedeeltelijk- en in de jaren zeventigen tachtig van de 20e eeuw grotendeels gesloopt, en door nieuwbouw vervangen. Alleen langs de Wittenburgergracht (de straat langs de Nieuwe Vaart) is een deel van de oude bebouwing blijven staan, waaronder het meest markante bouwwerk: de Oosterkerk uit 1671.
In 1855 kocht Gerrit Broerse uit Oostzaan grond van een tuinder. Het terrein werd toen warmoesland, groenboersland of groenland genoemd en daaraan dankt de werf, die daar door Broerse werd ingericht, haar naam. Gerrit liet dit huisje voor zijn vrouw, een Markerin, bouwen.
Het is haast niet voor te stellen maar er heeft zelfs een gezin van 17 personen in het huisje, met een grondoppervlak van 36 m2 met zoldertje en vliering, gewoond. Op de begane grond en zolder warenbedsteden aanwezig. Het huisje had een landelijk karakter met luiken die groen geschilderd waren meteen rode zandloper. De ramen zelf waren ook groen. De achtergevel had een gestuukte gevelsteen met daarin het jaartal 1855. En in de voorgevel een gevelsteen met de tekst ’de werf het Groenland’. De klokgevel was gericht naar de Kleine Wittenburgerstraat, de tuitgevel naar de Wittenburgervaart.
Tot in de jaren zestig woonden er drie generaties Broerse. De werf en het woonhuis gingen over van vader Gerrit op zoon Dick en van hem weer op diens zoon Jan. Ze bouwden dekschuiten maar gingen later over op verhuur van die schuiten. Dit gaf de ruimte voor scheepsbouwer Jan Beffers om rond 1900 een gedeelte van de werf en het hellinkje te huren. In 1965 kocht kleinzoon Beffers Het Groenland en werd Het Markerhuisje kantoor en kantine. Tot in de jaren tachtig werden er op de werf metalen dekschuiten gemaakt. Toen het vervoer over water minder werd, legde hij zich toe op de reparatie van pleziervaartuigen en woonboten.
Door de in 1993 van kracht geworden nieuwe milieuwetgeving werd al gauw duidelijk dat de werf de gigantische investering, nodig voor de sanering van de grond, niet zou kunnen opbrengen. Daardoor moest de laatste scheepswerf op Wittenburg wijken voor nieuwbouw en een waterpartij. Door toedoen van een buurtcomité heeft de gemeente Amsterdam het besluit genomen om zich tot het uiterste in te spannen het werfhuisje te herbouwen in het plangebied.
In de nieuwe stedenbouwkundige opzet werd het huisje als historisch element teruggedacht op de hoek van de Kleine Wittenburgerstraat en de Tweede Wittenburgerdwarsstraat, daar waar een binnenhaventje is gerealiseerd met historische schepen. Het huisje is in 2002 door een aannemer zorgvuldig gedemonteerd onder toezicht, en volgens aanwijzingen van Line’s bouw- en tekenburo. De bruikbare materialen werden opgeslagen bij de aannemer die het pand weer terug zou bouwen. Tijdens een inspraakavond met de buurtbewoners kwam naar voren dat de functie van winkeltje of lichte horeca zeer op prijs werd gesteld in deze buurt.
Tijdens de onderhandelingen tussen Stadsherstel en de gemeente Amsterdam in 2004 over aankoop van de panden Dirk van Hasseltssteeg 2, 4 en 6 bracht de gemeente ook de herbouw van dit pand in. Het funderingswerk en de nieuw toe te voegen kelder zouden in de opzet door stadsdeel Centrum betaald worden. Op die kelderbak zou Stadsherstel dan het Markerhuisje herbouwen met gebruikmaking van de oude materialen. Stadsherstel kocht de oude bouwmaterialen en begon met de restauratie. Ook de gestuukte gevel waarin lijnen getrokken werden, suggererend dat je naar een gemetselde gevel kijkt, zijn na een goede bestudering van foto’s en tekeningen door een leerling voeger teruggebracht. Een andere leerling had zich met zijn leermeester ontfermt over de restauratie van de houten onderdelen zoals de kapspanten.
Op 13 mei 2005 werd het hoogste punt behaald, waarbij toenmalig directeur van Stadsherstel, Wim Eggenkamp, de originele haak aan de nieuwe hijsbalk bevestigde.
De herbouw werd in 2005 afgerond. In 2006 opende stadsdeel- wethouder Els Iping het project ‘Groenland’. De officiële handeling werd bij het Groenlandhuisje uitgevoerd door het onthullen van de gevelsteen met de tekst ‘Werf het Groenland’.
het Markerhuisje
Buurtbewoner Max Streiner kwam in 1696 vanuit Oostenrijk naar Amsterdam en werkte er vijftigjaar als zelfstandig horecaondernemer en kok. Toen hij het rustiger aan wilde doen en in 2009 het restaurant op zijn pad kwam, aarzelde Max dan ook niet. Hij heeft zo’n tien jaar het restaurant met veel plezier gerund. De nieuwe generatie, zijn zoon Pasqual en dochter Nicole, neemt het stokje van hem over. Zij richten zich op besloten diners, partijen en vergaderingen. Ook willen ze betrokken zijn bij de buurt; met mooi weer en in het weekend het terras open en participeren in buurt activiteiten.
Bronnen:
Ton Heijdra – Een roerig volkje, de geschiedenis van de Oostelijke eilanden, Kadijken en Czaar Peterbuurt(Alkmaar 1999)
Historisch verslag Line’s Bouw- en tekenburo te Amsterdam
C. van Lakerveld ‘Het Groenland in bestaan bedreigd’ in Ons Amsterdam maart 1997
1018, De eilanden & Plantage Weesperbuurt oktober 2019, Jannelies Poelstra