Reguliersgracht 95
Reguliersgracht 95, AmsterdamDit kleine, charmante monument is ooit gebouwd als één van een halsgevel-drieling. De geveltoppen waren van de hand van hun eigenaar: de beroemde steenhouwer Antony Turck. Het pandje op nummer 95 kreeg in de loop van de tijd een metamorfose en heeft nu een sobere lijstgevel. In de jaren negentig stond het nog op instorten maar gelukkig konden we dit ‘bedreigde monument’ redden zodat het nog altijd naast zijn halsgevel-broertjes de gracht siert.
De naam van de gracht verwijst naar het middeleeuwse reguliersklooster
De Reguliersgracht is aangelegd als onderdeel van de Vierde Uitleg van Amsterdam, vanaf 1658, en genoemd naar het reguliersklooster. Dit klooster werd in 1394 buiten de toenmalige stadspoorten gesticht ongeveer waar de huidige Utrechtsestraat en de Keizersgracht elkaar kruisen. Het was bestemd voor de reguliere kanunniken van de orde van Sint Augustinus, die leefden volgens de regel van deze heilige Augustinus. Het klooster werd door brand verwoest in 1532 en niet herbouwd.
De naam van de ‘regulieren’ kwam terug in de Regulierspoort, die gebouwd werd tussen 1480 en 1487 en een van de drie grote poorten in de laatmiddeleeuwse stadsmuur was. De Reguliersgracht eindigde toen in die poort.
Toen de muur werd gesloopt, bleef de poort bewaard tot die in 1619 afbrandde. Slechts een van de torens bleef gespaard en vormt het onderste deel van wat nu de Munttoren heet. Ook het Rembrandtplein was oorspronkelijk genoemd naar de kloosterlingen: tot 1876 stond het bekend als Reguliersplein of Reguliersmarkt.
Om het plein meer ruimte te geven is in 1694 de Reguliersgracht van de Reguliersbreestraat tot de Reguliersdwarsstraat gedempt; in 1785 ontstond door demping tot aan de Herengracht het Thorbeckeplein.
De beroemde steen- en beeldhouwer Antony Turck koopt het erf
In september 1664 was de gracht gereed voor bebouwing. In 1665 verkopen Burgemeesteren en Thesauriers van Amsterdam voor Ƒ 600 erf 32 gelegen aan de Reguliersgracht aan Jan Dirckszn Roos. In 1667 neemt Roos het naastgelegen erf, met nummer 33, ook over. Ons perceel bevindt zich aan de zuidzijde van erf 32.
Ondanks dat hij meester-timmerman was, bebouwde hij de erven niet. In 1685 verkopen zijn erfgenamen, weduwe Neeltje Gerrits, dochter en een zoon uit een eerder huwelijk, de twee erven. In 1690 veranderen de erven nogmaals van eigenaar. In 1706 is nog altijd sprake van een leeg erf, al wordt niet veel later een aanvang genomen met de bouw want in 1707 worden de twee erven met “het getimmerte daarop” verkocht.
De koper is de beroemde steen- en beeldhouwer Antony Turck (1667-1725), die onder meer verantwoordelijk is voor de prachtige geveltoppen van onze panden aan de Kloveniersburgwal 8 en hoogst waarschijnlijk ook Kalkmarkt 7 en Keizersgracht 695.
De bouw van het erf is mogelijk in 1710 voltooid, in 1709 vindt een taxatie plaats. In elk geval is bij verkoop in 1713 sprake van een ‘huis en erf’.
Turck en Van Logteren domineerde de Derde Bloeiperiode van de Beeldhouwkunst
Turck was in zijn tijd de belangrijkste en invloedrijkste ondernemer en beeldhouwer van Amsterdam. Met zijn indrukwekkende en monumentale gebeeldhouwde versieringen drukte hij destijds een belangrijk stempel op de geveltoppen en dus architectuur van Amsterdam en daarbuiten. Na 1723 zijn er geen geveltoppen meer van hem bekend, hij lijkt zich toen als ‘Heer van Heemstede’ te hebben teruggetrokken op zijn buitenplaats.
Een andere bekende beeldhouwer in die periode, Ignatius van Logteren (1685-1732) leerde het vak van Turck en Johannes Blommendael. Niet onverdienstelijk, want samen met genoemde Blommendael domineerden de zwagers de volgens Peter Fischer beschreven Derde Bloeiperiode van de Beeldhouwkunst (1700-1745).
Daar hield de band niet bij op, want in 1709 ging Van Logteren in ondertrouw met Hendrica Turck (1683-1751), de zus van Antony. Na hun trouwen gingen ze om de hoek wonen van Turck’s panden aan de Reguliersgracht: aan de Prinsengracht met uitzicht over onze Amstelkerk hadden zij hun woning en een steenhouwerij.
De rijk versierde halsgevels waren het Turck-signatuur
Uit de verkoopakte in 1713 blijkt dat Turck hier meerdere erven heeft: het huidige Reguliersgracht 95 grenst zowel aan de noord-, zuid- als achterzijde aan panden van Turck. Aan weerszijden hebben de panden aan de Reguliersgracht gemeenschappelijke muren en ook is er een gemeenschappelijk gemetseld riool waarvoor de kosten van onderhoud en reparatie gezamenlijk moeten worden opgebracht.
Waarom van alle omringende panden ons pand wordt verkocht is onduidelijk. Bij een latere verkoop in 1736 zijn de belendingen nog steeds in eigendom van Turck. En dat terwijl ons pand op nummer 95 oorspronkelijk gebouwd is als drieling met de huidige nummers 91 en 93 – destijds de noordzijde van de erven 32 en 33 – met geveltoppen van de hand van Turck.
In de 19e eeuw werd ons pandje ingrijpend verbouwd, waarbij het een geheel nieuwe voorgevel en mansardekap kreeg. Hierbij ging de halsgevel met het ‘Turck-signatuur’ verloren. Van de geveltoppen van nummers 91 en 93 is die van nummer 91 nog compleet; het rechterpand heeft zijn fronton verloren en ook gedeeltelijk de klauwstukken.
In 1925 zijn op nummer 95 nog de stoep, bel-etage en het souterrain verwijderd. Het is nu een sober maar charmant monumentje tussen de statige grachtenpanden aan de mooie Reguliersgracht.
Gissen naar de herkomst van bijzondere bouwsporen
Het voorbereidende werk van de restauratie van dit pand had heel wat voeten in de aarde, en dan met name vanwege de procedures over de toekomstige bestemming van het rijksmonument. Daarna moest het project binnen de planning passen van ons en de uitvoerders. Het plan van architect Sytze Visser lag toen al geruime tijd klaar en in 2006 kon de restauratie dan eindelijk van start gaan, te beginnen met funderingsherstel. Verder zijn alle balklagen recht gelegd en waar nodig verstevigd of vervangen.
Tijdens de restauratie kwamen bijzondere bouwsporen tevoorschijn. Zo is in de met nummer 93 gedeelde bouwmuur een boog ingemetseld waarvan te raden blijft waartoe die heeft gediend. Het is niet waarschijnlijk dat hier een opening heeft gezeten, daar zijn vorm en zeker ook de hoogte niet naar. En ter hoogte van de geveltop in de met nr. 97 gedeelde bouwmuur toont het metselwerk een vlechting, een vorm die erop zou kunnen duiden dat de geveltop een dwarskap heeft gehad.
Dit ligt niet geheel in lijn met de veronderstelling dat het pand oorspronkelijk als drieling met nummers 91 en 93 nieuw is gebouwd. Ook hier blijft het raden naar de exacte loop van de geschiedenis.
Reguliersgracht 95 was een van vijf ‘bedreigde monumenten’ die wij in 1988 op verzoek van de gemeente aankochten. Bij aankoop was al bekend dat het pand restauratie behoefde.
We hebben het pand gerestaureerd in de vorm die het had toen het in 1970 een rijksmonument werd, de historisch gegroeide situatie: dus is de lijstgevel gehandhaafd in plaats van de 18e-eeuwse halsgevel te reconstrueren. Wel zijn er weer ramen met een roedeverdeling gemaakt. De pui kreeg een wat meer bij de rest van het monument passend uiterlijk. De gelijkenis met de panden 93 en 91 ontgaat de oplettende voorbijganger niet.
Toen de steiger voor het pand was geplaatst, bleek de voorgevel bij nadere inspectie in zo’n slechte staat dat plaatselijk herstel niet verantwoord was. Na spoedberaad ter plaatse met Monumentenzorg is besloten om de gehele voorgevel te demonteren, nadat deze nauwkeurig was gedocumenteerd. Bij het opnieuw metselen zijn alle bruikbare stenen teruggeplaatst. Deze ingrijpende klus zorgde uiteraard voor extra vertraging van het bouwproces maar uiteindelijk was de restauratie gereed in 2007.
De naastgelegen panden op nummer 97 en 99 werden gelijktijdig aangepakt, en zo heeft Stadsherstel in samenwerking met de buren weer een heel stuk gracht opgeknapt.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam Cultuur Historische Vereniging
Amsterdam Monumentenstad, Digitaal Grachtenboek
Delpher
Reguliersnet
Stadsarchief Amsterdam
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Sytze Visser en Jan Arie Broersma
Restauratieaannemer: Hillen en Roosen
Constructeur: Ing. A.T. Brands