Opzichterswoning gemaal Zeeburg
Zeeburgerdijk 50, AmsterdamToen Amsterdam nog in de kinderschoenen stond, was deze dijk langs de Zuiderzee reeds aangelegd. Op deze plek brak de dijk in 1651 door tijdens de Sint Pietersvloed; het zette een groot deel van de oude stad onder water. Veel later, in 1912, werd er een hoofdrioolgemaal neergezet, dat de stedelijke hygiëne sterk verbeterde. In 1997 namen wij het complex gemaal Zeeburg over, bestaande uit een functionerend gemaal, een kantoorgebouw en een opzichterswoning. In deze woning is nu een advocatenkantoor gevestigd.
De oude zeedijk dateert al van voor 1300
De Zeeburgerdijk is vernoemd naar de vesting Seeburg, die in de 17e eeuw langs de dijk stond, en dateert waarschijnlijk al van vóór 1300. Toen Amsterdam nog geen plaats van betekenis was en Diemen de belangrijkste plaats in de omgeving.
De zeedijk langs de Zuiderzee heette eerst Sint Anthonisdijk, vernoemd naar het leprozenhuis ‘Sint Anthonisgasthuis’, dat rond 1400 buiten de poorten aan de oostzijde van de stad werd opgericht. De dijk verbond Amsterdam van de Sint Anthonispoort (de huidige Waag op de Nieuwmarkt) met Diemen en Muiden.
Totdat het gebied vanaf het eind van de 19e eeuw bebouwd raakte met de aanleg van het Oostelijk Havengebied, de Dapperbuurt en de Indische Buurt was het hier landelijk op een enkele boerderij na. Veel Amsterdammers gingen hier in de 17e tot en met 19e eeuw graag wandelen, en er bevonden zich op de kop van de dijk dan ook diverse uitspanningen, zoals Herberg Zeeburg, een gebouw dat nog steeds bestaat. Ter hoogte van deze herberg was ook de aanlegplaats waar schepen met vee arriveerden, en het gebied kende destijds een levendige veehandel. Ter hoogte van ons pand bevond zich een exercitieveld behorend tot de Stelling van Amsterdam. Waarschijnlijk werd hier door het Garnizoen Amsterdam geoefend in het schieten met handvuurwapens.
Met roeibootjes door de Kalverstraat
Lang voor op deze locatie het rioolgemaal en de bijbehorende opzichterswoning verrijzen, vindt precies hier een grote dijkdoorbraak plaats: de Sint Pietersvloed.
Op 5 maart 1651 zorgen een combinatie van een noordwesterstorm en volle maan voor een heftige springvloed. Via de zeegaten bij Texel, Terschelling en Vlieland wordt het Noordzeewater met grote kracht de Zuiderzee ingeperst, vanwaar het geen uitweg vindt, anders dan dwars door de dijk. Het gat dat het dichtstbij Amsterdam is gelegen is dat is bij het plaatsje Oetewaal (ook wel Houtewael), ter hoogte van waar de Zeeburgerdijk en Borneostraat samenkomen.
Het water breekt met zoveel geweld door de zeewering, dat ook de meer landinwaarts gelegen ringdijk van de Watergraafsmeer bezwijkt waardoor de pas drooggemalen polder vijf meter onder water komt te staan.
Maar het water stroomt zelfs ter hoogte van de Zeedijk en de Nieuwmarkt, en vanuit het Damrak over de Nieuwendijk en Warmoesstraat – toen nog echte dijkjes – terwijl men zich ook in de Kalverstraat en zijstegen verplaatst in bootjes omdat de straten blank staan. De spullen, “al wat in kelders, pakhuizen en loodsen opgesloten stond, van ’t water overvallen wierd”, worden in veiligheid gebracht door toegeschoten volk dat urenlang tot het middel in het water staat, maar zich voor dit ongemak goed laat betalen. De materiële schade is enorm.
Dit zaakje stinkt
Tot men in de negentiende eeuw het belang van een goede hygiëne begon in te zien kwam veel ontlasting gewoon in de grachten terecht. Deze werden weliswaar regelmatig gespoeld met Zuiderzee water, maar het zal toch een stinkende bedoening zijn geweest in de oude stad. Sommige huizen hadden een beerput die af en toe werd geleegd en ook reed er in sommige wijken de ‘boldootkar’ die het opgehaalde buiten de stad op een belt stortte. Deze beerkar werd schertsend vernoemd naar het Amsterdamse Eau de Cologne-merk Boldoot dat – net als het bekende Keulse merk 4711 – in een flesje met een blauw met gouden etiket kwam. De boldootkar deed nog tot in de jaren dertig van de vorige eeuw de ronde.
Vanaf 1870 werden de huizen in de nieuwe wijken buiten de Singelgracht aangesloten op het ‘Liernurstelsel’, een rioolsysteem dat gebruik maakte van perslucht om de meststoffen uit de ontlasting te halen. Maar dit systeem werkte niet goed met het watercloset dat snel zijn opmars maakte. In 1907 nam de gemeenteraad het besluit om de gehele stad buiten de Singelgracht van riolering te voorzien en het afvalwater in de Zuiderzee te lozen.
De opzichter woonde in een royale dienstwoning
En zo werd in 1913 ‘hoofdrioleeringsgemaal zeeburgerdijk’ in gebruik genomen, dat het afvalwater kreeg aangevoerd vanaf het hoofdriool dat via de Nassau-, Stadhouders- en Mauritskade naar de Zeeburgerdijk liep. Vandaar werd het ongereinigde afvalwater via een kilometerslange persbuis – de Smeerpijp – de Zuiderzee in gepompt. Dit leidde tot een geurende vlek met een doorsnede van 250 meter die ter hoogte van Durgerdam op het wateroppervlak dreef. Pas in 1982 kwam daar een eind aan. Toen werd de zuiveringsinstallatie op het Zeeburgereiland in gebruik genomen en werd ‘de Smeerpijp’ ontmanteld.
Het hoofdrioolgemaal werd ontworpen door een architect van de gemeentelijke Dienst Publieke Werken in de trant van Berlage. Zoals gebruikelijk bij dergelijke waterstaatkundige gebouwen was 24/7 toezicht noodzaak en dus werd gelijktijdig op nummer 50 een naastgelegen opzichterswoning gebouwd, waar tot eind jaren zeventig een toezichthouder heeft gewoond. Het is een bijzonder royale dienstwoning van 325 vierkante meter. Het geheel heeft de gemeentelijke monumentenstatus.
Sober ontwerp dat steen en staal zichtbaar laat
Veel (semi)openbare en overheidsgebouwen van rond 1900 hebben het stempel ‘Berlagiaans’. Dit betekent zoveel als architectuur die sterk geïnspireerd is door bouwmeester Hendrik Petrus Berlage (1856-1934). Die vooral bekend is geworden vanwege het door hem ontworpen beursgebouw aan het Damrak en gezien wordt als een van de grondleggers van de moderne architectuur in Europa.
Architectuur trekt al vroeg de aandacht van Berlage, maar in Nederland bestaat dan nog geen architectenopleiding. Men ging in die tijd simpelweg bij een andere architect in de leer. Dit was niet naar de wens van Berlage en als zoon van een welgestelde familie kon hij het zich permitteren om een opleiding te volgen aan de Bauschule in Zürich, waar hij in contact komt met architecten die zich afzetten tegen de dan heersende, overdadige neostijlen.
Vanaf het einde van de 19e eeuw doet het rationalisme zijn intrede in de architectuur. De sobere ontwerpen van Berlage sluiten goed bij deze stroming aan. Anders dan gebruikelijk in die tijd hebben zijn gebouwen weinig versieringen en decoraties, tenzij functioneel. In plaats van het moderne beton gebruikt hij liever ‘eerlijk’ materiaal zoals natuursteen en bakstenen. Deze liet hij ongepleisterd, zoals hij metalen spanten zichtbaar liet. Deze bouwstijl is uitermate goed toepasbaar bij functionele gebouwen zoals een gemaal en sprak instanties als Publieke Werken dan ook erg aan.
In 1987 wordt de opzichterswoning ingericht tot kantoorruimte, waar de Dienst Riolering & Waterhuishouding zijn intrek neemt. Ook het voormalige schoolgebouw op nummer 54 wordt in gebruik genomen als kantoor. Samen met het rioolgebouw vormen zij het complex gemaal Zeeburg dat in 1997 is verworven door het Amsterdams Monumenten Fonds (in 1999 gefuseerd met Stadsherstel, waarna het verderging onder de naam Stadsherstel Amsterdam). Het functionerende gemaal bleef vanwege de bereikbaarheid eigendom van Waternet, Stadsherstel huurt de machinehal. Een complex dat een zeer belangrijke bijdrage geleverd heeft aan de leefbaarheid van de stad is daarmee behouden gebleven.
De ruime opzichterswoning bleef in gebruik als kantoorruimte, inmiddels al jarenlang de thuishaven van advocatenkantoor Van Doorn. Zij kwamen hier in 2011 nadat zij jarenlang in een andere locatie van ons gehuisvest waren: de Gerardus Majellakerk.
Het gebouw heeft een prachtige ligging op de hoek de Zeeburgerdijk met de Borneostraat en met vrij uitzicht aan drie zijden. Aan de kant van de Zeeburgerdijk grenst het aan het voormalige rioolgemaalgebouw, waar nu restaurant Het Pompstation gevestigd is.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam Cultuur-Historische Vereniging
Amsterdam op de kaart
De Brugkrant ‘De Smeerpijp van Amsterdam’
Delpher
Erflaters van onze beschaving, Nederlandse gestalten uit zes eeuwen, Jan Romein, Annie Romein-Verschoor, 1977
Indische buurt
Joost de Vree
‘Jubileum met een luchtje’
Ons Amsterdam ‘Hier gebeurde het: Zeeburgerdijk, Borneostraat, 5 maart 1651’, Marius van Melle & Niels Wisman, 2010
Stadsarchief Amsterdam
Stelling van Amsterdam
Van Doorn cs advocaten