Utrechtsestraat 141
Utrechtsestraat 141, AmsterdamDit monument met een lage trapgevel met vleugelstukken in de top wordt bekroond door een leeuw met een wapenschild en een lelie in de gevel. Door de verregaande bouwvalligheid was het pand door de vorige eigenaar volledig in de stutten gezet. Wij restaureerden het in 1975 en als kers op de taart kreeg het in 2016, dankzij Vriend Ruud van Helden, kleur.
Originele bouwhoogte behouden
De Utrechtsestraat is een gezellige winkelstraat in Amsterdam waar ons restaurantje mooi bij past. De straat dateert uit de grote stadsuitbreiding van 1658. Ze ontving deze naam, omdat ze van de Reguliersbreestraat naar de Utrechtsepoort liep. De straat ligt tussen het Rembrandtplein en het Frederiksplein en kruist drie grachten: de Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht. Sinds 1877 reden er paardentrams door de Utrechtsestraat. In 1904 verscheen de elektrische tram. Vanwege de geringe breedte ligt er enkelspoor, met wisselplaatsen op de bruggen over de grachten.
De meeste panden in de Utrechtsestraat zijn in de loop der tijd hoger geworden, dit monument is het enige huis inde Utrechtsestraat dat zijn oorspronkelijke bouwhoogte heeft behouden.
In januari 1666 verkopen burgemeester en Thesaurien het erf ter plaatse van Utrechtsestraat 141 voor ƒ 920,-. Daarna is er in opdracht van de eigenaar van het erf, Herman Claessen Strijen, door meestertimmerman Thomas Klaessen en met geleend geld een huis gebouwd dat in juni 1667 gekocht wordt door Robbert Burlion. Na het overlijden van Burlion in 1681 wordt het pand verkocht voor ƒ 3690. Bij die verkoop wordt het pand voor het eerst omschreven als: ‘het pand waar de Lely in de gevel staat’.
De familie Burlion
We zijn dankzij stamboomonderzoek.com en archiefonderzoek nog meer te weten gekomen over de bouwheer Robbert Burlion. Zo is hij in 1598 geboren in Le Quesnov (Frankrijk) vlakbij de Belgische grens. Hij laat het huis in 1667 bouwen waarna hij het in 1681 kwijtraakt bij een executie van zijn boedel. Hij overlijdt op 85-jarige leeftijd in 1683 in Naarden, waar hij op 1e kerstdag begraven wordt. Hij was getrouwd met Judith Boissard, zij werd drie jaar na Robbert in het Franse plaatsje Aix, 40 kilometer ten noordwesten van Robbert geboren. Zij overlijdt in Amsterdam en is op 16 november 1677 begraven in de Fransch of Waalsch Gereformeerde Kerk. Robbert en Judith hadden samen acht kinderen die allemaal in Amsterdam geboren zijn: Elisabeth (1622), Anne (1624), Philip (1627), Pierre (1630), Maria (1632), Judith (1635), de 2e Pierre (1637) genoemd naar zijn even daarvoor overleden broertje, en hun 8e kind Jacques (1639).
Als in 1699 Jasper Ammerman, wijnmaker, het pand koopt wordt het omschreven als het pand “waar de Lely in de gevel staat en tegenwoordig ‘de Hoop’ uithangt”. Achtereenvolgens is het pand in de 18e eeuw eigendom van onder andere een spekslager, een meesterschilder en een meesterspekslager, maar de Lelie blijft.
Waar de Lely in de gevel staat
Het pand heeft nu nog steeds een gevelsteen met een bloeiende lelie zonder op-of onderschrift. Na archiefonderzoek kwamen we er dus achter dat Robbert Burlion in het huis had gewoond en ineens bedachten we dat zijn achternaam misschien iets met de steen te maken zou kunnen hebben. Het eerste deel van de naam Burlion, dus bur, heeft als nederlandse vertaling uit het frans: klis. Googlen op de twee woorden ‘klis’ en ‘lelie’ leverde een beschrijving op in het ‘Groot en Algemeen kruidkundig hoveniers en bloemisten woordenboek’ uit 1745 van de smalbladige klisterlelie, met de latijnse naam Lilium floribus refexis mantana. Tegenwoordig wordt deze plant de berglelie genoemd. Een hedendaagse foto van de berglelie komt overeen met de in de gevelsteen afgebeelde lelie.
De toppilaster wordt bekroond door een staande leeuw met wapenschild waarop het jaartal 1667 staat. Natuurlijk heeft deze leeuw ook te maken met eigenaar Burlion, in wiens naam het franse woord leeuw (lion) voorkomt. Bij de restauratie in 1975 is de onderste helft van het wapenschild met de leeuw achter de puibalk tevoorschijn gekomen en in ere hersteld.
Een schandevlek, die al lange jaren de entree van de Utrechtsestraat van het Frederiksplein ontsiert
Als Stadsherstel het pand koopt, is het zeer vervallen en de buurt maakt zich daar druk om. Er rust ook een aanschrijving van Bouw- en Woning Toezicht op het pand in verband met bouwvalligheid en dringend herstel
Bij de restauratie heeft het huis heeft een geheel nieuwe betonnen fundering gekregen. Ten behoeve van het restaurant is een betonnen drijvende kelder onder het huis gebouwd. De woning erboven is een bedrijfswoning.
De gevelsteen en het leeuwtje kregen toen net als voor restauratie een nieuwe witte verflaag. Na ruim veertig jaar was de tijd aangebroken om het leeuwtje en de gevelsteen te restaureren en te polychromeren. Dat was mogelijk dankzij een bijdrage van het geveltekenfonds en een bijdrage van Ruud van Helden aan de Vrienden. Bij zijn afscheid als notaris vroeg hij zijn gasten, mochten ze een donatie willen geven, om dat dan te doen aan de Vrienden van Stadsherstel. Ruud wilde graag dat het geld onder andere besteed zou worden aan de restauratie van gevelstenen. En zo geschiedde.
Restaurant Zoldering, sinds 2019 gevestigd in dit monument, heeft in 2022 één Michelin ster gekregen. Dus zeker de moeite waard om een keer langs te gaan. Of zoals Michelin zegt: verfijnde keuken. Zeker een bezoek waard! Meer over Zoldering op www.zoldering.nl
Kleuren vaak verdwenen op beeldhouwwerk
Zoals gewoonlijk vond de restaurateur Wil Abels weer dikke lagen verf over het steen want bij elke schilderbeurt van het pand kregen het leeuwtje en de gevelsteen ook een nieuwe verflaag.
Helaas werden er onder de dikke lagen verf geen oude verfsporen gevonden. Aangenomen wordt dat de steen, in het verleden, zoals bij zo veel stenen gebeurde, geloogd is geweest. Dit omdat gelijk over de steen een grijze verflaag is aangebracht, die vaker tegengekomen wordt bij geloogde stenen. Ook aan sommige details is goed te zien dat het beeldhouwwerk vroeger gepolychromeerd was. Het witte jaartal op het witte schild is bijvoorbeeld totaal niet leesbaar vanaf de straat terwijl dat oorspronkelijk wel de bedoeling was.
Vaak zijn de kleuren op beeldhouwwerk volkomen verdwenen, net als op oude Egyptische, Griekse en Romeinse beelden die kakelbont waren geschilderd. In de 19e eeuw werden ze zelfs vaak geloogd. Op oude afbeeldingen is te zien dat gevelstenen van kleur voorzien waren. En ook worden er in het archief soms rekeningen van de schilder teruggevonden. Daarom zet de VVAG zich, in dit geval met ons, in om de gevelstenen te restaureren en hun kleur terug te geven.
Polychromeren van de gevelsteen
Voor de bepaling van de kleuren van de gevelsteen waren we er snel uit, dankzij het historisch onderzoek en de ontdekking dat de bloem een berglelie was. Jos Otten van de VVAG zei over de bloem ‘Die bloem is inderdaad zoals die lelie er in de natuur uitziet. Dat was gebruikelijk.’ De bloem werd dan ook wit met een groene steel zoals de werkelijke berglelie.
De achtergrond van de gevelsteen werd Bentheimer, een warme crème kleur, zoals gewoonlijk. Maar eerst werd de steen in de olie gezet en daarna werden de fond kleuren opgezet. Tot slot werd er nog eens kritisch naar de kleuren gekeken waarna de steen afgeschilderd kon worden.
Bij de leeuw werd vooral gekeken naar andere voorbeelden. Zo werd besloten om de leeuw leeuwkleurig te maken net als de leeuwen op het Heerenlogement/voormalige Stadshuis. Dus eigenlijk een warm oker met een beetje Engels rood erbij. Het jaartal werd antraciet/zwart, dat gebeurt meestal bij jaartallen. Vergulden gebeurt bijvoorbeeld alleen bij teksten als ‘De vergulde …’. Ook de leeuw werd eerst in de olie en de fond kleuren opgezet. Daarna werd de leeuw nog een keer overgehaald, waarbij het oker van de leeuw nog wat opgelicht werd op de hoge delen.
Veel dank!
Wij danken de gasten van de receptie van Ruud van Helden en natuurlijk Ruud zelf hartelijk voor hun financiële bijdrage. Wilt u ook een gift doen aan een specifiek monument of onderdeel? Neemt u dan contact met ons op.
Bronnen:
delpher.nl
Stadsarchief
Archief Stadsherstel
Groot en Algemeen kruidkundig hoveniers en bloemisten woordenboek, uit 1745
Aan dit project werkten mee:
Restauratiearchitect: G. Prins
Restauratieaannemer: G. J. Dijst & Zn.