Met het 'Rustende Ree'
in de geveltop

R

Ree Rust

Reestraat 8, Amsterdam

Een toepasselijker naam in deze straat is niet mogelijk, sinds de late 18e eeuw is dit het huis ‘daer de Rhee in de gevel staet’. De eerste eigenaar was een ‘crudener’, een ander beroep dan de kruidenier zoals die er lange tijd in de 20e eeuw zat. Eind 19e eeuw woonde hier boven de banketbakkerij de 12-jarige Antje. Zou zij het meisje zijn dat als inspiratie diende voor Rosa Overbeek, van wie Kees de Jongen zijn eerste kus kreeg?

Ca. 1620
Bouw
1763
Lodewijk XV klokgevel
1978
Stadsherstel eigenaar
1981
Restauratie
Nu
Pulitzer Hotel
Kruidenier
Mostart

Mosterd na de maaltijd

Na de aanleg van het eerste deel van de grachtengordel kwam in 1615 de grond op de hoek van de Keizersgracht met de Reestraat in handen van de uit Antwerpen afkomstige kruidenier Daniel Mostart (1559-1627). Het beroep van kruidenier was in die tijd overigens niet vergelijkbaar met latere kruideniers. ‘Crudeners’, verenigd in het Sint-Nicolaasgilde, bestonden al in de middeleeuwen en waren eerder een combinatie tussen een drogist en apotheker. Ze verkochten inheemse geneeskundige kruiden, keukenkruiden, zuidvruchten en specerijen. Na 1595 kwam de handel in Oosterse producten op. Aan het eind van de 17e eeuw werd wettelijk vastgelegd dat kruideniers geen geneeskundige artikelen meer mochten verkopen en ging men zich vooral toeleggen op de verkoop van droge levensmiddelen.

De achternaam Mostart is Middelnederlands voor mosterd en het is aannemelijk dat dit een verwijzing was naar het beroep van Daniel: mosterd was al bekend bij onder meer de oude Egyptenaren, Grieken en Romeinen. Behalve als smaakmaker werd het ook gebruikt als geneesmiddel, bijvoorbeeld tegen reumatiek. In de late middeleeuwen werd het gebruik van mosterd tijdens de maaltijd gezien als middel om de spijsvertering te bevorderen. Hierin vindt zich de oorsprong van de uitdrukking ‘mosterd na de maaltijd’.

1620
Van 3 naar 4

De eigenaar gaf een draai aan zijn hoekerven

Een echte ondernemer was Mostart zeker: hij bezat drie erven aan de Keizersgracht, maar om zijn grond rendabeler te maken verdeelde hij ze in vier percelen met de ingang aan de Reestraat. In 1620 kocht Volckert Jansz – ook bekend onder de achternaam Hansz – een van deze erven, met een breedte van 16 voet en lang 60 voet: het huidige Reestraat 8. Ten westen had hij al eerder twee erven gekocht van de weduwe van Nanningh Claes de With.

Volckert, geel- ofwel messing gieter van beroep, laat het erf bebouwen, maar de kans is klein dat hij zelf in het huis gaat wonen. Hij is opdrachtgever voor de bouw van meerdere huizen, waaronder ook Herengracht 234 en 236. Als het huis in 1645 in opdracht van de Weesmeesters verkocht wordt hangt er ‘De Swarte Laers’ uit. Aannemelijk is dan ook dat de koper, de schoenmaker Harman Schrijver, het winkelhuis al huurde. Vooral aangezien hij bij zijn trouwen in 1624 al in de Reestraat woonde. Verkoopster is Volckerts weduwe Trijntge Bogaerts, zowel voor zichzelf als voor hun vier minderjarige kinderen. Het huis brengt ƒ 6404,- op. Het huis ten westen, het huidige nummer 10, met gemeenschappelijke muren en loden goten, blijft in bezit van de verkopers.

Huisnaam
De Swarte Laers

Rond 1763 krijgt het huis de klokgevel met het ‘rustende ree’

De erfgenamen van Harmans weduwe Elsje Losenhuys verkopen het huis waar ‘De Swarte Laers’ uithangt, in 1669 aan Jacob Pergens (1595-1681), heer van Vosbergen en bewindhebber der Westindische Compagnie kamer Amsterdam. Pergens zelf woont aan Herengracht 160 met zijn derde vrouw, Léonora Bartolotti, kleindochter van de schatrijke bankier die het Bartolottihuis aan de Herengracht 170-172 liet bouwen. Pergens zelf is ook een vermogend man, in 1674 wordt hij aangeslagen voor een vermogen van ƒ 260.000,-. De ƒ 5600,- contant voor het huis zal hij dan ook lachend hebben neergeteld.

Bij de boedelscheiding van haar vader in 1682 krijgt dochter Maria Magdalena het huis toebedeeld en in 1688 verkopen zij en haar echtgenoot graaf Francois de St. Pol het huis voor ƒ 5950,- aan Jan Hermansz van Couverden. De eerstvolgende kwijtschelding is 75 jaar later. Het huis is verhoogd én voorzien van een klokgevel ‘daer de Rhee in de gevel staet’.
De erven verkopen het huis dan voor ƒ 6325,- aan Elizabeth de Groot, weduwe van Otto Jansz. Zij verkoopt het huis twee jaar later alweer, met winst: Jan van der Hulst betaalt er ƒ 7300,- voor. Waarschijnlijk is het in de tussentijd grondig verbouwd.

In de 18e en begin 19e eeuw zijn hier achtereenvolgens een timmermanswinkel, een chirurgijn, drogist, schoenmaker en zilverkashouder gevestigd. Tussen 1836 en 1916 zit er een banketbakkerswinkel met een bakkerij in het achterhuis.

Kalverliefde
Kees de Jongen

Gekust door het meisje van de kleine chocoladelettertjes

De eerste banketbakker H.J. Wesler was tevens suikerwerker van beroep. In 1850 deed hij zijn winkel over aan P. van Millingen. Na 27 jaar werd Wilhelm Wijnand in 1877 de laatste banketbakker in de zaak. Hij is het die het winkelinterieur zal hebben veranderd rond 1880.

De winkelruimte werd toen voorzien van een U-vormig aangebrachte betimmering en een gezellige slagorde van gemarmerde pilaartjes met vergulde kapiteeltjes voor de uitstalkasten die niets meer van doen hebben met de klassieke Korinthische bouworde, maar passend werd gevonden voor het uitstallen van luxe gebak, bonbons en verfijnde suikerversnaperingen in de stijl van een 19e-eeuwse Duitse Konditorei of Franse patisserie.

In 1889 verhuisde Wijnand naar de bovenliggende woning met zijn vrouw, zoon en twee dochters, onder wie Antje, geboren in 1879 – net als Theo Thijssen, schrijver van Kees de Jongen. Deze Kees wordt op zijn laatste schooldag – 12 jaar oud – gekust door ene Rosa, die in “die beroerde drukke Reestraat” woont boven de winkel “waar ze die kleine chocoladelettertjes van vijf cent verkochten”. Zou Rosa gebaseerd zijn op Antje? En is de boekhandel waar Kees op afstand Rosa in de gaten hield, Scheffer & Co die tussen 1890-1893 in ons pand op nummer 17 zat?

20e Eeuw
Kruidenier

Buurtwinkel van De Spar

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bestond de banketbakkerij daar nog, maar in 1915 komt het pand in eigendom van de Insulaire Hypotheekbank te Zierikzee. Het huis heeft dan een winkel met kamer, op de eerste verdieping een voor- en achterkamer met keuken, op de tweede (de voormalige zolder) een kamer en werkruimte en in het achterhuis een bakkerij met op de eerste en tweede verdieping elk een kamer die in gebruik zijn bij de gebruikers van de begane grond. Er zijn achtereenvolgens een kleermaker en tien jaar later een winkeltje met koloniale waren gevestigd.

In 1949 wordt mevrouw Konings eigenaresse van het pand, die de voorgevel laat herstellen en de kap vernieuwen. Vanaf dat jaar is er een kruidenierswinkel van De Spar gevestigd, die in 1959 wordt overgenomen door de familie Van den Burg. Na overlijden van haar man in 1966 zet de weduwe de winkel voort tot zij in 1979 vanwege gezondheidsredenen moet stoppen.

Rol van Stadsherstel
Vernoemd naar bouwheer

Reestraat 8 is een 17e-eeuws winkelhuisje uit circa 1620 en rond 1763 grondig verbouwd. Het rijksmonument kreeg toen een fraaie, vrij sobere klokgevel in Lodewijk XV-stijl. Met een gebogen lijstvormig fronton met kuif als gevelbekroning. Bij de restauratie werd de benaming ‘Ree Rust’ in de vulling van het fronton teruggevonden, met de afbeelding van een rustend ree. Verder aanzetvoluten op iets inspringende aanzetstukken met kuif en een houten onderpui. Bij de restauratie werd ook de 17e-eeuwse puibalk met pengaten in de achtergevel aangetroffen. Hier zat oorspronkelijk glas-in-lood.

Toen we het pand kochten was de bouwkundige staat erg slecht, zodat het zaak was om spoedig met de restauratie te beginnen, samen met nummer 5 en 7. In 1971 waren de naastgelegen panden nummers 2, 4 en 6 al gerestaureerd en in gebruik genomen door het Hotel Pulitzer. Ook nummer 8 is nu onderdeel van het hotel. Op de begane grond bevindt zich de entree naar restaurant Jansz., vernoemd naar – jawel – de bouwmeester van het pand. Boven zijn over de diverse panden vergader- en dinerzalen die verwijzen naar zijn beroep: de ‘koperkamers’. Op Reestraat 8 is dit de intieme ‘copper study’.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Delpher
Els van Wageningen
Jordaanweb
Stadsarchief Amsterdam

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratie-architect: H.F. Rappange
Restauratie-aannemer: M. Minnesma

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.