Hier kon men terecht voor verfijnde snoepwaren en banket

R

Reestraat 17

Reestraat 17, Amsterdam

Schilder Lucas Luce zorgde goed voor zijn vijf dochters, vooral voor de drie die ongehuwd waren. Hij liet ze geld en schilderijen na en assisteerde ze bij de aankoop van dit huis halverwege de 17e eeuw. Na vele bewoners en uitbaters van de winkelruimte kwam in de vroege 20e eeuw een confiserie-patisserie in het pand met de rijk versierde onderpui met timpaan die behouden is gebleven.

Ca. 1617
Bouw
Eind 19e eeuw
Onderpui
1972
Stadsherstel eigenaar
1977
Restauratie
Nu
Woningen & bedrijfsruimte
Aanleg
Leerhandel

Op dit erf werden twee huizen gezet

De Reestraat werd in 1612 aangelegd als onderdeel van de grachtengordel. Het dwarsstraatje verbindt de Prinsengracht met de Keizersgracht. De ambachten en handel in deze dwarsstraatjes voorzagen in de behoeften van de rijke koopmansfamilies aan de grachten. De Reestraat herinnert net als zes andere namen van de 9 Straatjes aan het ambacht van de leerbewerking.

In 1617 is het Jacob Hendricksz Scharbier die een erf van 40 bij 60 voet lang koopt aan de zuidzijde van de Reestraat. Zijn achternaam zal een verwijzing zijn geweest naar zijn beroep. De verkoper zit ook in ‘het bierwezen’, Jaspar Cornelisz is bierbeschooier: iemand die ervoor zorgde dat het ingevoerde bier bij de tapperijen kwam.

De koper neemt de kosten voor melioratie, dat is grondverbetering en drainering, van het erf door de stad voor zijn rekening. Op dit erf worden de huidige Reestraat nummer 15 en 17 gebouwd. In 1626 gaat dit pand over naar Pieter Jansz Pont en van hem naar Aeltgen Brouwers, weduwe van Henrick Woutersz Brant. In 1639 is het haar zoon Wouter Brand die het huis namens haar verkoopt voor ƒ 4650,-. Aeltgen zelf woont dan in Alkmaar, met echtgenoot Jacob van der Oort.

Eigenaar
Ongehuwde zussen

Schilder Luce liet zijn dochters goed verzorgd achter

Eigenaar wordt schoenmaker Oycken Hicken en na zijn overlijden wordt het huis in 1656 door de erven voor ƒ 7500,- verkocht aan de drie zussen Lysbeth, Hendrickje en Magdaleentje Luce, daarbij geassisteerd door hun vader, de schilder en kunsthandelaar Lucas Luce (1575-1661). Lucas werd geboren in Antwerpen, met zijn ouders vestigde hij zich rond 1587 in Amsterdam. In 1598 trouwde hij met een Utrechtse met wie hij vijf dochters kreeg. Twee daarvan, Anna en Susanna, trouwden; de andere drie bleven ongehuwd. Lucas is de eerste handelaar van wie bekend is dat hij op de Amsterdamse weeskamerveilingen kunst kocht, al sinds 1601. Naast zijn handel die hij ook internationaal uitoefende, het taxeren van kunst en het schilderen, was hij ook actief in het Sint-Lucasgilde.

In 1631 betaalde Lucas slechts ƒ 40,- belasting, wat overeenkwam met een vermogen van ƒ 8.000,-. Toen hij in 1642 met zijn vrouw een testament opmaakte, was dit fortuin gestegen tot zo’n ƒ 13.800,-, dat zij nalieten aan de drie ongehuwde dochters: ƒ 4.600,- elk. Daarbij kregen zij ieder een klein portret van Cornelis van Poelenburg. De getrouwde dochters hadden bij hun huwelijk een bruidsschat meegekregen (van Susanna bedroeg die ƒ 4.000,-) en een huwelijksgeschenk.

Dichter
Te drommel!

Producten worden in advertenties op rijm aan de man gebracht

Vijf jaar later was Lucas weduwnaar en liet hij opnieuw vastleggen dat zijn volledige inventaris zou worden nagelaten aan zijn ongehuwde dochters. Elke dochter zou de schilderijen ontvangen die waren voorzien van het initiaal van haar voornaam. Lucas, zelf woonachtig aan de Lauriergracht 80 in het huis ‘De Schilder Apelles’, overleed op ongeveer 85-jarige leeftijd in 1661. Hij was tot op hoge leeftijd productief als schilder geweest; in 1656 nog – het jaar dat dit huis door zijn dochters wordt aangekocht – signeerde hij een schilderij, waarbij hij zijn 81-jarige leeftijd toevoegde.

De volgende keer dat we het huis tegenkomen bij een overdracht is pas in 1942, maar met krantenberichten en andere archiefstukken kunnen we toch een deel van de geschiedenis goed invullen. Zo zit er in 1742 een linnenwinkel in het pand en in de 19e eeuw een drogist.

In 1883 vinden wij hier architect Johannes Hendricus Theodorus Löning van wiens hand bijvoorbeeld Weesperzijde 20, 21-22 en Spuistraat 21 zijn. En in 1884-1885 woont boven gelegenheidsdichter J. de Boer. Een lucratieve handel: tussen 1870 en 1900 bieden tientallen gelegenheidsdichters hun diensten aan in de kranten, variërend van levenslopen en ABC’tjes tot advertentieteksten. In 1880 rijmt – dezelfde? – J. de Boer dan ook in het Algemeen Handelsblad:

“Te drommel! ’t schijnt dat goede zaken
Alleen door verzen zijn te maken;
Want kijk eens daaglijks in de krant,
Poëtisch wordt de handelsstand!”

Winkel
Confiseur-patissier

Valt er niet over te praten?

Tussen 1890 en 1893 zit boekhandel Scheffer & Co in het pand en in 1894 verhuist manufactuur- en linnenmagazijn L. Hirschfeld & Co hiernaartoe. Tien jaar later wordt behanger en stoffeerder Friedrich Heinrich in staat van faillissement verklaard. Al twee jaar eerder waarschuwt hij in de krant geen krediet aan zijn vrouw te verlenen. Het magazijn zat er al tenminste sinds 1897. Rond die tijd wordt Amsterdam opgeschrikt door geheimzinnige moorden en de 14-jarige loopjongen van Heinrich, Rudolf Kluwe, verklaart getuige te zijn geweest van een moordpoging. Uiteindelijk blijkt het te gaan om een wat al te levendige fantasie van de betrokken werknemer.

In 1910 komt er op dit adres een telefoonaansluiting op naam van het gezin Van Leeuwen, dat hier tot tenminste 1924 op 1-hoog woont en een confiserie-patisserie runt. Gijsbert van Leeuwen (1872-1945) en Margaretha Maria Everdina van Leeuwen-van Waateringe (1874-1951) zijn in 1898 in het huwelijk getreden. Zij waren toen 25 en 24 jaar. Ze kregen één dochter, Geertruida Wilhelmina Margaretha van Leeuwen (geboren 1899). Naast zijn werk als banketbakker was Gijsbert penningmeester van het Vereenigd Amsterdamsch Damgenootschap.

Een cryptisch bericht lezen wij in de krant in 1913: “C. d. G. Wel jammer! Valt er niet over te praten? Het bedoelde adres is Reestraat 17”. Wat hieraan vooraf ging en hoe het verhaal afloopt hebben wij niet kunnen achterhalen.

Rol van Stadsherstel
Pui met timpaan

Eind 19e eeuw zijn er meerdere verbouwingen. Ook wordt dan de onderpui gewijzigd. In 1874 wordt waarschijnlijk de basis gelegd voor de huidige onderpui. In 1882 wordt deze wederom aangepast, volgens de bouwtekening krijgt het nog niet het bijzondere timpaan. Bij de volgende tekening uit 1899 wordt het timpaan wel al als bestaande situatie gegeven. De winkeldeur verschuift dan van het midden naar de zijkant, zoals nog altijd het geval is. De rijkversierde entree naar de bovenwoningen, zoals goed op de foto uit circa 1910 te zien is, is daarbij gehandhaafd.

Toen wij de panden Reestraat 15 en 17 kochten in 1972 waren zij in zeer bouwvallige staat en stonden zij al lange tijd in de stutten. Hoewel het geen geregistreerde rijksmonumenten zijn, werden bij de restauratie in 1977 zeer interessante houtconstructies in de panden aangetroffen.

Door de aankoop en restauratie van deze twee panden heeft Stadsherstel uiteindelijk 12 panden in de Reestraat gerestaureerd. In het pand op nummer 17 zijn woningen gevestigd en kleding boutique Muze the Store. Meer informatie: Muze the Store.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Art at Auction in 17th Century Amsterdam, chapter 13: Art Dealers I: Artists and Merchants in the Trade, John Michael Montias
Delpher
Het rijm van de middenstand, Ed Schilders, 2020
Stadsarchief Amsterdam

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: E.H. Weber
Restauratieaannemer: Fa J. Kneppers

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.