Waar Sint Pieter
in de gevel stond

P

Prinsengracht 459

Prinsengracht 459, Amsterdam

De man die hier een huis bouwt, ‘Pieter Clapmuts’, is waagdrager bij het clapmutsenveem. Geheel toevallig zal het niet zijn dat hij St. Pieter in de gevel laat zetten. Het huis is een van de drie (alle Stadsherstelmonumenten!) aan de Prinsengracht waarvan beweerd is dat Joost van den Vondel hier gewoond zou hebben. Zal het mysterie ooit echt opgelost worden? Zeker weten we in elk geval wel dat hier de bekende altzangeres Aafje Heynis woonde in de jaren zestig van de vorige eeuw.

1639
Bouw
1800-1810
Verhoogd
1974
Stadsherstel eigenaar
1986
Restauratie
Nu
Woningen
Bouw
Sint Pieter

Pieter Clapmuts laat zijn naamgever in de gevel plaatsen

De eerste vermelding van het pand op de locatie van de huidige Prinsengracht 459 dateert van 1615 als Hendrick van Cuyck het naastgelegen erf, het huidige Prinsengracht 457 aangewezen wordt. De belendende buurman ten zuiden is dan schoenmaker Harmen Wesselsz, de naam die ook voorkomt op de uitgiftekaart van erven tussen de Runstraat en de Berenstraat in de periode 1615-1620.

Later krijgt de huistimmerman en latere waagdrager Pieter Cornelisz het erf in bezit. Hij is ook eigenaar van de twee panden ten noorden: nummer 457 en 455. Het erf is volbouwd in 1639 en na het overlijden van Pieter Clapmuts, zoals zijn bijnaam luidt, blijft het op naam staan van zijn weduwe en latere erfgenamen.

Mogelijk heeft de bouwer een eerbetoon aan zijn naamgever Petrus willen nalaten want bij de eerstvolgende bewaard gebleven overdracht van het huis in 1718, blijkt St. Pieter in de gevel te staan.

Vondel
De Trouw

Weduwnaar Vondel en zijn dochter wonen aan de Prinsengracht

In krantenberichten van 1911 en 1920 wordt bij verkoop van dit pand gesteld dat Vondel hier gewoond heeft, maar waarop deze schijnbare zekerheid gebaseerd is wordt er niet bij vermeld. Duidelijk is in elk geval wel dat dit vraagstuk de gemoederen al lange tijd bezighoudt. Later wordt vooral gedacht dat het ofwel om nummer 457 ofwel 451 moet gaan, omdat Vondel het zelf omschreef als “op de Princegraft, op een huis na het hoeckhuis van de Beerestraet” (en dus niet het derde huis), waarbij Amsterdam-historicus Van Eeghen na onderzoek in 1967 geneigd was te geloven dat het de Prinsengracht 451 was waar Vondel (mogelijk bij iemand in-)woonde tussen tenminste 1653-1668.

Joost van den Vondel (1587-1679) is dan weduwnaar en ‘De Trouw’, de kousenzaak in de Warmoesstraat die opgezet is door zijn moeder, laat hij achter onder de verantwoordelijkheid van zijn zoon Joost. Mogelijk is de slechte verstandhouding van hem en zijn enige dochter Anna met Joost jr. de reden van hun vertrek. In elk geval nemen hij, Anna en zijn kleinkinderen hun intrek aan de Prinsengracht, waar Vondel onder andere zijn treurspel Lucifer (1654) zal afronden.

Afscheid
Joost junior

“Noem geen kinderen naar uw naam”

Vondel zal uiteindelijk op één kleinzoon na al zijn kinderen en kleinkinderen overleven. Eén kleinkind sterft in 1664, een andere in 1670 als vader en dochter al niet meer aan de Prinsengracht wonen.

Ook met De Trouw loopt het niet goed af, in 1656 wordt Joost jr. insolvent verklaard. Het ontlokt Vondel de uitspraak “Noem geen kinderen naar uw naam, want die wordt gebrandmerkt als zij niet deugen”. Vondel neemt de schuld over, waardoor hij zelf in armoede raakt en zet in 1659 – zelf dan al een bejaarde man – zijn zoon bij de Schreierstoren op de boot naar Indië. De burgemeesters van Amsterdam hebben Vondels verzoek om zijn zoon gedwongen naar Indië te sturen ingewilligd, wat doet vermoeden dat hier iets serieus is voorgevallen. Maar net als het exacte woonhuis van Vondel blijft ook dit vertrek in nevelen gehuld. Joost junior zal overigens nooit aankomen in Indië, hij sterft op zee en krijgt een zeemansgraf.

Hoe het ook zij, Stadsherstel bezit alle drie de panden aan de Prinsengracht waar Vondel mogelijk gewoond heeft.

1669-1801
Investering

Een huis voor de kinderen

In 1669 komt het huis in bezit van koopman Johannes Bruynenburgh die dan nog in de Berenstraat woont. Twee jaar eerder in 1667 heeft hij ook al nummer 451 aangekocht, waar hij zelf zal gaan wonen met Aeltje van Houten, met wie hij in 1672 in ondertrouw gaat. Bij de boedelscheiding van Aeltje in 1705 is dit perceel aanbedeeld aan kleindochter Aletta van Roeveroy, die het samen met haar echtgenoot Abraham van Roeveroy Abrahamszn in 1718 laat verkopen door gemachtigde Dirck Bruynenburg. Koper is Adrianus Sandijk en hij betaalt ƒ 3700,- contant.

Als de voogden van zijn minderjarige zonen Adriaan, Hendrik en Benjamin het huis in 1741 verkopen brengt het aanzienlijk meer op: ƒ 4850,-. Hun ouders waren vermogend, zo blijkt wel als weduwe Maria Catharina Baelde in ditzelfde jaar trouwt met Jan Nicolaas van Eys en hierbij twee huizen aan de Herengracht en een hofstede inbrengt: Middellaan te Heemstede.

Koper is Jan van Steenbergen. En na zijn overlijden verkopen zijn schoonzoon en kleinkind en achterkleinkinderen het huis in 1801 aan Joachim Schobbe. Rond deze tijd is het pand aanzienlijk verhoogd.

Bewoners
Bekende altzangeres

Veel diverse bedrijfjes waren hier gevestigd

In de 19e eeuw heeft het pand meerdere wooneenheden: een huis, eerste bovenhuis, tweede bovenhuis, 3-hoog, een voorkamer 3-hoog en waarschijnlijk een kelder. Bewoners zijn onder andere tabakswerker W. Kuhler, winkelbediende D.N. Groh en suikerbakker Christian Friedrich Schrag. Zijn weduwe Maria van Seventer overlijdt op dit adres in 1890. Een maand later wordt het huis, samen met het buurpand op nummer 457, te koop aangeboden.

Tenminste tussen 1890 en 1905 woont hier F.A. Götz van wie weinig meer bekend is dan dat hij een oproep plaatst om “een jongeling, wiens lust en vurige begeerte het is, voor predikant opgeleid te worden” te helpen: “draagt elkanders lasten”. Elders in het pand woont Riemens, werkzaam bij de Incasso bank.

Het pand kent in de 20e eeuw de meest uiteenlopende functies. Zo brandt in 1904 de koperwerkplaats van dhr. Talman gedeeltelijk uit als een spirituslamp omvalt. In 1931 gaat M. Turfrijer van credietmagazijn Tuba, eerder gevestigd aan de Prinsengracht 459, failliet en in 1933 is er een vergadering over “De beteekenis van het Partij-congres voor de Jeugd” in het zaaltje van de Bouwarbeiders. In 1934 is er een kapster gevestigd, in 1945 de agenturenfirma v.d. Pijl en tenminste tussen 1953-1962 is er in het souterrain een rijwielhandel.

In de jaren zestig woont hier op “een gezellig ingerichte kleine etage” altzangeres Aafje Heynis (1924-2015), vooral bekend als christelijk oratoriumzangeres, hoewel haar repertoire veel groter was.

Rol van Stadsherstel
Filmdecor

In 1974 kopen wij de panden Prinsengracht 457 en 459 van twee verschillende eigenaren. De rijksmonumenten verkeren bouwkundig in slechte staat. Op last van Bouw- & Woningtoezicht is in het verleden reeds de bovenste verdieping van ons pand op nummer 459 afgebroken.
De panden worden gestempeld, in 1983 is begonnen met funderingsherstel voorafgaand aan de restauratie.

De panden 455, 457 en dit pand op nummer 459 leunden alle drie tegen Prinsengracht 461 aan. Op foto’s van na de restauratie valt heel duidelijk de rechte stand op van de voorgevel van 459. Zowel de eigenaar van 461 als die van nummer 455 – de gemeente – hebben tegelijkertijd hun panden laten restaureren zodat een rijtje van vier panden, waarvan twee van Stadsherstel, weer een fraaie gevelwand vormen op een historische plek waartegenover vroeger de nog niet gedempte Elandsgracht in de Prinsengracht uitkwam.

Leuk weetje: tijdens de weken rondom de jaarwisseling van 1983-1984 lag de bouw stil omdat in dit pand opnamen werden gemaakt voor een nieuwe Nederlandse speelfilm.

Film
Happy House

Filmmuseum Eye beheert ons cinematografisch erfgoed en restaureerde de film waar ons monument in schittert

Tijdens de restauratie van het pand op de Prinsengracht zijn hier filmopnames gemaakt voor de speelfilm Gebroken spiegels van Marleen Gorris uit 1984. Het pand diende als bordeel. De exterieurscène zijn ergens anders opgenomen. De film, die meerdere prijzen won, werd destijds gezien als een extreme film die zijn tijd ver vooruit was.

In de feministische thriller lopen de verhaallijnen van prostituees in bordeel Happy house en die van een ontvoerde en mishandelde vrouw door elkaar, met cameraman Frans Bromet die het geraffineerde camerawerk voor zijn rekening nam.

De film is in 2022 gerestaureerd door Eye Filmmuseum. Het beroep van filmrestaurateur wordt met uitsterven bedreigd. Daarom is een podcastaflevering gewijd aan de film en de restauratie hiervan.
Luister de podcast over Gebroken Spiegels. De film is online te zien via Eye Film.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam Monumentenstad
Delpher
Eye Filmmuseum
Stadsarchief Amsterdam

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Bouwbureau Stadsherstel
Restauratieaannemer: Merk Minnesma

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.