Oudezijds Armsteeg 24
Oudezijds Armsteeg 24, AmsterdamOp het terrein waar wij de drie linker KLM-huisjes en een deel van het vierde huis zouden bouwen, is eerst archeologisch onderzoek uitgevoerd. Er zijn een paar interessante vondsten gedaan, zoals een propagandapenning tegen de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog.
Voor het project ‘Out of the Blue’ hebben we een bijdrage uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) gekregen. We kregen dat in het kader van het operationeel programma ‘Kansen voor West’, voor het opwaarderen van een kansarm gebied. En dat was dit deel van de stad voordat we ermee aan de slag gingen. De vertegenwoordigers van de Europese Commissie brachten ook een bezoek aan een project. Naast de Europese Commissie waren ook de Gemeente Amsterdam, de Provincie Noord-Holland en de Management Autoriteit voor West (gemeente Rotterdam) vertegenwoordigd.
Stadsherstel was al een aantal jaren actief in een deel van Project Arm, gelegen in het Noordelijk Wallengebied. Dit project bestaat uit het bouwblok Oudezijds Voorburgwal, Oudezijds Armsteeg, Warmoesstraat en Heintje Hoekssteeg. Wij hadden in de loop der jaren een paar slechte panden en onderstukken verworven en een groot deel van het binnenterrein, met het idee hier een mooie invulling aan te geven. De grootste positieve impuls in ons project is de kleinschalige en ambachtelijke bierbrouwerij De Prael, die zich heeft gevestigd in het voormalige veilinghuisje. De Prael biedt dagbestedingsactiviteiten aan voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Onder het terrein waar hun proeflokaal zou komen, aan de Oudezijds Armsteeg, is ook archeologisch onderzoek uitgevoerd.
De eerste bebouwing verscheen eind 14e eeuw
In de zomer van 2008 is er door het Bureau Monumenten en Archeologie een archeologisch onderzoek uitgevoerd op het terrein waar de gemeente even daarvoor schuttingen en onderstukken had weggehaald. Deze percelen waren gelegen achter de Warmoesstraat, de hoofdstraat van het oudste deel van de middeleeuwse kern van Amsterdam. Oorspronkelijk waren dit langgerekte, door sloten gescheiden, open veenweide terreinen die doorliepen tot aan de aarden stadswal langs de Oudezijds Voorburgwal. Eind 14e eeuw werden de percelen bouwrijp gemaakt en bebouwd. De sloten werden gedempt en omgebouwd tot stegen waarlangs de nieuwe woningen en werkplaatsen vanaf de Warmoesstraat bereikbaar werden.
Het terrein werd verschillende keren opgehoogd. In de eerste laag zaten geen bodemvondsten, de tweede ophogingslaag had wel bodemvondsten. Dit afval van mest met gebroken aardewerk, houten lepels en schoenen werd waarschijnlijk op het braakliggende land gestort door buurtbewoners. Dat het uit de buurt kwam, heeft te maken met dat de resten redelijk compleet zijn. Waarschijnlijk is de steeg gelijk aangelegd met de Heintje Hoeksteeg in 1397. De oudste vermelding van de steeg zelf is uit 1416. Rond dezelfde tijd werd toen links naast het huidige Oudezijds Armsteeg 24 een houten huis gebouwd en er werden er meer in de straat gebouwd.
Amsterdams aardewerk
Op de plek van het huidige nummer 24 en 26 was tot 1597 de bakkerij van Jan Thonisz gevestigd. Door een hier ontstane brand werden er vele huizen in de Armsteeg en Warmoesstraat in as gelegd. Er werden daarna stenen huizen gebouwd. Van de houten huizen en stenen huizen zijn nog een aantal resten van de funderingen, vloeren en muren aanwezig. Maar ook zijn er beerputten en stortkuilen gevonden.
Een oude beerput is archeologisch zeer waardevol, omdat het vroeger ook als een soort afvalput gebruikt werd waarin naast ontlasting en allerlei keukenafval ook kapotte en afgedankte gebruiksvoorwerpen verdwenen. Afhankelijk van de ligging werd een beerput soms ook gebruikt door meerdere huishoudens/bedrijven. Sommige beerputten werden geleegd in de stortkuilen. Dit waren als het ware illegale afvalplaatsen, want vanaf de 16e eeuw golden voor het legen van beerputten strikte regels, het werd per schuit afgevoerd. Maar een besloten binnenterrein was een ideale plek om illegaal afval te dumpen.
In een van onze beerputten is bijvoorbeeld 14e eeuws in Amsterdam geproduceerd rood bakkend aardewerk gevonden. Dit zijn grapen, bakpannen en borden die zowel typologisch en vormtechnisch als op basis van kleisoort identiek zijn aan Amsterdams pottenbakkersafval van de vindplaats Prins Hendrikkade.
18e eeuwse beerput
De 18e eeuwse beerput bevatte een veel grotere variëteit aan keramiek dan de 16e eeuwse. Roodbakkend aardewerk heeft nu duidelijk aan terrein verloren, vooral met de opkomst van metalen kookgerei. De diversiteit van aardewerksoorten was het gevolg van veranderingen in de eetcultuur vanaf de 17e eeuw. Houten borden maakten toen plaats voor borden van Chinees porselein, majolica en faience. Gaandeweg bestond de gewoonte om hiervan bij elkaar passende series serviezen aan te schaffen.
In de 18e eeuw kwam ook de koffie- en theecultuur op, met de daarbij behorende kopjes, schoteltjes en theepotten. In de tweede helft van de 18e eeuw werd ook het Engelse industriële aardewerk populair en dat vinden we ook in deze beerput.
Naast gebruiksaardewerk, glas en rookgerei bevatte de put diverse stukken speelgoed. Een bijzondere vondst is een penning van een tin-loodlegering die bekend staat als een Rhode Island Token. De penning is geslagen vanwege een Brits propagandaoffensief in 1779 als poging om de Republiek buiten de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog (1776-1783) te houden. Wereldwijd zijn 10 tot 15 exemplaren van deze penning bekend, deze Amsterdamse vondst is de enige uit een archeologische context.
Bronnen:
Wonen achter de Oudezijds Voorburgwal, Amsterdams Archeologisch rapport 2011
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Architect: Kees Doornenbal / Rappange & partners
Aannemer: J.C. Nieuwenhuizen
Constructeur: Pieters Bouwtechniek Utrecht BV gaf de constructieve adviezen.
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
De Vrienden van Stadsherstel
De gemeente Amsterdam
Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling