Oudezijds Achterburgwal 191
Oudezijds Achterburgwal 191, AmsterdamDit huisje was eens van het Sint Ursulaklooster. In de loop der eeuwen is het meerdere malen verbouwd en de laatste restauratie was zeker nodig. Het was dan ook het meest gefotografeerde huisje van Amsterdam. Niet omdat het het meest waardevolle huisje qua architectuur was maar omdat…
Een huisje van het voormalige St. Ursulaklooster
In de 15e eeuw stond hier het St. Ursulenklooster. Om meer geld te verdienen bouwden zij huisjes die ze verhuurden. Ook op de plek van het huidige huis verrezen dwarsgeplaatste huisjes met gemeenschappelijke muren. Toen in 1578 de stad Amsterdam het katholieke geloof afwierp en het protestantisme er de heersende godsdienst werd, is het klooster gesloopt. De grond en de huisjes werden eigendom van de gemeente die dit huis in 1594 verkocht aan Willem Jacob Luytszn. Het stond toen beschreven als: “een woning en een erf met een plaatsje daarachter van het voormalige St. Ursulaconvent, getekend met nr. 7, gelegen aan de Oosterachterburgwal”. Zo werd dit deel van de straat toen genoemd.
Het smalle huisje van 3,3 meter breed werd in de 18e eeuw verbouwd en verhoogd tot drie lagen en een kapverdieping. Er waren aan de voorzijde pothuizen en een secreet maar in 1759 werden deze weggebroken. De kaperdieping werd in de 19e eeuw verbouwd. Er kwamen leien en het pand kreeg een lijstgevel.
Drie generaties loodgieters
Tijdens de restauratie kwam een grote met houtsnijwerk bewerkte balk tevoorschijn, die op dat moment fungeerde als doorlopende onderdorpel voor de ramen van de 1e verdieping. Deze balk is bij het veranderen van de gevel, in de 18e eeuw, hergebruikt en is waarschijnlijk de voormalige puibalk van de gevel die hier voor de 18e eeuw stond. De balk met het houtsnijwerk aan de binnenzijde is blijven zitten zonder hem weg te timmeren zodat de huurder van het fraaie houtsnijwerk kan genieten.
Een andere herinnering aan vervlogen tijden komt uit de archieven. Daar vinden we terug dat van 1851 t/m 1879 Jacobus van Coevorden – getrouwd met Maria Elizabeth van Gurtzgen en met beroep loodgieter – de bewoner is. Zijn zoon Gerhard Adolph van Coeverden, hier geboren in 1854, trouwt op 43-jarige leeftijd met Geertruida Reisinger. Hij komt in het bedrijf en gaat wonen op de Oudezijds Achterburgwal 191. Het bedrijf gaat verder onder de naam J. van Coeverden en zoon. Na het overlijden van Gerhard wordt het bedrijf voortgezet door zijn vrouw en dochter en Johan Herman Heinrich Christiaan Limburg, met beroep loodgieter. Waarschijnlijk stopt het bedrijf als het huis in 1911 verkocht wordt. In 1925 worden er gemeubileerde kamers verhuurd, toen zal het zeker al vervallen zijn geweest. De laatste jaren woonden er tijdelijke huurders.
Amsterdam was hip en tolerant
In de jaren ’80 waren er veel gekraakte panden in de binnenstad en monumentale panden met tijdelijke huurders. Er waren sinds eind jaren ’60 steeds meer rugzaktoeristen naar Amsterdam gekomen. Amsterdam werd wereldwijd gezien als een hippe en tolerante stad. Krakers en tijdelijke huurders zagen brood in die rugzaktoeristen en ronselden op het Station backpackers om tegen betaling bij hen te komen logeren in een echt Amsterdams grachtenpand.
Zo werden midden jaren ’80 de Australische Paul Walker en zijn vriend met hun rugzakken & gitaren opgepikt en verleid met ‘very very cheap’ onderdak vlakbij. Hij en zijn vriend beoefenden oosterse vechtsport en waren op reis gegaan in de hoop gelijkgestemden te vinden. Ze hoefden inderdaad niet veel te betalen en bleven hier drie maanden wonen. Nu, bijna 50 jaar later, stuurt Paul ons een foto waarop hij te zien is met gitaar in het raamkozijn van de zolder. Hij heeft goede herinneringen aan zijn tijd in Amsterdam, heeft aardige mensen ontmoet en zijn best gedaan om Nederlands te leren. Alleen het zinnetje ‘bij de rotonde oversteken’ is blijven hangen. Nu woont hij weer in Australië, en werkt bij de onderwijstak van het Departement voor Gezondheidszorg.
En.. hij zingt en speelt nog steeds gitaar zoals op de foto.
In 1981 kochten wij dit pand en de buurpanden van Geurt Brinkgreve van de Stichting Diogenes, die het al zo’n 10 jaar in bezit had. In januari 2005 startte de restauratie van de vier panden, die jarenlang op instorten leken te staan. Op en neren hielden de panden bijeen. Oudezijds Achterburgwal 191 was dan ook een van de meest gefotografeerde woonhuizen in Amsterdam. Niet omdat er een bekend persoon in heeft gewoond of omdat het architectonisch zeer waardevol is, nee, dit was misschien wel het meest scheve huisje van de stad.
Bij de restauratie is die scheve situatie gedeeltelijk gecorrigeerd. Een woning mag namelijk maar 1 cm per meter scheefstand hebben. Dit betekende dat de balkenvloer binnen, die natuurlijk ook scheefgezakt was, aan één zijde werd opgehoogd. Omdat het voor een bewoner niet fijn is om op een vloer te leven die nagenoeg waterpas ligt en uit te kijken naar een scheefstaande gevel – wat je het gevoel geeft dat je je evenwicht verliest – is de gevel ook rechter gezet.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Archivolt Architecten te Diemen
Restauratieaannemer: Abma Ursem bv te Exmorra