S
Sint Annenstraat 10, AmsterdamEen pand wat zo gaar als boter was maar wel met bijzondere onderdelen. Het was gebouwd in opdracht van een zijdelaken koopman, de gevelsteen met een beer met laken in zijn hand herinnert die laken geschiedenis. De namen in dit gebied en de huizen met de gevelstenen vertellen ons gelukkig meer de geschiedenis over dit oude stukje Amsterdam.
Rond 1560 woonden rijke Amsterdammers in de Warmoesstraat
De ontwikkeling van de Sint Annenstraat hangt nauw samen met één van de oudste straten van Amsterdam, de Warmoesstraat. Hier stonden grote woonhuizen met daarachter pakhuizen. Rond 1560 woonden de rijkste Amsterdammers in de Warmoesstraat. De Sint Annenstraat was aanvankelijk een ontsluitingsroute naar de landzijde en voornamelijk in gebruik voor bedrijfsruimten. Bij de grote woningnood in de 16e eeuw werd elk beschikbaar stukje stad volgebouwd.
Sint Annenstraat nummer 10 en gelijktijdig met nummer 12 gebouwd, dat bracht archeologisch onderzoek aan het licht. Ze dateren uit 1565 dat weten we dankzij het gevelstenen boek van Lopes Suasso. Hij schreef over nummer 10 dat er hoog in de gevel een steen ingemetseld zat met het jaartal 1565.
Tussen de nummers 8 en 10 bevindt zicht de Olifantsgang. De gangen en stegen zijn karakteristiek voor het middeleeuwse stratenpatroon. Op deze wijze werd het bouwblok naar de binnenzijde ontsloten, belangrijk voor de mensen die op ‘cameren’ woonden of voor het transport van goederen van en naar de pakzolders en de bedrijfjes op de binnenterreinen.
Twee nieuwe renaissance huizen
In de kwijtschelding van 1564 blijkt dat ene Frans Stoffleszn, ‘zijdelaken coopman’ al eigenaar was van dit huis als hij ook nummer 12 koopt. Hij laat de twee pandjes slopen en bouwt twee nieuwe renaissance huizen.
Frans heeft één van de huizen echter nooit bewoond. Hij woonde in de Warmoesstraat, in het huidige nummer 131. Het bezit van meerdere huizen eb erven op zich is niet vreemd. Het is bekend dat veel bewoners huizen bezaten in stegen en zijstraten, ook toen werd geld belegd in onroerend goed.
In verschillende studies wordt opgemerkt dat de vader van Frans een Vlaamse kousenmaker is geweest en dat Frans zelf een serieuze katholiek was. Er zou een hypothetische conclusie kunnen worden getrokken dat Frans nog contacten onderhield met Vlaanderen en dat hij, in de traditie van het land van herkomst, een huisje heeft laten bouwen voor zijn vader, wellicht met behulp van Vlaamse ambachtslieden die goed op de hoogte waren van de modelboeken en – geschriften. De gevel en interieur van de Sint Annenstraat 12 zijn immers gebouwd volgens de nieuwe renaissancistische opvattingen. In een van de zestiende eeuw uitgegeven tractaat, vertaald door Pieter Coecke van Aelst, is te lezen dat het exterieur en het interieur in dezelfde stijl dient te worden uitgevoerd
Zeven loodjes geven aan dat het om laken gaat
Het huis lag in het hart van de middeleeuwse stad in het Blaauwlakenblok. Het ontleent zijn naam aan een steeg in het blok, de Blaauwlakensteeg. Die naam verwijst, net als die van de Zwartlakensteeg, naar de lakenhandel, die hier in de Middeleeuwen was gevestigd. De gevelsteen in ons huis op nummer 10 illustreert dit ook.
Gevelsteenonderzoekers wisten lange tijd geen raad met deze voorstelling. Gedacht werd dat er een hond afgebeeld was met worst en spekjes aan de zijkant. Pas nadat de steen in 1990 gerestaureerd werd door Jos Otten, kwam er licht in de zaak. Monumentenzorger Henk Zantkuyl dacht dat het een beer met een ketting om zijn nek kon zijn. En warempel de kleine ronde oortjes die na het schoonmaken beter zichtbaar werden gaven dat ook aan. De beer heeft geen worst in zijn handen maar drie rollen blauw laken (geweven wol). De stof is in dit geval dubbelgevouwen en daarna opgerold. Elke stad had zijn eigen wijze van opvouwen en oprollen. Daarna werden de rollen in canvas hoezen gestopt en de beschermende manchet dicht gevouwen. Dit was ter bescherming voor het vervoer per schip. De spekjes blijken lakenloodjes te zijn. De lakenloodjes zijn door de staalmeesters afgegeven keurmerken, bij laken maximaal 7 voor o.a. de lengte, breedte, appreteren, scheren, verven en dichtheid weefsel.
Loop onze wandeling ‘Gevelstenen in Mokum’
In 2017 organiseerden wij voor onze Vrienden de Vriendenwandeling met als thema Amsterdamse gevelstenen. U kunt de wandeling, die langs dit pand gaat, downloaden en wandelen. Veel wandelplezier!
Het blok was zoals gezegd rond 1980 sterk in verval geraakt (bestemd voor sloop o.a. ten behoeve van parkeergarage Bijenkorf) en gekraakt. In de jaren ’80 trof de toenmalige wethouder Jan Schaefer van volkshuisvesting goudgerande regelingen met de oorspronkelijke huurders en de krakers. De gemeente was eigenaar van de panden en Schaefer deed toezeggingen ten aanzien van wonen en werken in het blok. Dit leidde uiteindelijk in 1999 tot een overeenkomst met Stadsherstel voor restauratie en herbouw.
Dit pand was zo gaar als boter lezen we in een verslag ui die tijd. Om die reden moest het helaas worden gedemonteerd en alle waardevolle materialen werden uiteraard zorgvuldig opgeslagen. Ook werd het pand zorgvuldig gedocumenteerd. De gevel werd teruggebouwd naar een vroeg 19e-eeuwse archieftekening.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Rappange B.V
Restauratieaannemer: Sikking B.V.