Dit pand overleefde sloopplannen en brand

M

Marnixstraat 293-295

Marnixstraat 293-295, Amsterdam

Wie nu over de Marnixstraat rijdt, zal vooral de vrij monotone muur van 19e- eeuwse ‘huurkazernes’ opvallen, strak in het gelid. Een nieuwer stukje Amsterdam, met minder historie, zo lijkt het. Niets is minder waar. Mooi gelegen tegenover het Tweede Marnixplantsoen staat iets achteraf en lager dan straatniveau, een complex van drie woonhuizen dat waarschijnlijk nog stamt van vóór de afgraving van de stadswal. Het had niet veel gescheeld of dit pand aan de Marnixstraat was gesloopt, zeker na een verwoestende brand in 1983. Gelukkig is het gered en vormt het een bijzondere herinnering aan de ontstaansgeschiedenis van Amsterdam.

18e eeuw
Bouw
19e eeuw
Verbouwing
1919
Aankoop gemeente
1985
Restauratie na brand
2012
Stadsherstel eigenaar
2013
Restauratie
Nu
Woningen
Stadswal
Gelegen bij De Blom

Al begin 17e eeuw stond hier een vergelijkbaar groepje huizen

De Marnixstraat is gebouwd op de voormalige Schans, de 17e-eeuwse stadswal met bolwerken die aan het begin van de 19e eeuw is ontmanteld. Ongeveer ter hoogte van deze panden was het bolwerk De Blom met daarop onze molen De Bloem, die inmiddels herplaatst is.

Al op de stadskaart van Balthasar Florisz van Berckenrode uit 1625 zien we op deze plek een groepje vergelijkbare gebouwtjes, de enige tussen een lange rij van lijnbanen en verbonden met de overzijde van de Lijnbaansgracht via een van de weinige bruggetjes. Gezien hun ligging vlakbij de Bulleback Sluys en het bolwerk met daarop de molen is het goed denkbaar dat ze hieraan gelinkt waren.

De huidige panden zijn waarschijnlijk gebouwd in de 18e eeuw, maar de ligging – die wat lager is ten opzichte van het straatniveau en iets achter de rooilijn van de latere bebouwing – doet herinneren aan de oudere situatie. Dit geldt ook voor de blokken natuursteen van het oude bolwerk die bewaard zijn gebleven langs het straatje vóór Marnixstraat 291 en 293.

Bolwerk
Kerkhof en wandelgebied

Met in zyn schoot een oegst van lyken

Het 8ste van 26 bolwerken bevond zich aan het eind van de Bloemgracht en heette in eerste instantie dan ook De Blom. Vanaf 1672 kreeg het de naam Reykeroord of Rijcker-Oort, naar een polder die later verzwolgen is door de Haarlemmermeer. Het bolwerk bood vanaf 1655 plaats aan een kerkhof, waarover Daniël Willink dichtte “En Reykeroord, dat in zyn schoot een oegst van lyken houdt verborgen…” De begraafplaats behoorde toe aan de Westerkerk omdat begraven binnen de bebouwde kom niet toegestaan was. Het heeft bestaan tot 1866, toen ook de voormalige vestingwerken inmiddels tot die bebouwde kom behoorden. De grond werd in 1875 overgedragen aan het gemeentebestuur, dat er in 1880 het huidige Tweede Marnixplantsoen liet aanleggen.

De buitenzijde van de stadsmuur langs de Singelgracht ontwikkelde zich vanaf 1610 tot een populair groen wandelgebied, en in 1820, na het afgraven van de vestingwal was een groot deel van Amsterdam omringd door een met bomen omzoomde wandelweg.
Korenmolen De Bloem stond er toen nog, die is in 1878 afgebroken en naar de Haarlemmerweg verplaatst, nabij een andere begraafplaats: Vredenhof.

Boekje over Amsterdamse verdedigingswerken

De laaggelegen huisjes aan de Marnixstraat en molen De Bloem worden ook beschreven in het boekje ‘Stadsherstelmonumenten in Amsterdamse Verdedigingswerken’.
U kunt het boekje kopen in het Stadsherstel Winkeltje voor €5,–. Vrienden betalen slechts €1,–. Wilt u het boekje thuis ontvangen? Stuurt u dan een e-mail aan: vrienden@stadsherstel.nl. De verzendkosten komen er in dat geval bij.
Word ook Vriend
295
Verdwenen pand

Het gesloopte pand huisvestte de oprichter van een bekend slagwerk merk

Een groepje van drie panden met vier perceelnummers is gelegen aan de Marnixstraat en de achtergelegen Westerkade. Het verlengde van Marnixstraat 293 heette eerst Westerkade 24 en heeft nu als adres Marnixstraat 295. Naast nummer 293 stond op het vierde perceel de oorspronkelijke Marnixstraat 295, maar dit pand is gesloopt. Bij een veilingaankondiging uit 1919 staat het nog vermeld als “Huis, ingericht tot werkpl. met Zolder, waarin onh. Jaren eene smederij wordt uitgeoefend”.

In 1939-1940 is hier de metaaldraaierij annex lasinrichting gevestigd van L.D. Looise & Co. Deze vennootschap die is opgericht in 1937 bestaat uit de heren Looise en Bitter. Het bedrijfje produceert voornamelijk kleine metaalwaren voor enkele Amsterdamse scheepswerven. Bitter aanvaardt in 1939 een andere betrekking en Leen Looise zet het bedrijf later voort in een onderstuk aan de Bloemgracht, waar het bedrijf een andere richting op slaat: na de oorlog wordt de inschrijving bij de KvK gewijzigd in ‘Vervaardigingsbedrijf van slagwerkinstrumenten’. Het merk Royal Drums zal een begrip worden.

Veel is niet bekend over het verdwenen pand. Oorspronkelijk was het mogelijk net zo hoog als het pand op nummer 293, want in 1926 wordt in een advertentie in de ‘Vrije Socialist’ door W. Gulien op ‘2 hoog achter’ gevraagd om tijdelijk woonruimte voor geestverwanten.

Slooppand
Uitslaande brand

De vlammen sloegen uit het pand

Op de plek waar nummer 295 stond is nu een erf dat toegang geeft tot het nieuwe huisnummer 295 aan de Westerkadezijde. In het pand 293-295 zijn nu drie woningen gevestigd van de totaal zeven in het complex van de drie panden.

Het pand staat samen met Marnixstraat 291 met de nok van het dak loodrecht op de straat. Het zijn traditionele Amsterdamse stadshuizen met smalle, hoge gevels en een eigen zadeldak. Het pand op nummer 293-295 heeft aan voor- en achterzijde midden 19e-eeuwse gevels met ingezwenkte top en bekroond door een groot houten driehoekig fronton met een hijsbalk. De vensters hebben een hanenkam en er zijn siersmeed-muurankers aangebracht. Hoewel het pand in de kern waarschijnlijk ouder is, zullen veel bouwsporen verloren zijn gegaan toen het pand in 1983 uitbrandde.

Op 2 maart 1983 om 17:00 uur kreeg de brandweer een melding van een uitslaande brand aan de Marnixstraat 293/ Westerkade 24. De oorzaak van de brand is onbekend, het betrof toen slooppanden. Uit de woningkaarten blijkt dat de woningen sinds 1980 buiten gebruik waren als woonruimte. De brand is met tien stralen geblust.

Bewoners
Begrafenisonderneming

Trouw- en rouwcostuums voor f 1,-

Het is overigens niet de eerste brand: in 1893 wordt in de krant melding gemaakt van een schoorsteenbrand door een vervuilde schoorsteen.

Drie jaar later biedt een weduwe zonder kinderen een slaapkamertje aan, eventueel ‘commensaal’. Tussen 1907 en 1909 biedt mevrouw Guillaume consulten aan, ook ‘in Fransch en Duitsch’. Ze is buitenlands bekroond met medailles ter inzage. Welke diensten ze precies aanbiedt blijkt niet uit de advertenties. In hetzelfde jaar 1909 worden op dit adres ‘heeren trouw- en rouwcostuums’ te huur aangeboden voor f 1,-. Onbekend is of dit gelinkt is met J.A. Dutsch, aannemer van begrafenissen die hier tussen 1926 en 1931 gevestigd is. Ook weten we niet of deze Dutsch er getuige van was toen een glazenwasser bevangen werd door duizeligheid tijdens zijn werk en van de 2e verdieping van het pand naar beneden is gevallen. De ongelukkige hoeft in elk geval geen gebruik te maken van de diensten van Dutsch, hij lijkt er met een hersenschudding vanaf te komen.

Eigenaren
Onbewoonbaar

Restauratie in plaats van sloop

In 1919 worden na een sterfgeval de panden Marnixstraat 291/ Westerkade 23, 293, 295 en Westerkade 24 geveild. Marnixstraat 293 en Westerkade 24 worden beide omschreven als “huis met open plaats, 2 afz. verh. Bovenh en erve”. De panden worden eerst afzonderlijk verkocht voor resp. f 4700,-, f 5000,-, f 2600,- en f 5450,-, maar bij het mijnen komen de panden tezamen in eigendom van J.G. Wiegand.

Wiegand is niet lang eigenaar. Krap twee weken later op 16 maart verschijnt een berichtje in de krant dat de gemeente voornemens is de percelen Marnixstraat 291, 293 en 295 en Westerkade 23 en 24 aan te kopen voor f 19.554,-, hetgeen 27 maart later bekrachtigd wordt.

Bijna een eeuw lang bleven de panden in handen van de gemeente. Onbekend is waarom ze uiteindelijk niet meer als woning in gebruik waren en op de sloopnominatie stonden. Hoewel niet monumentaal, heeft het gemeentelijk Woningbedrijf ze na de verwoestende brand wel als zodanig gerestaureerd. Zo zijn toen bijvoorbeeld de roederamen hersteld. In 2002 werd een aanvraag gedaan voor de rijksmonumentenlijst, die daarna om onbekende reden is ingetrokken. Daarna raakten ze opnieuw in verval en het stadsdeel wilde de panden op de markt brengen.

Rol van Stadsherstel
Behandelen als monument

De Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad maakte zich in 2012 al hard voor een gemeentelijke monumentenstatus. Die bescherming had het voor ons eenvoudiger gemaakt om het kostenplaatje rond te krijgen, maar ondanks toezeggingen is dit uiteindelijk helaas niet gelukt.

Het historisch belang van de panden als zeldzame overblijfselen uit de tijd dat hier de stadsgrens lag gaf uiteindelijk de doorslag en in 2012 werden wij eigenaar van het complex van drie panden.

De gevolgen van het slechte onderhoud van de voorgaande periode was duidelijk af te zien aan de staat van deze panden: veel rotte onderdorpels en matig tot slecht schilderwerk. We hebben de panden bij de restauratie een monumentale behandeling gegeven. Zodat de panden weer toekomst hebben en wij de verhalen van de vroege ontstaansgeschiedenis van de stad kunnen blijven vertellen.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Buitensingel Amsterdam
Delpher
Kroniek van branden in Amsterdam, Adam Bauwens (1999)
Ons Amsterdam
Slagwerkkrant
Stadsarchief Amsterdam
Theo Bakker
Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad

Aan dit project hebben meegewerkt:
JCN
Prins Projecten

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.