Lauriergracht 19
Lauriergracht 19, AmsterdamDit huisje, met een klokgevel, is uitgevoerd in Lodewijk XIV-stijl met een gebogen lijstvormig fronton, voluten en lambrequins onder de aanzetstukken. Hier hing in 1638 ‘de Schol’ uit. Wij namen dit ongerestaureerde pand samen met het buurpand over van Stichting De Binnenstad.
Konijnenstraat, Margrietenpad en de Walengang
In 1619 koopt metselaar Jan Egbertszn. de erven 4, 5 en 6 aan de Lauriergracht, die aan de achterzijde grenzen aan het Margrietenpad. Hij kocht de erven uit de boedel van tuinman Adriaen Jansz. Cnol. Meteen bouwt hij de huizen nummer 19, 21 en 23 op deze erven, en nog in dat zelfde jaar verkoopt hij ze weer.
Bijna 20 jaar later, in 1638, wordt het verkochte aan Jan Antonisz. de Ram als volgt omschreven: “een huis en erf aan de Lauriergracht waar de schol uithangt, alsmede het erf met wat daarop gebouwd is achter het verkochte huis en het huis van de koper, alsmede nog twee woningen daarachter. Verder is er een gemeenschappelijke uitgang in de Konijnenstraat”. De koopsom van dit geheel bedraagt dan ƒ 3300.
In 1648 verkopen zijn erfgenamen het aan de hoedenkramer Thonis Claesz. van der Sluys. De gang die in de Konijnenstraat uitkomt, wordt ook wel de Walengang genoemd.
Er worden afspraken gemaakt over het secreet en de keuken
Bij een verkoop in 1648 blijkt dat er goede afspraken gemaakt moeten worden over het secreet en de keuken van de achterhuizen. In de koopakte staat:
“welverstaende dat het secreet bij dese ende bij ’t achterhuys (met nr. 2 aangeduid, nr. 1 is het andere achterhuis aan de oostzijde) gemeen gebruyckt wordt ende zo zal moeten blijven, dat oock ’t getimmert van ’t achterzaeltge ofte koken sal moeten blijven gelijck het jegenwoordigh staet ende betimmert is, ende dat tot vertimmeren van ’t aechtersaeltge ofte koken van desen huyse ende van ’t huys aan de oostsijde toe, als wanneer de royinge lijnrecht sal dorogaen”
De dochter van de hoedenkramer, Magdaleentje genaamd, koopt in 1707 de helft van het huis van haar zus Geertruyd, de andere helft had ze al geërfd van haar vader. In 1709 wordt het geheel doorverkocht aan de gerechtsbode van Amsterdam, Andries van Gulick. Hij trouwde met Helena Hemelrijk en ze kregen één zoon, Pieter, die notaris werd. Van Pieter is bekend dat hij in 1742 in het huis woont en een dienstbode heeft. In 1777 verkopen zijn erfgenamen het huis en erf. De weduwe van Christiaan Backer, met de mooie naam Engeltje van Diemen koopt het huis dan. Haar kleindochters erven later het pand.
Lauriergracht 19 en 21 waren sinds 1976 eigendom van de Stichting De Binnenstad. Toen al verkeerden ze in deplorabele toestand. Al in 1952 kregen de toenmalige eigenaars van de gemeente een ‘aanschrijving’, met de volgende tekst: ‘de linker bouwmuur is verzakt, voorgevel trekt naar links (nr 21), de rechter bouwmuur verzakt, de gang op de begane grond verzakt, voorgevel trekt naar rechts (nr 19)’.
Nummer 19 zal in het eerste kwart van de 17e eeuw gebouwd zijn. Of het pand in de tweede helft van de 18e eeuw, toen het zijn huidige klokgevel kreeg, is verhoogd, of dat het reeds in de 17e eeuw dit bouwvolume bezat, is niet bekend. Wel is in de achtergevel nog de oorspronkelijke 17e eeuwse puibalk aanwezig, waardoor aan de hand van aangetroffen pengaten de oorspronkelijke pui grotendeels kon worden gereconstrueerd. Het portiek is in 1909 tot stand gekomen. Daarvóór had het huis één toegangsdeur. Met deze verbouwing werd bereikt dat de begane grondverdieping en de bovenwoning afzonderlijk toegankelijk werden.
Opvallend bij dit pand is het achterhuis. Na een overdekte binnenplaats van 2,5 meter volgt een achterhuis van 3,5 meter diep, dat weer werd gevolgd door een berging van 4,2 meter, die een uitgang naar een naastgelegen binnenplaats had, die vroeger door de Koorndragersgang bereikbaar was.
Vrienden bedankt
Het snijraam boven de toegangsdeur van nummer 19 is geschonken door de architect, Rappange & Partners Architecten.
Word ook Vriend en maak dit soort restauraties mogelijk.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher
Aan dit project hebben meegewerkt:
Rappange & Partners Architecten
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Rappange & Partners Architecten