Van banketbakker tot handelaar in suiker uit de Caraïben

K

Kerkstraat 323

Kerkstraat 323, Amsterdam

Het lege erf van de Kerkstraat 323 werd verkocht door Goosen Cents. Een man die het van banketbakker tot handelaar in specerijen uit Nederlands Indië, en suiker uit de Caraïben had geschopt. Later had het pand op dit erf een link met een ander ‘wit goud’, namelijk zout. Er woonde een gekwalificeerde in het zoutpakhuis. Het scheelde niet veel of er waren alleen verhalen overgebleven, want de eigenaar wilde het in 1973 slopen net als de buurpanden. Maar gelukkig is het pand bewaard.

1690
Bouwjaar
1974
Bouwjaar
1993
Restauratie
Nu
Woningen
Het erf
Goosen Cents

Een handelaar in “De West”

In 1598 werd Goosen Cents’ grootvader, de doopsgezinde mosterdmaker Sieuwert Bartelsz uit Friesland, poorter van Amsterdam. Hij ligt samen met Cents’ grootmoeder, Aelten Senten, in de Oude Kerk begraven. Ze kregen in 1583 een zoon, de vader van Goosen Cent Syvers. Hij trouwde in 1604 met Soetgen Goossens uit Rotterdam. Soetgen Goossens is bakster en samen krijgen ze in 1611/12 hun zoon Goosen Cents. Hij laat zich in 1632 dopen. Gosen verhuist naar Groningen maar keert terug met zijn, waarschijnlijk tweede, vrouw in 1648. Goossens begon zijn loopbaan als bakker, maar klom op tot korenkoopman en factor; hij handelde in specerijen uit Nederlands-Indië. Dat ging deze oorspronkelijk banketbakker blijkbaar zo goed af dat hij meerdere erven kon kopen en ook dáár in handelde.

We zijn hem namelijk meerdere malen tegengekomen bij de beschrijving van onze panden. Zoals bij het Hodshon Dedelhofje en De weteringstraat en nu dus ook aan de Kerkstraat. Hij handelde ook in suiker, die hij vanuit de Caraïben liet verschepen. Goosen was een welgesteld man, maar bezat geen eigen huis. Hij woonde op verschillende adressen zoals de Langestraat en de Fluwelen Burgwal. Hij overleed op de Groenburgwal in 1677. In 1671 verkocht Goosen Cents dit erf en een erf aan de Reguliersgracht aan de meester loodgieter Samuel Moot.

Het huis
Bellitje Lourens

Het werd gelijk gebouwd met het buurhuis

In 1685 staat er een huis op het erf en verkoopt Moot zijn bezit aan Hendrik Cornelisse Vierhuysen. De straat werd toen de Amstelkerkstraat genoemd, naar de tegenover liggende Amstelkerk die in 1670 gereedgekomen was. Hendrik bleef eigenaar van het buurpand op nummer 231, waarmee dit huis een gemeenschappelijke muur en schutting had. Rechts had het pand een eigen muur maar wel met een gezamenlijke waterlozing. In 1693 werd het huis verkocht aan Egbert Kalff. In 1700 werd het verkocht aan Harmanus de Bruyn, die meester metselaar was. In 1717, als hij het huis verkoopt, staat hij als rooimeester beschreven. Hij verkoopt het huis dan aan Bellitje Lourens, weduwe van Arent Kampen. Bellitje overleed al een jaar nadat ze eigenaar geworden was van het huis. In 1781 wordt het huis door de executeurs van de overleden Abilia Gillis verkocht. Via vererving was het pand naar haar overgegaan. Abilia was en dochter van Anna Kampen en haar eerder overleden vader Pieter Gillis.

Bewoners
Zoutpakhuis

Voor f100.000 zout opgeslagen in Amsterdam

In 1742 is de heer Jan Booms huurder, met beroep gekwalificeerd in het zoutpakhuis. Hij huurt het huis voor f 215,- en heeft geen dienstbode. Zout, onder andere afkomstig uit Bonaire, werd in diverse pakhuizen in Amsterdam opgeslagen. De commerciële zoutwinning in Bonaire werd door de West-Indische Compagnie opgestart door het exploiteren van de natuurlijke zoutpannen op het zuidelijke deel van het eiland.

In 1672 ligt er voor een toenmalige waarde van ƒ 100.000 van Bonaire afkomstig zout in de pakhuizen van de West-Indische Compagnie. Om de zoutpannen in Bonaire leeg te schrapen maakte de WIC gebruik van tot slaafgemaakten. Het werk in de zoutpannen was extreem zwaar. De slavenhuisjes bij Witte Pan en Oranje Pan uit 1850, zijn kleine huisjes waarin de tot slaafgemaakten die werkten in de zoutpannen op Bonaire de nacht doorbrachten. De huisjes staan daar nog. Zout werd in Amsterdam veel gebruikt voor het inmaken van haring en het conserveren van andere voedingsmiddelen.

In 1781 is er een apart verhuurde woonkelder in het pand. Casparus Beuneman is dan de eigenaar. Ook vermeldingswaardig is dat in 1934 bewoner A. Grim, de grote voetbalprijs van Weekblad Het Leven ter waarde van ƒ 5000 wint.

Rol van Stadsherstel
Het zou gesloopt worden

In 1968 wordt de familie Deenik eigenaar. De broers; makelaar Hendrik Johan Deenik voor de ene helft en de bouwkundig tekenaar Willem Cornelis Deenik voor de andere helft. De “timmermansaffaire” van Zeeger Deenik (1782-1871) was sinds 1819 gevestigd aan de Reguliersgracht tot het in 1979 failliet ging. Van de firma is bekend dat zij ontwerpen uitvoerde van vooraanstaande architecten, maar ook zelf ontwierp zoals voor de Singel 418 (1913).

In 1959 kochten de broers Deenik het buurpand Kerkstraat 321 en Reguliersgracht 67 en 65. Ze waren toen al eigenaar van Reguliersgracht 63. Dat was ooit ontworpen als privékantoor en woning voor hun vader, directeur Zeeger Deenik. Maar de heren wilde dit niet koesteren en planden de panden in 1972 te slopen ten behoeve van nieuwbouw. Hun plannen kregen ze bij de gemeente niet voor elkaar en daarom verkochten ze de panden aan ons in 1974. De vijf panden verkeerden toen in zeer slechte staat en vormden een echt Stadsherstel project in de destijds verloederde buurt. We restaureerden de vijf panden.

Meer informatie

Bronnen:
Bulletin van het Rijksmuseum
Jaarg. 25, nr. 2 (1977), blz. 55-59 (5 pagina’s)
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.