Hoogte Kadijk 16
Hoogte Kadijk 16, AmsterdamLang voor de verpaupering in de jaren zeventig de buurt in zijn greep kreeg was dit pand al bijna verloren gegaan. Veel is er niet over bekend, maar in de vroege ochtend van 30 september 1940 werd de oostzijde van bezet Amsterdam gebombardeerd tijdens een Engelse luchtaanval. Hierbij vielen zeven doden, onder wie tragisch genoeg een jong meisje dat met haar broers en zussen in de opkamer lag te slapen. Haar broer wist nòg erger te voorkomen en bluste de beginnende brand. We kunnen wel zeggen dat het pand, oorspronkelijk een van een zesling, dankzij zijn kordate actie nog overeind staat.
Drie mannen zetten hier zes huizen neer: voor elk twee
Met het opwerpen van de Nieuwe Zeedijk aan het eind van de 17e eeuw ontstaat het Kadijkseiland. Een kadijk of kaaidijk is een zomerkade: een lichte, smalle, niet volwaardige zee- of polderdijk, die slechts tegen hoge zomerwaterstanden beschermt. Toen de Nieuwe Zeedijk of Kadijk opgehoogd werd veranderde de naam naar ‘Hoogte van de Kadijk’, afgekort tot Hoogte Kadijk.
De panden op het westelijke deel van de Hoogte Kadijk dateren uit het eerste kwart van de 18e eeuw en behoren tot de oudste woonhuizen op het Kadijkseiland. In 1722 verkopen Burgemeesteren en Thesaurieren van Amsterdam de erven 45 tot en met 48 aan Jan Nagel, Gerbrand Slegt en Dirk Bruykverstand.
Twee maanden later kopen de heren nog een kwart erf aan weerszijden van de vier die zij reeds in bezit hebben en op het 4,5 erf laten de kopers zes huizen bouwen, die in 1725 gereed zijn. De twee middelste huizen, waaronder het huidige Hoogte Kadijk 16, worden eigendom van Dirk Bruykverstand, terwijl de beide andere heren elk een tweetal aan weerszijden in bezit krijgen.
Nagel en Slegt zijn beiden meesterscheepstimmerman en Bruykverstand is houtkoper. De laatste twee zijn schoonfamilie: Bruykverstand is gehuwd met Giertje Slegt en wel “den 8. van Louwmaand”. In 1729 vieren zij hun zilveren huwelijk.
Het koor van de Groote Sjoel zong ‘Vodde en beene’
Michel Rubens en zijn tweede vrouw Sarah Huijsman verhuisden op 3 november 1917 naar Hoogte Kadijk 16 met de zoontjes uit Michel’s eerste huwelijk, Karel (1907) en Samuel (1908). Michel was lompensorteerder en koopman in ongeregelde goederen.
In 1929 waren er 1342 ingeschreven lompenventers in Amsterdam, dit waren merendeels joden. Vaak waren de lompenhandelaren ook benenzoekers: van de vodden werd papier gemaakt, van de beenderen lijm. Het koor van de Groote Sjoel zong als oefening “vodde en beene”, een liedje van Mary Brouillard en Romain Deconinck gebaseerd op de straatroep van de voddenmannen.
Na in 1918 nog negen maanden op het Rapenburg gewoond te hebben, verhuisde het gezin in 1919 naar Brussel.
In 1937-1938 was hier het clublokaal gevestigd van de VJO: de anarchistische Vrije Jeugd Organisatie die maar een kort leven beschoren was, tussen 1935-1940. Een jaar later, in 1939 wordt het “huis met vier bovenhuizen en kelderwoning, open plaats, achterhuis en erf” verkocht door de hypotheekbank na het overlijden van eigenaar C.J. van Diepen. Niet veel later, in januari 1940, komt er het gezin Zeilmaker wonen.
De bom slaat dwars door het kinderbed
Op 30 september 1940 vond in de duisternis van de vroege ochtend een Engels bombardement plaats op een dichtbevolkt stadsgedeelte waarbij in totaal zeven doden vielen. Brisantbommen raakten panden in de omgeving van de Oude Waal en de Recht Boomssloot, waar een krater van drie meter in het wegdek werd geslagen en waar voorgevels werden ingedrukt, ruiten sneuvelden en een pand instortte. Ook het Zeemanshuis en de woning van een café aan het Kadijksplein werden geraakt, maar de schade bleef hier beperkt.
Een brandbom sloeg in het perceel Hoogte Kadijk 16, dwars door een opkamer waar zes kinderen lagen te slapen naar de onderliggende keuken. De oudste zoon wist de daar beginnende brand te doven door resoluut een emmer over de bom te plaatsen. Helaas werd een zevenjarig meisje in haar bed getroffen; zij liep een buikwond op waaraan zij uiteindelijk als het zevende dodelijke slachtoffer in het Binnengasthuis overleed.
Dit meisje, Grietje Trijntje Hendrika (15 oktober 1932), zou twee weken later acht jaar worden en was een dochter van Broer Zeilmaker, die ‘klinker’ (iemand die klinknagels vast slaat) in de scheepsbouw was en dienstbode Helena Geertruida Vroom. De oudere broer die de brand bluste was de toen 17-jarige Douwe. Hij moet er behoorlijk van ontdaan zijn geweest. Op 11 oktober werd hij afgeleverd op het politiebureau omdat hij aan het rondzwerven was, zijn vader haalde hem op.
Veel huizen op dit deel van de Hoogte Kadijk hebben nog hun oorspronkelijke gevelbeeld behouden en van de zesling, waarvan er drie van Stadsherstel zijn (nummers 12, 16 en 18), hebben vier panden nog hun karakteristieke halsgevels met gebeeldhouwde vleugelstukken en segmentvormige frontons. Het huis op nummer 16 is in 1876 verbouwd door W.P. Voorham, die aannemer was en een stoep liet aanbouwen en het deurkozijn van de kelder liet verbreden.
In de jaren ‘70 was het hele gebied verpauperd. Het plan tot restauratie en herbestemming van de pakhuizen aan het Entrepotdok in de jaren ‘80 was de aanjager om het gehele Kadijkseiland op te knappen. Bij aankoop verkeerden de panden in een middelmatige tot zeer slechte staat, vooral de achtergevels van de aanbouwen.
Ook de waterhuishouding – waarvan het eeuwenlang bestaande evenwicht tijdens de bouw werd verstoord – en het hoge zoutgehalte – dat door de capillaire werking van de baksteen metershoog mee omhoog werd gevoerd – zorgden voor extra problemen en kosten.
De voorgevels zijn zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat teruggebracht, met inbegrip van de raamindelingen. De achtergevels zijn volledig gedemonteerd en opnieuw opgetrokken, waarbij Franse balkons zijn gerealiseerd.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam Monumentenstad
De Amsterdamse Jodenhoek in foto’s 1900-1940, M.H. Gans, 1974
Delpher (o.a. Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander, 30 september 1940, Heldersche Courant en Limburger koerier, 1 oktober 1940)
Joods Monument Stadsarchief Amsterdam
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: H. Eissens
Restauratieaannemer: Vink Bouw