Hodshon-Dedelhofje
Eerste Weteringdwarsstraat 83, AmsterdamHet Hodshon-Dedelhofje met woningen voor oudere dames is gebouwd in 1842 en bestaat uit zeven bouwdelen in drie vleugels. Daarin zijn nu 12 woningen van twee verdiepingen om een binnenplaats gesitueerd. Aan de straatzijde wordt het hof afgesloten door een muur met gebeeldhouwd ingangspoortje waarboven het alliantiewapen van Hodshon en Dedel pronkt.
Steen herinnert aan oprichting
De ouderdom van het hofje wordt door het “anno 1842” op de poort gegeven. Dat is het jaar van de eerste steenlegging, zoals wordt gememoreerd op een steen onder bij de deur achter de pomp. Dit perceel was al in 1676 uitgegeven, maar heeft tot 1842, toen Isaac Hodshon het perceel kocht, dienstgedaan als tuin van het aansluitende perceel met grachtenhuis aan de Prinsengracht. In 1842 legt Isabella de Wildt (1832-1883), zij is dan Petekind van de oprichters van het hof, de eerste steen.
Isabella de Wildt oud 9 jaar
Petekind van Isaak Hodshon en
Isabella Dedel echtelieden
Heeft van dit door hen gestichte hofje
Den eersten steen gelegd
Op den 25 Maart MDCCCXLII
Uit de steen is tevens de naam van het hofje verklaard. Isabella Dedel (1778-1865), een dochter van Willem Gerrit Dedel, de in 1787 in de Patriottentijd afgezette burgemeester, was in 1798 getrouwd met Isaac Hodshon (1772-1855). Hun huwelijk was kinderloos gebleven en hierin zal wel een reden gelegen zijn geweest tot de stichting van dit hofje.
Achtergrond steenlegger
Isabella de Wildt was een kleindochter van Pieter Samuel Dedel, een broer van de stichtster. Haar vader Frans de Wildt, Directeur Grootboeken der Nationale Schuld, was getrouwd met jonkvrouw Isabella Dedel.
Op 1 september 1864 trouwt Isabella de Wildt met Johan Pieter Adolf Jonkheer Teding van Berkhout (1831-1898). Hij is zoon van de Haarlemse rechter mr. Pieter Teding van Berkhout die gehuwd is met Hester van Wickevoort Crommelin (van Berkenrode). Johan is, net als Isabella, telg uit een gefortuneerde patriciërsfamilie. In dit geval uit Kennemerland. De Teding van Berkhouts behoren vanaf 1815 tot de Nederlandse adel. Johan was advocaat en penningmeester bij de Haarlemmermeerpolder en gemeenteraadslid in Heemstede.
Teding van Berkhout bezat ruim 333 hectare grond in Haarlem en omgeving en gold als een van de rijkste inwoners van de provincie. Het gezamenlijk vermogen van het echtpaar was fl 1.212.629,-. Dit was voor een groot deel belegd in effecten. Isabella bracht een vermogen van ruim f 200.000 in, dat na het overlijden van haar vader vermeerderd werd tot f 760.000. Zij kocht in 1867 de hofstede Kennermeroord te Heemstede, waar het echtpaar ging wonen. Ook kocht ze grote stukken grond in de Haarlemmermeer, waarna het gezamenlijk grondbezit aldaar ruim 251 hectare werd. Zij kregen twee zonen en een dochter die ook weer Isabella genoemd werd.
Vrienden bedankt
Met behulp van bijdragen van de Vrienden zijn de pomp, de gevelsteen en de klok gerestaureerd.
Een bijzonder hofje
Het hofje heeft een weinig voorkomende vorm. Het is een ruim opgezet en statig complex, streng afgesloten van de straat met een blinde muur waardoor er geen inkijk mogelijk was. Boven de ingangspoort is als bekroning het alliantiewapen van de Hodshon-Dedels aangebracht. De poort geeft toegang tot een binnenpleintje van 27x 11 meter waaromheen drie vleugels staan met een omlopend schilddak. De middelste, lange brede vleugel heeft een risaliet bekroond met een groot driehoekig fronton met daarin een uurwerk met één wijzer. In de gevelvlakken zitten grote, bijna vierkante ramen.
De vroegere ‘poephuisjes’, naast de uitgang zijn er nog, maar worden nu gebruikt als berging. De toiletten stonden ver van de huizen af en dit was een luxe in de 19e eeuw.
Het bleekveld op het binnenplein is nu de tuin. Het was vroeger een kort gemaaide grasweide die werd gebruikt om de was te drogen en te laten bleken door de zon. Op het pleintje staat nog de fraaie hardstenen pomp.
Bekijk het leuke filmpje van de Straten van Amsterdam van AT5 met daarin – vanaf de 20ste minuut – Het Hodshon-Dedelhofje met onze collega Paul Morel.
De Weteringbuurt was rond 1970 een vervallen wijk. In de jaren die volgden werden door particulieren en door Stadsherstel panden opgekocht en gerestaureerd.
Het Hodshon-Dedelhofje was ondergebracht in een stichting, die moeite had het geheel te onderhouden en te beheren. Onder de regenten van de Stichting waren in 1980 nog steeds nazaten van de familie Dedel. Toen Stadsherstel het hofje aankocht waren de woningen zeer slecht onderhouden. Wij nemen wel vaker panden van stichtingen over zodat ze na restauratie weer beter kunnen functioneren en een goede toekomst tegemoet gaan.
De woningen dienden aangepast te worden aan de huidige eisen van de tijd en ze waren erg klein. Daarom werden er van de oorspronkelijke 20 woningen en de opzichterswoning nu 12 woningen gemaakt. Alle woningen hebben sinds de restauratie een woon/slaapkamer, badkamer, eetkeuken en berging op zolder, waarbij de monumentale onderdelen zoals kasten gehandhaafd bleven.
De restauratie werd in twee delen uitgevoerd. Toen de rechtervleugel klaar was konden de bewoners over, zodat de linkervleugel gerestaureerd kon worden.
Het was op een prachtige zonnige monumentendag, al een paar jaar geleden, dat ik met een collega vrijwilliger opgesteld was in dit hofje, een weemoedige plek. Ik herinner me nog dat het publiek op de openstelling verrukt was dat Stadsherstel zo’n mooi, statig en toch heel intiem hofje gerestaureerd heeft.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Amsterdamse Monumenten, 2e jaargang nummer 3
H.W. Alings, Amsterdamse Hofjes, 1965