Herenstraat 33
Herenstraat 33, AmsterdamWaar nu vooral hippe boetiekjes en horeca te vinden zijn, waren in de jaren tachtig nog veel praktische winkeltjes gevestigd in de Herenstraat, zoals een slager, groenteman en visboer, een drogist en een schoenmaker. De schoenmaker zit hier nog altijd, na bijna 60 jaar waarvan al ruim veertig op dit adres. Mèt uithangbord zoals vrijwel elke winkel die van oudsher had.
Van twee erven naar vijf
In 1615 verkopen Burgemeesteren en Thesaurieren van Amsterdam de erven 6 en 7 aan de Keizersgracht op de hoek van de Herenstraat – elk 20 bij 69 voet groot – voor respectievelijk ƒ 1600,- en ƒ 1000,-. De beide kopers doen hun nog onbebouwde erf in 1616 over aan mandenmaker Hendrick Jansz. Hij laat hier een vijftal huizen neerzetten met de voorzijde gericht naar de Herenstraat. Het huis ter hoogte van het huidige nummer 33 verkoopt hij in 1623. Rijckaert Gerritsz Kyefft wordt eigenaar. In 1600 is hij op 33-jarige leeftijd verloofd met Grietje Wijndries van Marken. In 1631 als hun zoon in ondertrouw gaat zijn beiden al overleden. In de verpondingskohieren zien we in 1647 de naam Jasper de Meert, weduwnaar van Aeltge Rijckerts Kieft.
In 1696 wordt het huis verkocht voor ƒ 4600,-. Zijdereder David Remburg heeft het perceel als moederlijk erfdeel toegewezen gekregen door zijn stiefvader, de glazenmaker Enno Harmensz. Deze Enno stond in het verpondingskohier als huurder van Jasper genoemd.
Zeemleerverkoper Jan Keerens koopt het huis en na zijn overlijden wordt het in 1716 voor ƒ 4500,- verkocht aan linnenwinkelier Gillis Ekelman.
Eigendom van de Doopsgezinde kerk
In 1723 verkoopt Ekelman het huis aan Jan Rademaker voor ƒ 5400,- en nadat hij en zijn weduwe Johanna Bierman zijn overlijden, wordt het in 1730 verkocht voor ƒ 5325,- aan de diakenen van de Doopsgezinde gemeente ‘De Son’ aan het Singel 118. Zij zullen het huis verhuren, want in 1742 zit hier pruikenmaker W. Voorman.
Als de Doopsgezinde gemeente dit huis koopt is Herenstraat 35 al in hun bezit, evenals het pand Keizersgracht 97 om de hoek, dat zelfs bijna een eeuw lang in eigendom blijft. Herenstraat 33 en 35 worden in 1778 weer afgestoten en komen dan in particuliere handen. Hendrik van Groningen koopt de beide huizen tezamen voor ƒ 7120,-. Zes jaar later in 1784 verkoopt hij beide voor ƒ 9250,- aan François Guerit. Guerit overlijdt in 1795 maar het huis blijft daarna nog enkele decennia in bezit bij de erven.
In de 19e eeuw vinden we hier onder meer loodgieter Hendrik Delsen, suikerbakker Hendrik Flöter, schoenmaker Leendert Liewes en een flink aantal dienstbodes.
“De straat was een schroothoop voordat Stadsherstel hier kwam”
Niet alleen in de 19e eeuw is hier een schoenmaker gevestigd. In 1965 begonnen Adriaan en Rita van Zeventer een schoenmakersbedrijf in de Herenstraat; eerst gevestigd op nummer 21 en sinds 1982 op dit adres. In de jaren negentig heeft zoon René – die het ambacht met de paplepel ingegoten kreeg – het familiebedrijf overgenomen.
In 2015 interviewden wij moeder en zoon ter gelegenheid van het 50-jarige bestaan van hun schoenmakerij. We spraken over het schoenmakersambacht en de veranderingen in de straat gedurende de voorafgaande vijftig jaar. Voordat Stadsherstel hier begon met restaureren stonden de monumenten er verloederd bij, Rita: ‘’De straat was een schroothoop voordat Stadsherstel hier kwam’’.
In jaren tachtig waren er hier nog veel levensmiddelenwinkels zoals een slager, groenteman en visboer, terwijl er later vooral kledingzaken kwamen. De meeste winkels hadden destijds een uithangbord, bij de verhuizing naar nummer 33 nam Van Zeventer het uithangbord van de vorige winkelier, Bernard’s Interieur, over. Hoewel veranderd is de straat nog steeds gezellig en het is een vriendelijke buurt. Een deel van de trouwe klanten komt van de grachten en komt voor schoen- en tasreparaties, sleutels en fournituren. Ook lopen er tegenwoordig meer toeristen door de straat, René: “Hier hebben we ook op ingespeeld, soms komen de toeristen paraplu’s, veters of zooltjes halen”.
Nummer 33 had bij aankoop een vervallen 19e-eeuwse bepleisterde gevel met een vaag klokvormige top. Evenals de andere huizen in de rij had de eerste verdieping twee ramen aan de straat, maar de tweede verdieping en de zolderverdieping hadden slechts één raam. Boven de winkel bevond zich een vierkamerwoning, die net als de bovenwoning op nummer 35 via een gemeenschappelijke trap achter een voordeur tussen de winkels bereikbaar was.
We konden de rijksmonumenten op nummer 31, 33 en 35 in half gerestaureerde staat overnemen van een andere instelling die ze niet lang daarvoor had aangekocht met de bedoeling ze te restaureren. De percelen 37 tot en met nummer 41 hadden wij op dat moment al in restauratie en de nieuwe aanwinsten werden daarin meegenomen.
In 1968 werd de restauratie van Herenstraat 31 en 33 voltooid en konden wij ook nog nummer 29 verwerven. De twee 2-kamerwoningen op nummer 33 werden verhuurd aan het Academisch Ziekenhuis voor bewoning door verpleegsters en voor de op de begane grond bevindende winkel bestond veel vraag zodat die ook snel kon worden verhuurd.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Open archieven
Stadsarchief Amsterdam
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect Architecten Van Kessel en Klein
Restauratieaannemer Antonissen