Eerste Weteringdwarsstraat 99
Eerste Weteringdwarsstraat 99, AmsterdamToen de grond hier uitgegeven werd, duurde het maar liefst 167 jaar totdat deze bebouwd werd. In de tussentijd werd de grond gebruikt als tuin voor de aansluitende huizen aan de Prinsengracht. Interessante tuineigenaren met elk hun eigen verhaal.
Tuin van een huis aan de Prinsengracht
Hoewel de erven in deze buurt al in 1676 waren uitgegeven door Burgemeester en Thesaurieën, is deze locatie lang onbebouwd gebleven. Zij diende toen als tuin voor bewoners aan de Prinsengracht, waarvan de huizen aan de achterkant aansloten op deze percelen. De grond wisselde intussen verschillende malen van eigenaar. De eerste eigenaar in 1676 van een deel van het perceel was de apotheker Christoffel van Tongeren.
Christoffel nam, naast de rijke koopman Joseph Deutz en diens boekhouder Pieter Calckberner, deel in de bouw van drie huizen in aangrenzende erven, op de Prinsengracht 636-640. Het plan ging vermoedelijk van Van Tongeren uit. Toen de huizen gereed waren, ging hij zelf in nummer 638 wonen, welk huis hij later ook zou behouden. De twee andere huizen werden aanvankelijk verhuurd, maar in 1683 verkocht. De drieling is een goed voorbeeld van ‘speculatiebouw’. Toch bleek men in 1683 niet veel vruchten te kunnen plukken van de onderneming. De verkoopopbrengst viel tegen, deze bedroeg slechts 12.000 gulden, minder dan de investeringskosten van 13.800 gulden.
Van Tongeren trok bij zijn tuin de zes erven aan de Eerste Weteringdwarsstraat.
Liet suiker uit de Caraïben verschepen
Goosen Cents kocht in 1670 een ander deel van het perceel. We komen hem vaker in deze buurt tegen, zo was hij ook eigenaar van een perceel waarop later ons pand Weteringstraat 1 zou worden gebouwd. Dat ligt ook in dit blok.
Goosen Cents is in 1611 of 1612 geboren in Amsterdam. Bij doopsgezinden is dat moeilijk precies na te gaan. Als jongeman vertrok hij naar Leeuwarden, waar zijn vaders familie woonde. Hij trouwde daar met Antje Gerrits, en kreeg twee dochters. Goosen, ondertussen meesterbakker, besloot terug te keren naar Amsterdam en ontwikkelde zich tot een welgesteld koopman, die naast graan, ook handelde in suiker, die hij vanuit de Caraïben liet verschepen.
In de 17e eeuw nam de consumptie van suiker o.a. uit Suriname explosief toe. Op de plantages werd het geproduceerd met vele tot slaafgemaakten. Begonnen in de middeleeuwen als medicijn werd dit een luxe product bij uitstek, dat in de voeding van die tijd een belangrijke plaats ging innemen. Als handelsartikel bracht het vele malen meer op dan de traditionele goederen waaraan een stad als Amsterdam haar welvaart dankte. Goosen was ook factoor, d.w.z. makelaar, handelend in opdracht van anderen. Goosen Cents ‘van de Groenburgwal’ werd begraven in de Nieuwe Kerk in 1677.
Er zijn afbeeldingen van familieleden hoog in de top
De erfgenamen van Goosen Cents verkopen in 1684 de percelen aan Christoffel van Tongeren, zodat hij over het gehele deel waar later het hofje op komt, eigenaar wordt. In 1706 verkopen Van Tongeren’s kinderen de tuin aan Isaak Hoogenberg de Oude, juwelier en diamantslijper in het Gebed zonder End. In 1772 wordt het perceel; ‘een huis en erf, gelegen aan de Prinsengracht met tuin en tuinhuis en de daar nog acherliggende tuin’ (ons perceel) verkocht aan Johannes Abraham Diederiks. Hij koopt het van de achterkleinkinderen van Isaak Hoogenberg.
De familie Hoogenberg komen we o.a. tegen bij het pand Oudeschans 6. In 1717 door tabakshandelaar Jan Agges Scholten, Heer van Aschat, gekocht. Jan en zijn vrouw Petronella Hoogenberg waren de ouders van de erfgenamen die ons pand aan de 1e Weteringdwarsstraat verkochten.
In Oudeschans 6 staan de gezichten van hun ouders afgebeeld. Jan is afgebeeld als een gelauwerde Romeinse keizer. Petronella draagt een oud-Grieks gewaad. Opvallend is dat hun gezichten van elkaar zijn afgewend. De beelden worden toegeschreven aan beeldhouwer Anthonie Turck.
Nog steeds bewoond door vrouwen
In 1805 word het huis en tuin verkocht, en in 1834 weer, tot uiteindelijk in 1841 apotheker W.H. Jager, wonende op de Prinsengracht tussen de Vijzelgracht en de Weteringstraat, het stuk tuingrond aan Isaak Hodshon, met beroep grondeigenaar, verkoopt. Isaak Hodshon was in 1841 al getrouwd met burgemeestersdochter Isabella Dedel (1778-1865). In 1843 is het hof gebouwd. In 1855 vermaakte Isaac bij testament het onroerend goed aan de liefdadige stichting het ‘Hodshon Dedel Hofje’ en bestemt het als woonruimte voor vrouwelijke personeelsleden van de families Hodshon en Dedel.
In 1980 wordt het hof door de stichting overgedragen aan ons. Als verkoper staat dan in de stukken: Jonkheer Dr. C.S. Dedel, verzekeringsemployé, regent van de ‘Stichting van het Hofje Hodshon Dedel’. Het hofje wordt door ons opgeknapt en van de 22 kamers worden er 11 gemaakt. Er wonen, nu nog steeds, alleen dames in het hofje, maar dat zijn geen oud- personeelsleden van de familie Hodshon en Dedel meer.
In 2013 werd er door WalenberghVanOs.nl een interview afgenomen met een oud bewoonster, de 96-jarige Nora Waslander. Een paar straten verderop, aan de Prinsengracht, groeide Nora op. Als kind hing ze urenlang uit haar zolderraam. Altijd iets om naar te kijken. “Vechtpartijen, opstootjes en dronken kerels. Zalig.”
Meer informatie over het hofje kunt u HIER lezen. (link naar https://stadsherstel.nl/monumenten/hodshon-dedelhofje/
Lees HIER meer over de links die de familie Dedel had met Suriname.
Vrienden bedankt
Met behulp van bijdragen van de Vrienden zijn de pomp, de gevelsteen en de eenwijzerige klok gerestaureerd.
Bronnen:
walenberghvanos.nl
amsterdamhv.nl/wiki/oudeschans6
tacotichelaar.nl
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher