Dokterswoning Zandvoort (2/2)
Kerkstraat 38, ZandvoortNadat het huis van de badhuis-arts enige jaren een hotel, pension en restaurant was geweest, werd het in 1918 eigendom van de familie van Hans Vader, de man die het huis aan ons wilde schenken. Zijn Opoe Coba en grootvader Dirk Vader waren de kopers. Zijn grootmoeder had het ondernemen met de paplepel ingegoten gekregen door haar ondernemende moeder Maartje. Een interessante geschiedenis waar zelfs en boekje over verschenen is.
In het badhuis kwam ze waarschijnlijk de bad-arts tegen
Op oude foto’s van begin 20e eeuw, zien we dat er veranderingen aangebracht zijn aan het huis aan de Kerkstraat 38. De schuiframen aan de voorzijde zijn veranderd in winkelruiten. De overgrootouders van Hans Vader zijn in 1918 eigenaar van het monument geworden. De familie van moeders kant komt al generaties lang uit Zandvoort en er zijn gelukkig veel verhalen bewaard. Ook hebben er diverse familieleden afwisselend in dit huis gewoond, er is dus veel over te vertellen. Zo heeft Karin Vader, de zus van Hans, er 38 jaar gewoond, opa en oma, een oom en tante Kitty (die er geboren is in 1926 en overleden in 2016) hebben er gewoond en de ouders van Hans, inclusief Hans zelf natuurlijk, meer dan 60 jaar.
De familiegeschiedenis in dit huis begint eigenlijk met de overgrootmoeder van Hans; Opoe Maartje. Haar volledige naam was Maartje van der Veld-Schuiten. Ze werd ook wel ‘Maartje van Mengs de Ruifel’ genoemd, geboren in 1869 en dochter van Jacob Schuiten en Mengsie Zwemmer (de Ruifel). Maartje was in 1882 ‘bloemenmeisje’ van het groot badhuis. Zij zal daar toen waarschijnlijk ook wel Dr. Gerke zijn tegengekomen. Die woonde toen in dit huis aan de Kerkstraat 38 en was bad arts: hij behandelde mensen in het badhuis. Nog een leuk weetje is dat de dochter die bloemenmeisje Maartje later zou krijgen, in de Kerkstraat 38 een bloemenwinkel begint. Maar daarover later meer.
Vis uit Zandvoort naar Amsterdam
Maartjes moeder was “vischlooper” en trok eind 19e eeuw met bot en schelvis op de rug via Haarlem naar Amsterdam. Daar ventte ze de Zandvoortse vis uit en nam erna allerlei goederen, waaronder luxe textielstoffen en ondergoed, mee terug naar Zandvoort. Deze goederen hing ze vervolgens heel eenvoudig voor het raam in haar voorkamer en zette op deze manier een bescheiden textielhandel op. En zo ontstond in 1879 een officieel bij de kamer van Koophandel ingeschreven manufacturenwinkel in de Kruisstraat op nummer 12. De zaak kwam op de naam van haar dochter Maartje te staan.
Maartje werd een bekende winkelierster, ze was al vroeg werkzaam in haar moeders zaak. Al deed Maartje daarnaast veel meer, zoals hiervoor beschreven was ze bloemenmeisje, maar ook is er een hele mooie ansichtkaart van haar bekend als vischlooper in klederdracht, van haar moeder. Zij had die kaart laten maken rond 1900 voor de verkoop aan badgasten. Later richtte ze zich alleen op de manufacturen en kwam met de mand aan de arm bij de Zandvoortse gezinnen langs. In 1918 kwam er een tweede winkel, op de Kerkstraat 38, beheerd door dochter Agnes en haar man. Alle dochters hielpen mee in de winkels.
Haar man hield zich niet zo bezig met de zaak
In een artikel over het 50-jarige jubileum van hun zaak wordt vermeld dat Maartje nog steeds dagelijks haar klanten bezoekt en bedient. Dat is in 1938. Over haar man, Albertus van der Veld, met wie ze in 1891 trouwt, is niet zoveel beschreven. Bij hun trouwen staat in de papieren als zijn beroep nog arbeider vermeld, in 1920 is hij winkelier en in 1926 landbouwer. In het artikel over het jubileum staat dat hij zich niet zo bezighoudt met de zaak van zijn vrouw, dat liep wel goed. Hij ging liever in de handel; in aardappelen, hooi en stroo. Ook deed hij duinwerk. In het jubileumjaar hadden ze nog steeds de winkels in de Kruisstraat en de Kerkstraat. Het stel was wel vooruitstrevend want beiden gingen naar een andere kerk en ze lieten hun kinderen kiezen naar welke kerk zij wilden gaan.
Maartje deed als sociaal voelende vrouw veel goeds in de kring van de minder bedeelden in Zandvoort. Wat dat betreft zette ze de traditie van de bad-artsen die eerder eigenaar/bewoner waren van het huis aan de Kerkstraat, voort. Naar familieleden beweren, is zij ook nog korte tijd lid van de gemeenteraad geweest! Maartje was ook één van de laatste vrouwen in Zandvoort, die ’s zondags nog in traditionele Zandvoortse klederdracht en met “kap op” naar de kerk ging. Ze overleed in 1958, haar man was al in 1941 overleden.
Sinds 1920 bloemenwinkel de Lely
De derde vrouw in de familie die in manufacturen handelt, is Petronella (Tante Pie). Zij neemt de zaak van haar moeder over in 1943, in 1954 wordt het 75-jarig jubileum nog gevierd. Maar in de zestiger jaren was de manufacturenwinkel weg; er was toen een broodjeszaak in het pand en die familie woonde boven de zaak.
In 1920 is er een andere dochter van Opoe Maartje, Jacoba, (de oma van Hans) die in de handel gaat. Zij begint in de winkelruimte op de hoek van Kerkstraat 38 met haar man Dirk Vader (1892-1983) een bloemenwinkel genaamd “De Lelie”. Bij hun trouwen in 1918 staat Dirk al als bloemist vermeld. Later zou hun zoon Wim Vader in de zaak komen. Opa en oma Vader woonden boven de zaak en zomers werden er kamers aan badgasten verhuurd. Oma had de broek aan, volgens Karin Vader, en bemoeide zich met de winkel.
Karin, geboren in 1960, kan zich nog herinneren dat er Art Deco kasten in de winkel waren; beneden dicht en boven met glazen deurtjes en spiegelwanden. Vanwege de ratten, als gevolg van een slechte riolering in de straat, zijn die kasten helaas gesneuveld. Ook het gestucte plafond met ornamenten is in die tijd verdwenen. Opa stopte in Karins jeugd met de zaak, al reed hij nog wel met de bloemenmand rond op de brommer om bestellingen rond te brengen. De zaak stond toen ook als duur bekend. Ze leverden toen bijvoorbeeld de tafelversieringen van Hotel Bouwes dat boven aan de Kerkstraat stond, op het Badhuisplein waar nu het casino is.
Over hoe het leven in het huis was:
“Het wonen op de hoek was alsof je de hele wereld aan je voeten voorbij zag komen. Comfort ontbrak er wel, er waren geen gevelkachels. In de slaapkamer was geen verwarming. In de winter hadden wij een ventilatorkacheltje dat aansloeg als de temperatuur in de kamer het nulpunt bereikte. Een elektrische deken was geen overbodige luxe.”
Bloemsierkunst Vader en Zoon
De naam van de zaak veranderde begin jaren ’70 in ‘Bloemsierkunst Vader en Zoon’. (voor die tijd was het ‘Bloemenmagazijn Vader & Zoon’) Dat was gemakkelijk, want toen de zoon van Wim Vader, Hans, geboren in 1946, in de zaak kwam, kon de naam blijven. Hans kwam pas in de zaak nadat hij eerst een zomerbaantje in de souvenirwinkel aan de overkant had gehad, in Haarlem bij een collega van zijn vader gewerkt had, en natuurlijk zijn bloemsierkunst opleiding had afgemaakt. Hans hield niet zo van de stad, gaf hij in een gesprek met ons aan, hij was geen stadsmens. ‘Hans was altijd artistiek”, zegt zijn zus Karin. “Toen hij in de zaak kwam veranderde hij het lettertype en het logo van de winkel” Hans doet ook mee met tentoonstellingen, en krijgt onder andere een eervolle vermelding op de bloemententoonstelling in de Jaarbeurs in Utrecht. Toen opa overleed in 1983, kocht Hans het pand uit de nalatenschap. Zijn ouders hielpen hem daar financieel bij.
Op 70-jarige leeftijd stopte vader Wim met werken. Hans was eigenlijk niet echt gemaakt voor een winkeliersbestaan, geeft Karin later aan. “Hij leefde vooral ’s avonds en ‘s nachts en dat is niet zo handig met een dagzaak”. Hij werd pas wakker tegen het middaguur. Terwijl de winkel om 9.00u open moest zijn. Helaas is een 100-jarig bestaan van de bloemenwinkel dan ook niet gelukt. Hans wilde dit wel, maar kon het niet meer opbrengen. Het was altijd hard werken geweest. De zaak was 7 dagen in de week open, maar toch was het geen vetpot. Het tillen van de zware stalen bakken met water en bloemen erin werd Hans te veel en hij had het geld niet nodig, vertelde hij ons later. Vanaf 2015 ging hij zich geheel toeleggen op het restaureren van zijn huis.
We hebben het huis aan jullie verkocht om toch de laatste wens van Hans te laten uitkomen. Als hij een week langer had geleefd, dan was het van jullie geweest. Wij hadden het ook op de markt kunnen brengen. Maar geld was voor ons niet het belangrijkste. Ik moet er persoonlijk niet aan denken als er iets anders was neergezet.
De restauratie die Hans wilde uitvoeren was geen eenvoudige klus. Hans liet ons in 2020 zien wat hij al uitgevoerd had en wat zijn bedoelingen waren voor de balken, gevel, ramen en het dak, de bescherming tegen meeuwenoverlast en het terugbrengen van de hoge hal. In de jaren voordat hij ziek werd heeft het huis -in ieder geval aan de buitenkant- een geweldige metamorfose ondergaan. Maar zijn ziekte belemmerde het verdergaan van zijn werk. Hans had, in ieder geval de laatste jaren van zijn leven, een eenvoudig bestaan. Hij leefde in zijn klushuis, had geen tv en ging voor de broodnodige informatie naar de bibliotheek, waar hij ook ons magazine aantrof en daarop besloot om Vriend te worden. Zijn idee was om later zijn huis aan ons na te laten, helaas werd hij ziek en kwam dat later veel sneller dan gedacht.
Een van de redenen dat Hans het huis aan Stadsherstel wilde nalaten, was dat hij niet wilde dat zijn huis na een eventuele verkoop tijdelijk zou worden verhuurd aan badgasten, om zo in een kort tijdsbestek veel geld te verdienen. Terwijl er zo’n behoefte is aan woningen voor permanente bewoning. Na onze restauratie zal het huis dan ook, zoals afgesproken, verhuurd gaan worden aan gewone woningzoekenden.
Vrienden bedankt
De Vrienden zullen bijdragen bij aan de restauratie van de monumentale entree. Zo zullen de aftimmeringen gerestaureerd worden en komt het bovenlicht terug.
Bronnen:
Genootschap Oud Zandvoort
Zandvoorters (rbossink.nl)
zandvoort-holland.com/ontwikkeling-tot-badplaats
Lunenberg.info
Filantropische instellingen in Zandvoort (rbossink.nl)
“De Ruifels, een kleine Zandvoortse familiekroniek”, Huibert Willem van der Heijden
oudzandvoort.nl
Zandvoortvroeger.nl
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
De Vrienden van Stadsherstel
Aan dit project hebben meegewerkt:
Aannemersbedrijf Stahlie
E-installateur GV E-Techniek
W-installateur LEMA Techniek