NACO-huisje
De Ruijterkade 99, AmsterdamHet voormalig cargadoorskantoor Koppe is met zijn Amsterdamse Schoolstijl en gebruik van koloniale details een bijzondere verschijning aan het IJ. Zeventien jaar lang is het weggeweest vanwege de uitbreiding van het Amsterdam Centraal Station. In 2021 kwam het terug met alle bijzondere architectonische elementen, die dankzij een crowdfundingactie van de Vrienden van Stadsherstel zijn gerestaureerd.
Dat ging wel erg voortvarend
Op maandag 13 december 2021 zijn in de vroege morgen de voorbereidingen gestart om het NACO-huisje terug te laten keren naar Amsterdam. NOS Radio 1 maakte daar live verslag van en ook in andere (online) media stond dit nieuws aangekondigd.
Om 9 uur hing het huis al te bengelen in de lucht. Nou niet echt te bengelen, want met een windkracht hoger dan 5 mocht de verplaatsing niet plaatsvinden. Het ging ontzettend voorspoedig. Meestal heeft Stadsherstel met restauratieprojecten te maken met vertragingen maar in dit geval was het omgekeerd. Volgens de planning van aannemer BAM zou het NACO-huisje tussen 11 en 12 uur Amsterdam bereiken, maar het werd veel vroeger. En om 11.15 uur stond het al op zijn plek in plaats van rond 14.00 uur zoals verwacht.
Chapeau voor de aannemer, maar iets minder leuk voor de mensen die het huisje Amsterdam binnen hadden willen zien varen. Maar niet getreurd, het is allemaal vastgelegd. Hiernaast kunt u de hele route die het huisje aflegde – versneld – terugzien. Nog mooier, ga een keer kijken want het huisje heeft echt een fantastische plek gekregen, ten oosten van het Centraal Station.
Ga HIER naar de pagina waar we meerdere filmpjes over de spectaculaire terugvaart van het huisje naar Mokum hebben staan.
De restauratie moet nog afgemaakt worden
Toen het huisje in Amsterdam aankwam, wapperde de Amsterdamse vlag al aan de gevel, iets wat 17 jaar niet meer gebeurd is. Het huisje werd met een lift op zijn plaats gezet. De dagen daarna werden de betonnen palen aangeheeld met beton zodat het huisje echt op zichzelf kon staan. Op zijn nieuwe plek is de restauratie afgemaakt; zo kwamen de oranje daktegels weer op het dak. Dat maakte een wereld van verschil.
Deze huurders van het monument zijn het Scheepvaartmuseum, de Plantage (o.a. Artis, Hermitage en Joods Kwartier) en Stromma. De bedoeling is om het NACO-huisje als opstapplaats te gebruiken, zodat vanaf deze mooie en passende plek diverse culturele instellingen in de Plantage buurt en Oosterdok via het water ontsloten worden. Stadsherstel hoopt dat dit doorgaat, zo komt het monument immers het meest tot haar recht. Er kunnen dan weer als vanouds kaartjes gekocht worden en bezoekers kunnen het huisje en een presentatie in het monument bekijken.
Jullie doen fantastisch werk voor de stad waar ik geboren ben.
Uniek maar bedreigd
In 2004 moest het Amsterdamse School monument uit 1919 weg van zijn oorspronkelijke plek. Het staat dan op steiger 7, een van de steigers die achter het Centraal Station aan de De Ruijterkade in het IJ steekt.
Bij de planvorming rond de nieuw aan te leggen IJ-oever achter het Centraal Station, was voor het nieuwe busstation een bredere boulevard nodig. Hierdoor kan het NACO-huisje niet op zijn oorspronkelijke plek op de steiger blijven. Omdat het intussen als rijksmonument was aangewezen, was sloop geen optie voor de gemeente Amsterdam, de initiatiefnemer van de nieuwe plannen. Het pand mag van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed wel worden verplaatst.
Het werd daartoe ingepakt in een stalen frame om daarna op een naastgelegen ponton te worden getild. Een sleepboot bracht het NACO-huisje naar een kade in Zaandam waar het werd opgeslagen. De bedoeling was tot 2011 maar die planning werd niet gehaald.
De onderhoudstoestand werd er met de jaren niet beter op. Veel hout gaat rotten, wat de restauratieopgave van dit huisje met kwetsbare Amsterdamse School details steeds groter maakt.
Wanneer Stadsherstel werd benaderd door Hans Gerson, voormalig wethouder van de gemeente Amsterdam, met de vraag of zij zich wil inspannen om dit zeer zeldzame huisje te herplaatsen aan de IJ-oever achter het Centraal Station, twijfelt de restaurerende organisatie geen moment. Behoud van het huisje is het meer dan waard. Stadsherstel maakt een plan en start in 2016, tijdens haar jubileum -ze bestaat dan 60 jaar- een crowdfundingactie om het huisje te redden.
En de crowdfundingactie is succesvol! Er wordt maar liefst € 100.000 bij elkaar gebracht. Daarna kon de restauratie van het casco plaatsvinden. Het huisje werd ter plaatse, in Zaandam, gerestaureerd. Grote gevers konden ook een kijkje nemen op de steigers en waren aanwezig bij het bereiken van het hoogste punt.
Vijftien steigers en 39 beurtvaartdiensten
Achter het Centraal Station herinnert bijna niets meer aan de tijd dat hier vanaf de jaren 80 van de 19e eeuw dagelijks 39 beurtvaartdiensten met passagiers en lading vertrekken. Vijftien steigers steken rond de eeuwwisseling enkele tientallen meters vanaf de De Ruijterkade het IJ in. Het is er bedrijvig. Onder de passagiers zijn ook hoge gasten zoals Churchill die na de oorlog aan de land kwam op de steiger, waar ons huisje op stond. Beurtschepen zijn tot in de jaren vijftig van de 20e eeuw een vitaal onderdeel van het openbaar vervoer door heel Nederland. Veel gemeenten sluiten zogeheten beurtovereenkomsten: afspraken over scheepsverbindingen met andere plaatsen.
Langs de kade staan op grote borden de namen van de rederijen en hun belangrijkste bestemmingen. Ook adverteren de maatschappijen hun vertrektijden en prijzen in de kranten. Vervoersbiljetten voor enkele reizen zijn verkrijgbaar bij de conducteurs op de boten terwijl dagretours en couponboekjes uitsluitend gekocht kunnen worden bij de diverse kantoortjes op de aanlegsteigers. En zo gaat het ook in ons pandje. Het is dan van Reederij Koppe, een Nederlandse rederij die tussen 1909 en 1972 voornamelijk actief is in de binnenvaart.
Van beurtvaart naar toeristische vaarten
In 1919 wordt het Scheepvaartkantoor van Koppe gebouwd op steiger 5, naar ontwerp van G.F. La Croix. J.G. Koppe’s scheepsagentuur N.V. wordt in 1909 opgericht door Jan Koppe; op dat moment een ervaren reder met belangen in meerdere rederijen met later veel dochterondernemingen.
De rederijen doen het goed: er is genoeg te vervoeren. Maar tijdens en na de Tweede Wereldoorlog krijgen ze het moeilijk. Van de vloot van Koppe worden in de oorlog maar liefst 30 schepen naar Duitsland gebracht.
Maar eigenlijk zet de teruggang al in de jaren twintig in. Laatdunkend beginnen velen de bootdiensten boerenboten te noemen. Het vervoer per autobus, vrachtauto en tram groeit explosief. Gemeenten stoppen met beurtovereenkomsten. Aan de De Ruijterkade wordt het in de jaren zestig stiller en stiller. Koppe is intussen een dochteronderneming van de Nederlandse Spoorwegen geworden. Na 1963 wordt nog een paar jaar uitsluitend gevaren voor toeristen tot de Noordhollandsche Auto Car Onderneming( NACO) de dienst overneemt. Voor de NS is Reederij Koppe inmiddels niet meer interessant en in 1972 wordt het bedrijf ontmanteld. De laatste gebruiker van het huisje is tot 2004 de scheepvaartafdeling van de NACO.
La Croix en De Amsterdamse School
Amsterdam is in het begin van de 20e eeuw op een geweldige manier verfraaid met nieuwe gebouwen en nieuwe wijken in Amsterdamse School stijl. Ook losstaande nieuwbouw en verbouwingen worden in deze stijl gerealiseerd.
Architect Guillaume la Croix (1887-1923), architect van ons NACO-huisje, hoort bij een groep jonge architecten die in het atelier van Eduard Cuypers deze stijl bedenken. Deze Eduard Cuypers is de neef van Pierre Cuypers, die de architect is van Rijksmuseum, Centraal Station en onze Vondelkerk. Ze bouwen voort op de stijl van Berlage, al hebben zij kritiek op zijn rationele bouwstijl en gebrek aan opsmuk.
De jonge bevlogen architecten zetten zich in voor een meer expressionistische architectuur met veel romantiek en fantasie. Zij laten zich hierbij internationaal inspireren door de Engelse Arts en Crafts Movement, de opkomende nieuwe architectuur in Scandinavië en Duitsland en de kunst uit Nederlands-Indië. In hun bouwwerken zit veel symboliek met meerdere verwijzingen naar natuur, platteland en vreemde culturen.
De ontwerpen van La Croix zijn minder plastisch dan die van andere Amsterdamse School architecten en meer in een decoratieve stijl met streng geometrische decoratie.
Een groot architect is Guillaume la Croix niet. Amsterdam telt slechts enkele gebouwen van zijn hand, zoals het huidige Christie’s in de Cornelis Schuytstraat. Veertien van de typische Marker huizen op palen, gebouwd als wederopbouwproject na de watersnoodramp van 13 op 14 januari 1916, komen uit de tekenpen van La Croix. Het levert hem een zilveren medaille van verdienste van de gemeente op. Zoals zo veel architecten houdt La Croix zich ook bezig met het ontwerpen van interieurs, meubilair, glas in loodramen, boekomslagen en affiches. Hij ziet meubels niet als kunst maar als gebruiksvoorwerpen.
Ondanks zijn Franse naam wordt Guillaume Frédéric la Croix geboren in een door en door Amsterdams gezin in de Nieuwmarktbuurt, in 1877. Zijn vader is timmerman en later opzichter van de gemeente. Vanaf 1900 werkt La Croix een aantal jaren op het bureau van Ed Cuypers. In 1914 begint hij een eigen praktijk. Hij overlijdt op 46-jarige leeftijd aan tuberculose, een ziekte die hij waarschijnlijk al vanaf zijn twintigste onder de leden heeft. In september 1923 wordt belangrijk werk van hem getoond in een tentoonstelling ter ere van het 25-jarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina. Mede uit eerbetoon aan de overleden architect zijn maar liefst 18 van zijn ontwerpen in de expositie opgenomen.
Buffelhoorns laten de rijkdom van de familie zien
La Croix’ houten scheepskantoor staat op betonnen palen, licht uitgevoerd omdat het op een, eveneens door hem ontworpen, steiger staat. Het is in Amsterdamse School stijl gebouwd, waarbij hij zich heeft laten inspireren door buitenlandse en Nederlandse architectuur.
Zo staat het huis ook bekend als het Minangkabause Huis, omdat La Croix zou hebben willen verwijzen naar het (inmiddels voormalige) Nederlands-Indië. De Minangkabauers vormen een etnische groep op Sumatra, hun huizen staan op palen en de puntige daken van de traditionele huizen, zoals het NACO-huisje ook heeft, symboliseren de opkrullende hoorns van de karbouw (waterbuffel). Als symbool van grootheid en kracht speelt de hoorn in het gehele leven der Minangkabauers een grote rol.
Ook kan het huis zijn geïnspireerd door de traditionele bouwwijze van de Toradja op Sulawesi. Hun met geometrische patronen versierde daken zijn gekromd en symboliseren een boot, ter ere van de voorouders die per boot naar Toradja zijn gekomen. Op de huizen prijken diverse hoorns: het aantal buffelhoorns geeft de status van de familie aan. Misschien verwijzen de hoekversieringen van het NACO-huisje naar de buffelhoorns.
Ook wordt beweerd dat La Croix zich heeft laten inspireren door Finse blokhutten, huizen op Marken, waarop Reederij Koppe ook een dienst heeft, en de voorgevels van middeleeuwse huizen in Amsterdam die ook vooroverhellen.
Bronnen:
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
spanvis.nl
Ons Amsterdam 2009, Sjaak Priester
Aan deze restauratie werkten mee:
Kentie en Partners Architekten
Aannemersbedrijf Leguit + Roos
ClimateCoating Benelux BV
De restauratie is mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van:
Het Heijmeijer van Heemstede fonds
Stichting Vrederijk
Prins Bernhard Cultuurfonds
Slingenberg Heymeijer Fonds
Vrienden van Stadsherstel
Gemeente Amsterdam
En vele donateurs