Vriendelijk kerkgebouw als markant middelpunt van de wijk

D

De Oranjekerk

Van Ostadestraat 149, Amsterdam

In de nieuwe Buurt YY, tegenwoordig bekend als De Pijp, werd de Nederlands Hervormde Oranjekerk gebouwd. Vernoemd naar de ‘Oranjes’, die een grote rol hebben gespeeld bij het protestantisme in Nederland. Toen sloop dreigde door ontkerkelijking en grote onderhoudslasten kwamen buurtbewoners in actie. Door de kerk te restaureren, waarbij een deel tot kantoorruimte is herbestemd, kon de markante kerk behouden blijven voor de buurt.

1902
Bouw
1903
Inwijding NH kerk
1998
Stadsherstel eigenaar
2000
Restauratie
NU
Kerk en kantoorruimte
Ontstaan
NH Gemeente

Twintig jaar na het eerste verzoek werd de kerk ingewijd

Hoewel de Oranjekerk in 1903 is ingewijd, begint de voorgeschiedenis al in 1893. Toen werd bij de kerkenraad van de Nederduitsch Hervormde Gemeente een verzoek ingediend voor de oprichting van een kerk in de nieuwe Buurt YY.

De boot werd echter afgehouden. De Muiderkerk was vlak ervoor in gebruik genomen en daarna gooide de annexatie van delen van Nieuwer-Amstel – met daarbij de Overtoomkerk – roet in het eten. Al die kerken waren een grote belasting voor de Hervormde Gemeente van Amsterdam.

Toen er een Commissie van Bijstand kwam die een groot deel van het benodigde bedrag bij elkaar bracht, ging het vanaf 1899 snel: in september had architect Posthumus Meyjes zijn presentatietekening klaar en op 2 oktober werd het bouwterrein gekocht van de Nederlandsche Bouw Maatschappij.

Nadat voor het resterende deel van de benodigde ƒ 179.000,- een lening was afgesloten werd in februari 1902 de bouw aanbesteed. Of de nieuwe kerk ook een toren zou krijgen hing toen nog af van de vrijgevigheid van de gelovigen. Via de ‘Stuivers-Vereeniging Torenbouw Kerk YY’ kon men grote en kleine – zelfs tot vijf cent per week – giften doen. Nadat de toren binnen korte tijd bij elkaar gesprokkeld was, werd er lustig doorgespaard voor lichtkronen en een orgel.

De Pijp
Officiële naam: buurt YY

Met de grandeur van de chique wijken in Parijs en Wenen

In de tweede helft van de 19e eeuw leidde de snelle bevolkingsgroei tot stadsuitbreiding. Buurt YY, de officiële naam van wat nu beter bekend is als De Pijp, ontstond als uitbreidingsgordel in het poldergebied aan de rand van de stad. In de 19e eeuw was Amsterdam verdeeld in 50 buurten die aangeduid werden met letters, beginnend met A-Z en gevolgd door AA-ZZ.

De plannen voor de stadsuitbreiding waren groots, qua grandeur zou de wijk zich moeten kunnen gaan meten met de moderne wijken in Parijs en Wenen in die dagen. Met een stervormig patroon van brede lanen en veel groen, waarlangs luxe villa’s en met het Centraal Station gelegen op de plaats van het huidige Sarphatipark.

De plannen bleken te ambitieus en wat uiteindelijk ontstond in 1876 het drastisch afgeschaalde Plan Kalff, genoemd naar de toenmalige directeur van Publieke Werken. Het invullen van de bebouwing gebeurde door kleine zogenaamde ‘eigenbouwers’ die snel winst wilden maken met geleend geld en de ontstane ruimte in rap tempo opvulden met gebruik van de goedkoopste bouwmaterialen. En zo werd De Pijp een voorbeeld van revolutiebouw in plaats van een chique villawijk.

Architect
Tussen twee stijlen

Het vieringtorentje is in neostijl, de hoofdtoren is Berlagiaans

Middenin deze wijk werd de NH Oranjekerk gebouwd. Het was het eerste kerkgebouw van architect Christiaan Bernard Posthumus Meyjes (1858 – 1922), sinds 1888 de vaste architect van de Hervormde Gemeente. Hij kwam dan ook uit een protestants nest: zowel vader als grootvader waren predikant.

In het begin van zijn carrière bouwde hij vooral in de stijl van zijn leermeester professor Eugen Gugel, de neorenaissance. Aan de Oranjekerk, waar beide stijlen in te herkennen zijn, is goed te zien dat hij rond de eeuwwisseling onder invloed van Berlage komt te staan. Deze ontwikkeling zie je vooral aan de torens: het ranke vieringtorentje op het kerkdak is nog in neostijl, terwijl de hoofdtoren Berlagiaans is. Ook het torentje op het kostershuis is duidelijk modern.

De Nieuwezijds Kapel (1912) aan het Rokin kent tevens deze mix van traditioneel en Berlagiaans. Dit kerkgebouw verving de middeleeuwse Heilige Stede, waar het Mirakel van Amsterdam werd vereerd. Tegenwoordig is hier de toeristenattractie ‘Amsterdam Dungeon’ gevestigd.

Posthumus Meyjes was zowel in architectuur- als in protestantse kringen een invloedrijk man. Hij zat voor de Christelijk Historische Unie in de gemeenteraad van Amsterdam en in de Provinciale Staten van Noord-Holland, en was lid van de Rijkscommissie voor de Monumenten. Daarnaast was hij o.a. secretaris van de architectenvereniging ‘Architectura et Amicitia’ en medeoprichter van de Bond van Nederlandsche Architecten.

Kerkgemeente
Vernoemd naar de Oranjes

“De Hervormde Gemeente hoeft zich niet meer te schamen”

Op 6 maart 1902 ging de bouw van start met twaalf gravers en zeven timmerlieden. Op 25 maart werd de eerste (proef)paal werd geslagen, zo blijkt uit het bewaarde ‘heiboekje’ waarin minutieus is bijgehouden welke paal wanneer is geheid.

De inwijding in een stampvolle Oranjekerk vond plaats op 11 september 1903. Daarbij werden de sleutels van de kerk en bijgebouwen aan de voorzitter van de kerkenraad overhandigd, kruislings gebonden op een wit satijnen kussen met oranje afgezet. Het wit verwijzend naar de ‘witte kleederen’ in het hiernamaals, het oranje – net als de naam van de kerk zelf – naar de Oranjes, met name Prins Willem als medestichter van de Hervormde kerkgemeenschap in de Nederlanden.

Deze voorzitter merkte vervolgens op dat “de Hervormde Gemeente zich met de nieuwe kerk niet meer hoeft te schamen ten opzichte van de katholieken met hun ‘opzichtig kerkgebouw aan den Amstel.’”, waarmee de in 1873 gewijde en in 1971 gesloopte Sint Willibrordus buiten de Veste van Cuypers werd bedoeld.

De hechte gemeenschap organiseerde vele activiteiten, zowel als vrijetijdsbesteding en liefdadigheid en diaconessenwerk. Zo was er een gratis polikliniek voor kinderen van onvermogenden en ’s winters konden minder bedeelden er driemaal per week een warme maaltijd ontvangen, terwijl weduwen er met naaiwerk een klein inkomen konden verdienen.

Preek
Jeugd in De Pijp

Schrijver van Ciske de Rat begreep geen jota van de dominee

Niet iedereen was groot fan van de Oranjekerk en dan met name de preken. De voor de toenmalige protestantse kerk zo kenmerkende plechtige stijl was niet voor iedereen in de volksbuurt YY goed te volgen. Piet Bakker, schrijver van de Ciske de Rat trilogie, bezocht in die tijd als klein ventje de kerk en hield hier bepaald geen goede herinneringen aan over. In zijn boek Jeugd in De Pijp (1946) schrijft hij:

“Die Oranjekerk is voor mij identiek geworden met geeuwen. … Want ik snapte niet één woord van wat de dominees … allemaal vertelden. … Dominee had het voor mij ook in het Sanskriet kunnen zeggen; ik begreep geen jota van zijn gedragen taal.”

Zijn grote geluk was dat ook zijn moeder er moeite mee had en niet veel meer dan het slot onthield. Als hij bij thuiskomst werd overhoord om te controleren of hij wel goed had opgelet, hoefde hij dan ook alleen het eind te herhalen om haar te overtuigen.

Rol van Stadsherstel
Verbinder in de wijk

Na de oorlog en vooral in de jaren zestig van de vorige eeuw zette de ontkerkelijking snel in – het aantal kerkgangers daalde van 1400 tot 250 – en werden het Godshuis en de onderhoudslasten te groot. Het kerkgebouw raakte in slechte staat van onderhoud. En in 1993, 100 jaar na de bouw van de Oranjekerk, besloot men dit markante gebouw te slopen. Plannen voor een nieuw, kleiner kerkelijk centrum en woningbouw op het terrein lagen al klaar.

Verontruste buurtbewoners bundelden hun krachten in de Werkgroep Oranjekerk, die na veel inspanningen bewerkstelligde dat het Stadsdeel in 1995 een haalbaarheidsonderzoek tot behoud liet doen. Dit gebeurde door het Amsterdams Monumenten Fonds (AMF), dat in 1999 met de Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel zou fuseren tot Stadsherstel Amsterdam.

Het onderzoek leidde tot de conclusie dat behoud haalbaar was, als het gebouw naast een kerkruimte ook kantoren zou huisvesten. Plaatsing in 1998 op de gemeentelijke monumentlijst  maakte het project subsidiabel.

Stadsherstel restaureerde het hele gebouw en herbestemde tweederde tot kantoorruimte. Het andere deel  wordt nog steeds gebruikt door de Oranjekerkgemeenschap. Dankzij de herbestemming kon de oude functie van kerkgebouw behouden blijven. De kantoren en de culturele en sociale activiteiten zijn belangrijk voor de samenhang van de wijk.

Restauratie
Vriendelijk gebouw

Inspirerende kantoorruimte onder het tongewelf

Van meet af aan stond vast dat de oorspronkelijke uitstraling van het vriendelijke gebouw met de slanke, sobere toren grotendeels behouden moest blijven.

Het exterieur is nagenoeg geheel in oude staat gebleven. Hoewel het gebouw vooraf uitvoerig was geïnspecteerd kwamen toch veel onvoorziene gebreken naar voren, zoals kapotte loodbedekking en houtrot. De best bewaarde groen geglazuurde pannen die een regelmatige figuur vormen op de met pannen (tuiles du nord) gedekte dakvlakken, zijn teruggeplaatst op de dakvlakken die vanaf de straat goed zichtbaar zijn.

Intern is veel veranderd, maar met respect voor de oorspronkelijke ruimtewerking. In het kerkelijk deel, dat eigendom is van de Hervormde Gemeente, is het grote westraam met het bovenliggende gewelf nog goed te zien. In de kantoren, waar drie inspringende verdiepingen zijn ingebouwd, zijn de gevels over vrijwel de gehele hoogte in zicht gebleven. Ook het prachtige tongewelf is in zijn geheel zichtbaar.

De grote glas-in-lood ramen zijn vanuit de straat erg beeldbepalend. In het kerkelijk centrum werd het glas-in-lood geheel in de oorspronkelijke opzet gerestaureerd. In het kantoordeel is ook glas-in-lood met blank glas opgenomen, omdat gekleurd glas de leesbaarheid van beeldschermen nadelig beïnvloedt. De voorzetramen zijn voorzien van Frans ‘monumentaal getrokken glas’.

Het resultaat is een inspirerende en zeker niet alledaagse kantoorruimte.

Meer informatie

Bronnen:
De Oranjekerk, een speciale uitgave van de Vereniging Vrienden van Stadsherstel Amsterdam, ter gelegenheid van de restauratie en herbestemming van de Oranjekerk, behorend bij Nieuwsbrief nr. 45, augustus 2000
Archief Stadsherstel
Amsterdam op de kaart
Nederlands Dagblad
Stadsarchief Amsterdam
Wikipedia
Reliwiki

Aan deze restauratie hebben meegewerkt:
Architectenbureau Hans Wagner en Ingenieursgroep Van Rossum
Interieurarchitect Leo Versteijlen
Loodgieter van Toorenburg
Glas Bedrijf Brabant

Deze restauratie werd mede mogelijk gemaakt door:
Gemeente Amsterdam

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.