B
Binnen Vissersstraat 15, AmsterdamDit inpandige huis stond met de achterkant tegen een gebied waar de Rex-bioscoop stond. De gemeente zag een kans om hier, in samenwerking met verschillende pandeigenaren, een historisch stedenbouwkundig model te herintroduceren. En zo geschiedde.
Bij de aankoop van Binnen Vissersstraat 9 lezen we het volgende in het jaarverslag van 1990: “Door de toenmalige eigenaar waren restauratieplannen ontwikkeld, die echter niet realiseerbaar bleken te zijn. Als gevolg hiervan werd besloten dit pand aan ons aan te bieden. Het verkeerde in zo’n slechte bouwkundige toestand dat het kort na de verwerving, na overleg met Monumentenzorg, werd gedemonteerd. Bij de herbouw zal het worden geïntegreerd in een totaal herstelplan dat tezamen met de betreffende gemeentelijke projectgroep wordt ontwikkeld. Daarin zijn de naastgelegen twee panden aan de Binnen Vissersstraat opgenomen en een tweetal inpandige huizen achter nummer 9.”
Deze inpandige achterhuizen zijn opnieuw opgebouwd en voorzien van een geheel nieuw vormgegeven achtergevel, omdat deze wand destijds de scheiding vormde met de achtergelegen bebouwing. Deze bebouwing is door de gemeente afgebroken in het kader van het openmaken van binnengebieden, waardoor er een ruime binnentuin is ontstaan. Om de ontsluiting van de bovenwoning van nummer 15-17 te realiseren, is ter hoogte van de tweede verdieping in de steeg tussen de twee achterhuizen een glazen luchtbrug aangebracht. De woningen werden in eerste instantie gerealiseerd voor muziekstudenten. We verhuurden ze tientallen jaren aan onze collega-organisatie Het Jan Pieterszoon Huis. Lees daar HIER meer over.
Vrienden bedankt
De Vrienden maakten de aankoop en reconstructie van de woningen voor muziekstudenten mogelijk.
Word ook Vriend en maak dit soort projecten mogelijk.
Historisch stedenbouwkundig model herintroduceren
Dit is wat het gemeentelijk projectteam voor ogen had: “De locatie is bijzonder omdat door de sloop van de Rex-bioscoop de mogelijkheid bestaat om een historisch stedenbouwkundig model te herintroduceren, wat wellicht mogelijkheden biedt voor nieuwe vormen van grootstedelijk wonen. Eind 19e eeuw werd de stad gekenmerkt door bebouwing in hoge dichtheid, bereikt door een weefsel van achterpaden, stegen en brandgangen die woningen tot in het hart van het bouwblok ontsluiten. Er is op deze wijze sprake van wonen op de 1e, 2e en zelfs op de 3e rij. Dit stedenbouwkundig fenomeen is in diskrediet geraakt. Het biedt echter als type wel mogelijkheden die in andere steden als Londen, New York, Parijs en Basel worden benut. Wonen in het centrum, maar beschermd tegen de overlast van stedelijke dynamiek.”
“In dit ontwerp wordt geprobeerd de ruimtelijke kwaliteit van deze voorbeelden te vertalen naar de Amsterdamse situatie, zodat er een alternatief komt voor het gesloten bouwblok met zijn lege binnenterrein. Rondom Rex kunnen drie stegen worden gebruikt om het wonen op de 2e rij te ontsluiten. Bij de Binnen Vissersstraat gebeurt dat door via een hek een gang te betreden die toegang geeft tot een binnenstraat, die weer door een steeg verbonden is met de binnentuin. Door al deze straten en steegjes is het niet nodig alle woningen via dezelfde portiek te ontsluiten, maar kan elke woning zijn eigen voordeur aan de straat hebben.”
Van familiebioscoop naar pornobioscoop
De Haarlemmerstraat en Haarlemmerdijk waren al vroeg een verzamelplaats voor bioscopen; zo waren er De Roode Bioscoop en The Movies te vinden. Op nummer 39 begon de Fries Gerrit Tjepkema in 1912 een buurtbioscoop onder de naam Scala, met 150 stoelen. De zaken gingen goed, en al spoedig werd een belendend pand bij de bioscoop gevoegd. In 1922 kwam er een gloednieuw bioscoopgebouw dat ontworpen was door de architect Gerard Mastenbroek, die elders in de stad ook al bioscopen op zijn naam had staan.
Het aantal stoelen werd verhoogd naar 1000. In 1936 kocht Aron Chermoek het en gaf het de naam Rex. Deze Rus was, net als de bekendere bioscoopexploitant Abraham Tuschinski, op doorreis naar Amerika maar in Rotterdam blijven hangen. Ze waren bovendien beiden kleermaker. In 1917 opende Chermoek zijn eerste bioscoop, het Prinses Theater. Chermoek verging hetzelfde lot als Tuschinski en stierf in een concentratiekamp in 1942.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de zaak, zoals zoveel Joodse bezittingen, onteigend. Na de oorlog kwam het bedrijf weer in handen van de familie Chermoek. Deze exploiteerde het tot 1970. In 1987 werd het theater in gebruik genomen als pornobioscoop onder de naam Cinema Parisien. Dit bleef zo tot 1989.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher