De voorgevel stond
los van het pand

K

Kerkstraat 278

Kerkstraat 278, Amsterdam

Eind 17e eeuw werd in de Kerkstraat een tweelingpand neergezet. Op nummer 278 vestigde zich een zadelmaker: aan werk vast geen gebrek in deze door stallen en koetshuizen gedomineerde straat. Toen wij het pand in restauratie namen bleek het zo verzakt dat de voorgevel vrijwel los stond en drie lagen vloerdelen verbloemden de staat van de verzakte en door houtworm weggevreten vloer. Echt een project om onze tanden in te zetten dus.

Ca. 1690
Bouw
1961
Stadsherstel eigenaar
1966, 2002
Restauratie
Nu
Zeskamerwoning
Percelen
Beleggen in grond

De erven blijven circa twintig jaar onbebouwd

In januari 1669 wordt een erf, getekend nummer 80 en breed 22 voet, lang 60 voet uitgegeven door burgemeesters en thesaurieën. Op dit erf zullen Kerkstraat 278 en een deel van Kerkstraat 280, ook een Stadsherstelpand, worden gebouwd. Timmerman Gijsbert Emanuelsz betaalt ƒ 500,- voor het perceel. In oktober 1670 neemt steenkoper Henrik Wouterszn van der Spelt het erf over. Van der Spelt bezit meerdere erven in de buurt. Zo is hij sinds 1667 eigenaar van het schuin tegenovergelegen erf 56.

De overdracht van dit erf en de erven 78 en 79 (nummer 280) is in juni 1672, een maand later vindt de overdracht van erf 81 plaats. Drie oostelijk van hem gelegen percelen verkoopt Van der Spelt. Blijkbaar verwierf hij de vier kavels als beleggingsobject, want pas in 1690 deed hij de grond weer van de hand. Ook vier lege percelen die in het verlengde liggen aan de Prinsengracht verkoopt hij dan.

Bouw
Klokgeveltweeling

Een zadelmaker in de straat vol stallen en koetshuizen

Kopers van de in totaal zeven erven (erf nummer 81 maakt geen onderdeel uit van de koop) zijn meester-timmerman Albert Teunisz. van der Sprong en meester-metselaar Hendrik Gerritsz. van Dommelen die de drie percelen aan de Kerkstraat smaldelen en er huizen neerzetten. De nummers 278 en 280 zijn tweelingpanden. Het huis en erf op nummer 278 wordt in maart 1693 voor ƒ 1600,- verkocht aan Rombout de Graeff, zadelmaker van beroep. De Kerkstraat met de vele stallen en koetshuizen moet een absolute A-locatie voor hem zijn geweest.

In 1701 komt het voor hetzelfde bedrag in eigendom van voormalig schavenmaker Gerrit Vollenhoven en pakker Jan Gazena, elk voor de helft. Vijf jaar later kan Gazena de andere helft kopen van Vollenhove’s weduwe. Hij betaalt hiervoor ƒ 1000,-.

Gazena overlijdt in 1732, zijn vrouw Sara Schaaf zeven jaar later en als de enig overgebleven erfgename Marretje Vollenhooff overlijdt wordt het huis in 1752 verkocht aan Jan Nicolaas Haght. Het huis brengt dan ƒ 3225,- op. Hij is weduwnaar als hij het in 1780 voor ƒ 5200,- verkoopt aan Bernardus Volkerts. Zes jaar later zal hij trouwen met Maria Magdalena Drucke. Na haar overlijden als langstlevende wordt het huis in 1805 verkocht aan Willem Hemelrijk, voor nog maar ƒ 2200,- contant.

Beroving
100 Gulden gestolen

‘Ik weet waar je huis woont’

Onder de latere eigenaren vinden we stalhouder Jan Hendrik Overmeijer en koetsier, later chauffeur Everhard Hendrik Grolle. In 1851 is Clara Engelina Naber (1799-1875) de hoofdbewoner. In 1821 is zij in het huwelijk getreden met Gerardus Joannes Rigters, commissionair van beroep. In 1831, als de echtscheiding wordt uitgesproken, heeft Rigters geen beroep meer en is hij aan de drank en heeft Clara haar toevlucht gezocht bij haar vader. Als grond voor de echtscheiding worden genoemd buitensporigheden, mishandelingen en beledigingen. Het is niet de enige grote tegenslag waar Clara mee te kampen krijgt: in 1849 overlijdt dochter Maria op 22-jarige leeftijd; zoon Henricus (1823-1858) wordt evenmin oud. Enkele jaren nadat zij op dit adres woont zal zij op 55-jarige leeftijd hertrouwen en verhuizen.

In 1938, zo lezen wij in de krant, wordt in het pand iemand van circa ƒ 100,- beroofd door drie personen, waaronder twee bewoners: een 34-jarige koopman en een 58-jarige vrouw. Het slachtoffer zal gedacht hebben “ik weet waar je huis woont” en voor de gewaarschuwde politie moet het een koud kunstje zijn geweest: het drietal wordt aangehouden.

Rol van Stadsherstel
Zeskamerwoning

In 1961 werden wij eigenaar van Kerkstraat 278 en 280, twee laat 17e-eeuwse ingezwenkte halsgevels – oftewel klokgevels – met segmentvormige frontons, tros- en bloemenversiering en aanzetvoluten. De twee Hollands-classicistische panden zijn gespiegeld aan elkaar en hebben in de loop van de tijd elk wat eigen uiterlijkheden gekregen. Zo heeft nummer 278 een forse deuromlijsting met versieringen, waarschijnlijk nog daterend uit de 17e eeuw. Ook de roedeverdeling past bij de bouwtijd.

Het oorspronkelijke plan was dat in beide panden twee woningen zouden komen, maar bij de uitwerking van dit plan bleken deze appartementen erg klein te worden en bovendien zou dit plan ten koste gaan van het karakter van de pandjes. Toen de panden uiteindelijk in 2002 gerestaureerd zijn is er dan ook voor gekozen om in elk pand één zeskamerwoning te realiseren.

Vrienden bedankt

De Vrienden hebben bijgedragen aan de bovenlichten en de hekken van het souterrain. Word ook Vriend en maak dit soort restauraties mogelijk.

Word ook Vriend
Restauratie
Vraatzuchtige houtworm

Achter de mooie gevel ging veel restauratiewerk schuil

In 1961 zijn de voorgevels gedeeltelijk gerenoveerd om de monumenten vanuit de Kerkstraat weer een mooi aanzien te geven. Bij de inspectie in aanloop naar de restauratie bleek dat achter de mooie gevel veel restauratiewerk schuilging.

De panden waren zo’n 26 centimeter verzakt tussen de voor- en achterzijde (circa 9 meter). Hierdoor stond de voorgevel praktisch los van het pand en ook de achtergevel was heel slecht: drie lagen vloerdelen op de begane grond moesten dit camoufleren. Het pand was bovendien op de scheidingsmuur tussen 278 en 280 naast de palen gezakt. Om de stabiliteit te waarborgen bij het funderingsherstel zijn eerst de voor- en achtergevel vastgezet. De vloeren waren door de houtworm geheel opgevreten en enkele balken waren ingerot. Ook bleek de kap door houtworm en inwatering in een slechtere staat dan aanvankelijk aangenomen. Bij de restauratie zijn zo veel mogelijk originele kaponderdelen hergebruikt. De verzakte uitbouwtjes hadden een nieuwe vloer en fundering en nieuwe kozijnen nodig.

Bij de restauratie zijn een nieuwe keuken en badkamer geplaatst, zijn oude balken, kozijnen en de voordeuren hersteld en is de stoep deels hersteld en deels vernieuwd.

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam Monumentenstad
Delpher
Stadsarchief Amsterdam
Uit de oude Koektrommel, website

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Planontwikkeling en Restauratie Stadsherstel
Restauratieaannemer: Hillen en Roosen B.V. Onderhoud & restauratie Amsterdam

Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Vereniging Vrienden van Stadsherstel

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.