Betty Asfalt Complex / De Parcen
Nieuwezijds Voorburgwal 282, AmsterdamDe twee huizen waar nu het theater Betty Asfalt Complex in zit, waren eeuwenlang de woonhuizen van burgemeesters. Zoals bijvoorbeeld dat van de familie Bicker, die de twee huizen onder één gevel lieten plaatsen. De beroemde Jacob de Wit maakte in het huis een plafondstuk voor ze. Helaas is dit niet meer aanwezig, maar er is gelukkig wel gedocumenteerd wat daar gezeten heeft.
11 maal burgemeester
De Amsterdamse regentenfamilie Bicker, bekend van onder andere Bickerseiland, had in de 16e tot en met de 18e eeuw zeer veel macht. De familie heeft bijvoorbeeld samen met het verzwagerde geslacht De Graeff een halve eeuw het bestuur over de stad Amsterdam, en indirect het gewest Holland, in handen gehad.
Amsterdamse families trouwden vaak met elkaar, zo ook deze. Dat gebeurde vaak om het kapitaal in de familie te houden, maar ook speelde het behoud van macht een belangrijke rol. Door hun relaties met andere Hollandse patriciërs, zoals de Boelens, Witsen en Hooft, won de familie Bicker ook snel aan invloed buiten deze stad. Ten tijde van de Gouden Eeuw bekleedden verschillende Bickers belangrijke functies binnen de VOC, de WIC en andere belangrijke instanties. In 1646 – toen de Republiek op het hoogtepunt van haar macht stond – bekleedden maar liefst zeven leden van de familie Bicker tegelijkertijd een politieke functie.
De oude patriciërsfamilies kozen niet altijd voor een woning aan de nieuw aangelegde grachtengordel, maar bleven hun oude buurt of familiehuis trouw. In 1598 kocht koopman Isaac Ouderogh dit huis en het eigendom ging over op zijn schoonzoon de zeepzieder Laurens Jansz Spiegel (1575-1623). Spiegel kocht in 1612 het noordelijke buurhuis De Parcen erbij.
Toen Laurens met zijn vrouw verhuisde, ging dochter Maria Spiegel (1604-1661) met haar man Gerard Schaep (1598-1666) in het huis wonen. Gerard Schaep, heer van Kortenhoef, genoot veel aanzien in Amsterdam vanwege zijn lange staat van dienst. Hij werd elf keer tot burgemeester gekozen en diende als buitengewoon gezant voor de Republiek in Denemarken en Zweden. Het echtpaar Schaep- Spiegel stierf kinderloos, waarna het pand in 1666 werd geërfd door hun nichtje Margarita Backer (1636-1673). Zij woonde hier tot haar dood. Haar enige dochter, Maria Schaep (1658-1725), trouwde in 1681 met Henrick Bicker (1649-1718) en zo kwam het huis in eigendom van de Bickers.
Maria bleef tot haar dood in het pand wonen waarna haar dochter, Margaretha Bicker (1699- 1757) er met haar man Cornelis Backer (1692-1766) in trok. De verbouwing van het huis gebeurde vermoedelijk na het overlijden van haar moeder in 1725. Margaretha liet de twee panden verdwijnen achter een gezamenlijke gevel met één langgerekte rechte kroonlijst in Lodewijk XIV-stijl. De zeven forse consoles, die de eenheid van de gevel moesten benadrukken, maar die allemaal iets afwijken, zijn van de hand van beeldhouwer en stuckunstenaar Ignatius van Logteren.
De voordeurpartij van 282 is tevens van de hand van Van Logteren. Ook het interieur werd grondig opgeknapt door hem. Zo maakte hij het stucwerk in de gang met het familiewapen en sneed hij het houtwerk van de trap en de deuren. Ondanks het feit dat Margaretha was getrouwd met een Backer werd in de stucwerkgang het familiewapen van de Bickers aangebracht, zodat het huis blijvend aan de Bickers werd verbonden. Het echtpaar Backer – Bicker verhuisde in 1734, daarna ging Hendrick, de broer van Margaretha er wonen.
Bestbetaalde schilder in de 18e eeuw
De kunstenaar Jacob de Wit, (1695-1754), geboren in de Amsterdamse Jordaan, was één van de bestbetaalde portret- en historieschilders van Nederland in de achttiende eeuw. Hij maakte voor dit huis het plafondstuk ‘Aurora’. Hendrick Bicker (1682-1738) en broer van Margaretha, staat op de lijst van opdrachtgevers van Jacob de Wit; op het plafondmodel staat ook de naam van Hendrick geschreven. Het is fijn dat Jacob zo goed bijhield wat hij maakte en voor wie, maar helaas ontbreekt er een datum, zodat het gissen is wanneer Jacob dit stuk maakte. Ook is er helaas geen afbeelding van het uiteindelijke werk en is het ook niet meer aanwezig in het huis waarvoor het gemaakt werd. Gelukkig is de ontwerptekening wél bewaard. Het ontwerp is met rood krijt op papier aangebracht en sinds 1910 in bezit van het Rijksmuseum.
Over de vermoedelijke datum dat Jacob de Wit het plafondstuk maakte kunnen wij dit zeggen:
In 1734 trok Hendrick Bicker, broer van Margaretha en Ambachtsheer van Amstelveen en Nieuwer-Amstel, fiscaal bij de Admiraliteit van Amsterdam en burgemeester, ook in het familiehuis. Hij was getrouwd met Catharina Cornelia Backer (1682-1735), de zus van zijn zwager Cornelis Backer. Het kan zijn dat Hendrick op dát moment opdracht gaf aan Jacob de Wit voor het plafondstuk. Maar het kan ook dat hij al eerder opdracht gaf om voor het familiehuis dit plafondstuk te maken, misschien op verzoek van zijn zus die al langer in het pand woonde.
Godin van de dageraad
Eos is in de Griekse mythologie de godin van de dageraad. Haar Romeinse equivalent heet Aurora. Zij rees ’s ochtends uit bed om de gouden poorten van de hemelen tijdig voor haar broer (de zonnegod Helios), die in het oosten vanuit de Oceanus oprees, te openen. Zij hief de sluier van de nacht op en strooide rozen op zijn baan terwijl zijzelf op haar met goddelijke rossen bespannen tweespan door het luchtruim zweefde en aan het eind van de dag in het westen ten slotte weer onderdook.
Op het plafondstuk van De Wit stond Aurora afgebeeld met vier zwevende putti. Wanneer het plafondstuk uit het pand is verdwenen is niet duidelijk. We weten wel dat tot 1835 de panden in eigendom bleven van de Bickers. Waarschijnlijk is het doek weggehaald toen het in de 19e eeuw tot schoolgebouw werd verbouwd.
In de crisistijd besloot de gemeente Amsterdam om een deel van haar vastgoed af te stoten. Onder andere Bureau Monumenten en Archeologie gaf aan dat niet elk gebouw aan ‘zomaar iedereen’ verkocht kon worden. Er kwam een besluit dat een aantal voor Amsterdam belangrijke monumenten in één aankoop moest worden aangeboden aan een restaurerende organisatie.
Tijdens het gesprek met de gemeente dacht Stadsherstel meteen: “We gaan alles op alles zetten om deze aankopen mogelijk te maken. Deze panden moeten in Amsterdamse handen blijven!”
Het was geen gemakkelijke opgave, want er zat een behoorlijk tekort op het geheel. Maar gelukkig schoten de Vrienden van Stadsherstel te hulp met een enorme aankoopbijdrage.
Vandaag was ik bij het optreden van Dominee Gremdaat , Margreet Dolman en Dr. Valentijn ! Het was een en al geweldig, we hebben enorm genoten van de gehele voorstelling. Ook was ik voor het eerst in het Betty Asfalt theater . Ik hoop hier nog vaak te kunnen komen genieten van de mooie ambiance en super vriendelijke sfeer.
Bronnen:
stichting Jacob de Wit
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Vrienden van Stadsherstel
Het Cultuurfonds
Provincie Noord-Holland