Met een
schitterende
rococo kuif

D

De Rode Vos

Prinsengracht 300, Amsterdam

Hoewel de rococo in ons land gematigder proporties aannam in de architectuur dan de uitbundigheid in Frankrijk, zijn er wel degelijk ‘plaatjes’ in het Amsterdamse straatbeeld te vinden. Zoals dit pand met de karakteristiek gedraaide kuif in de ornamentiek van de top en de getoogde puilijst met daarin de naamgever van het pand: een rode vos met een vogel in zijn bek.

Vroege 17e eeuw
Eerste bebouwing
1767
Bouw huidig pand
1957
Stadsherstel eigenaar
1962
Restauratie
Nu
Bedrijfsruimte & woningen
Bouw
Bontwerker

Wie langs Prinsengracht 300 loopt valt meteen de vos op die daar, met zijn buit in de bek, in de kuif boven de entree staat afgebeeld. Deze rode vos is de opvolger van de Witte Vos. Het huidige gebouw stamt namelijk uit 1767, maar in de vroege zeventiende eeuw werd op deze plek een pand gebouwd voor bontwerker Dirck Hendricksz Hoochvelt. Een bontwerker, ook wel peltier of grauwwercker genoemd, bereidde en bewerkte het pelswerk.

Het is een oud beroep waaraan al in de vroege 15e eeuw strenge eisen werden gesteld binnen het bontwerkersgilde. Voor het bont werden vooral de zachte vachtjes van enckhorentjes (eekhoorns) gebruikt. De buikvacht van de eekhoorn is altijd wit, maar de flank en rug variëren van rood en zwart tot grijs/ grauw. Het woord ‘bont’ stamt af van dit diverse kleurenpalet. Naast eekhoorntjes werden ook andere pelsdieren gebruikt, zoals mollen en dus ook de vos.

Wie verder omhoog kijkt ziet in het schild van de huidige klokgevel nóg een vos: de Witte Vos, die inmiddels overigens ook roodgeverfd is. Waarschijnlijk is dit nog de oorspronkelijke gevelsteen van het pand van de bontwerker.

Pand
Woningen

Waar “De Stadt Cleeff” uithangt

In 1767 is een nieuw en ruimer pand gebouwd. Het bestaat uit een voorhuis, een langwerpige binnenplaats, een dito tussenstuk en een achterhuis. De entree heeft een opvallende brede stoep.

Het huis, zoals de hoofdverdieping wordt aangeduid, is het grootst en beslaat de beletage en het achterhuis. De trap naar het bovenhuis deelt het voorhuis in tweeën. Twee grote deuren, zogenaamde porte-brisées, verbinden de onverwarmde zijkamer met de binnenkamer, beide voorzien van rijke Lodewijk XV-stucplafonds. De exacte functie van het lange tussenstuk is niet duidelijk, maar waarschijnlijk heeft daar het secreet gezeten.

Het achterhuis heeft een kamer – waarschijnlijk de eetkamer – met schouw en toegang tot de zolder. In het souterrain bevindt zich de keuken met toegang tot de binnenplaats. Bij een verkoop in 1664, als hier “De Stadt Cleeff” (Kleef, in het noordwesten van Noordrijn-Westfalen) uithangt, wordt melding gemaakt van een duivenhok op de plaats.

Er was eveneens een woning in het onderhuis, waarvan de binnenkamer een houten sierplafond had. De keuken was daar in het tussenstuk aangebracht. Langs een rechte steektrap kon men in het bovenhuis komen, met naast de verwarmbare binnenkamer nog drie kamertjes. Via een spiltrap was de tweede bovenwoning bereikbaar, met een vrijwel gelijke indeling aan de eerste.

Architectuur
Rococo

Speelse en uitbundige late barokstijl

Bij de restauratie in 1959 kwam een signatuur tevoorschijn, bij de bouw door de timmerlieden achtergelaten op de balken: “Henderik van Liwaarde D.V.D. Kroon elias Straatman hebbe dit huys gemaakt in het Jaar 1767”.

Het pand is een mooi voorbeeld van rococo, een late barokstijl die in Nederland vooral tussen 1740-1770 werd toegepast. Voor interieurs wordt dit ook wel de Lodewijk XV-stijl genoemd, vernoemd naar de gelijknamige Franse koning die regeerde van 1715 tot 1774. De stijl is speels, licht en asymmetrisch en wordt gekenmerkt door uitbundige en krullerige versieringen.

Bij Prinsengracht 300 komt deze stijl tot uiting in de rijk gedetailleerde klokgevel, die in deze tijd in populariteit won: de rechte lijn van de halsgevel leende zich minder voor deze sierlijke stijl. In de gevel uit het zich in grotere raampartijen ten opzichte van de muurvlakken. Ook de houten onderpui is een goed voorbeeld van rococo met haar slanke vensters en de opgebogen lijst met kuif met daarop de rode vos, die het pand haar naam gaf. Bij 18e-eeuwse huizen verandert de constructie van de puibalk in een losse draagbalk met een aparte puilijst. Dit maakte het mogelijk om de puilijst uit losse onderdelen op te bouwen en bijvoorbeeld grenen- en eikenhouten onderdelen af te wisselen. Zo konden de meestertimmerlieden fijner snijwerk afleveren, wat goed paste binnen de Lodewijk XV-stijl.

Toneel
De Tachtigers

Befaamde ‘Tachtigers’ als Witsen en Van Deyssel kwamen hier over de vloer

Eind 19e eeuw wordt Prinsengracht 300 bewoond door letterkundige Arnold Leopold Hendrik Ising en zijn vrouw. Na hun overlijden betrekken hun zoon Arnold Paul Constant Ising (1857-1904), zijn levenspartner Mina Otten (1862-1923) en hun twee katten het pand in 1900.

Zoon Arnold – Nol voor vrienden – is toneelspeler maar volgens overlevering niet erg begenadigd. Het meest bekend wordt hij vanwege de kringen waarin hij zich begeeft: de Tachtigers. Hij heeft een hechte vriendschap met schrijver Lodewijk van Deyssel, met wie hij ook een uitgebreide correspondentie voert. Ook Willem Witsen en George Hendrik Breitner, beiden schilder/fotograaf, behoren tot de vriendenkring. Mina poseert zelfs voor Breitner en Witsen vereeuwigt het uitzicht vanuit het venster aan de Prinsengracht in een ets.

Lang zal Ising niet genieten van zijn nieuwe woning. Tijdens een wandeling in de Beierse Alpen bij Garmisch sterft hij plotseling, vermoedelijk aan hartfalen. Dankzij Isings vrienden kan Mina in het grachtenhuis blijven, met de twee katten en te midden van haar vertrouwde spullen en herinneringen, tot aan haar dood in 1923. De inrichting, zoals de door kunsthandel Van Wisselingh ingerichte voorkamer, bleef al die tijd grotendeels ongewijzigd, zodat het leek of zij nog met hem bleef doorleven.

Rol van Stadsherstel
Mix van werken, wonen & leven

Wij kochten Prinsengracht 300 in 1957 en hebben het in 1962 gerestaureerd. Hierbij is onder andere de 18e-eeuwse roedeverdeling van de ramen teruggebracht. De Prinsengracht is altijd een gracht geweest die wonen, werken en leven combineerde. Dit geldt ook voor ons pand op nummer 300 waar we destijds drie woningen en in het souterrain een bedrijfsruimte maakten.

Doordat wij de panden in eigendom houden, kunnen wij zorgdragen voor het beheer en onderhoud – klein en groot – en daarmee voor het behoud van dit erfgoed voor toekomstige generaties. Zo zijn de appartementen in 1990 gerenoveerd en in 2011 kwam de woning in het voorhuis vrij. Deze royale woning is verdeeld over drie woonlagen met een terras van 20 vierkante meter. Aangezien de voorzieningen inmiddels verouderd en gedateerd waren, was dit een goed moment om de woning weer grondig te moderniseren.

In het souterrain is nu het atelier / showroom van sieradenmerk NOWN gevestigd. Zo houden we die levendige mix van wonen en werken in de binnenstad in stand.

Meer informatie op www.nown.shop

Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam Cultuur-Historische Vereniging
Amsterdamsche huizen 1600-1800, D.F. Slothouwer, 1928
Amsterdamse binnenstad
Beroepen van toen
De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr. (1883-1904), 1968
Delpher
Gevelstenen van Amsterdam
Mens en Monument, 25 jaar Stadsherstel Amsterdam, Jaap Balk e.a., 1981
Stadsarchief Amsterdam
Tijdschrift De Parelduiker. Jaargang 5, 2000
Vervlogen jaren, Frans Erens, 1989

Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Y. Kok
Restauratieaannemer: B.D. Beulink
Restauratieaannemer: Aannemersbedrijf Raymond (2011)
Schilderwerk: Palet schilderwerken (2011)

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.