R
Reestraat 19, AmsterdamDe ploegende boer bevindt zich in een huis in één van de negen straatjes. Of de steen verwijst naar de naam van de familie of naar het beroep van de eigenaar in 1772 weten we niet. Hij past hier in ieder geval goed in een buurt waar menig bewoner hard moest werken om zijn brood te verdienen en misschien verwijst hij ook wel daarnaar.
Herinnert aan het ambacht van de leerbewerker
De Reestraat werd in het begin van de 17e eeuw aangelegd en maakt deel uit van de grachtengordel. De dwarsstraatjes, waar de Reestraat er dus één van is, zorgden voor de noden van de rijke koopmansfamilies. In de straatjes voerden ambacht, handel en cultuur van oudsher de boventoon. Van vuurwinkeltjes tot melkinrichtingen, leerbewerkers en likeurstokerijen.
De straatnamen in dit deel van de stad herinneren aan het ambacht van de leerbewerking. Ook woonden hier de kooplieden in huiden en vellen. Samen zijn het de bekende 9 straatjes: Van de Huidenstraat, Berenstraat, Wolvenstraat, Hartenstraat (vernoemd naar herten) tot de Runstraat en Reestraat en drie stegen aan de kant van het Singel, de Wijde Heisteeg, Gasthuismolensteeg en de Oude Spiegelstraat. Het geheel geeft een prachtig overzicht van de bouwstijlen binnen de Amsterdamse grachtengordel.
De eerste vermelding van dit erf in de archieven dateert van 1563, dus nog van vóór de aanleg van de grachtengordel. Er was kennelijk al bebouwing op dit toen nog ‘Kaatsbaanpad’ geheten erf. In 1616 is Wouter Wouterszoon, met beroep hovenier, daar eigenaar van een leeg erf, met vermoedelijk een bouwsel daarop. Na de aanleg van de grachtengordel koopt Willem Lamberstzoon, met beroep apotheker, dit lege erf met een woning daarachter, van de gemeente.
Een boekenwinkel met een beetje extra
In 1741 staan er 2 woningen onder één dak op het erf, er staat dan ’t Moriaanshoofd’ in de gevel. Er was toen waarschijnlijk al een gevelsteen aangebracht. In 1742 woonde er een kastenmaker in het huis. In 1772 is het huis verbouwd en is het huis aan de achterzijde erbij getrokken. Waarschijnlijk liet Daniel Meesen het huis verbouwen, nadat hij in 1772 eigenaar was geworden van de 2 woningen onder één dak. Dat is ook het moment dat er een nieuwe gevelsteen in het pand aangebracht wordt.
Tachtig jaar later, in 1851, woont de boekverkoper en boekdrukker A. Hoogenboom in het pand, hij bestiert er een boekhandel. We komen veel advertenties van hem tegen, in 1875 bijvoorbeeld al meer dan honderd. De annonces gaan vooral over het zoeken van personeel voor derden, maar er worden ook woningen en zelfs een hond aangeboden…
Waarschijnlijk fungeerde de boekwinkel als verzamelplek waar mensen reacties op advertenties achter konden laten. In 1879 woont zijn weduwe, T. Hoogenboom- Martijn, er nog, zij heeft dan inwoners. In juni 1889 wordt het ‘sterk en weldoortimmerde winkel-woonhuis met drie afzonderlijk verhuurde bovenhuizen’ te koop gezet. Op dat moment heeft een schoenmaker in dit pand zijn winkel.
Met het jaartal van de verbouwing 1772
In de gemetselde voorgevel van ons pand bevindt zich in het midden van het fries een gevelsteen. Het reliëf is omgeven door voluten in Lodewijk XVI-stijl (rococo). Afgebeeld staat een spittende boer. Volgens H.W. Alings, auteur van diverse boekjes over gevelstenen, vertegenwoordigt deze spittende boer de Landbouw.
Hier zijn vraagtekens bij te plaatsen. Woonde hier een boer, of woonde hier een familie De Boer? Dat zou allebei kunnen. Of, misschien wilde de eigenaar door middel van de fraaie moralistische spreuk NIET SONDER ARBEID 1772, met de afbeelding van een boer, wiens beroep ook toen als arbeidsintensief en zwaar werd gezien, symboliseren dat voorspoed ook bij hem niet is komen aanwaaien?
Het jaartal 1772 is het jaartal van de verbouwing in dit pand, die van twee woningen onder 1 dak één woning maakte.
De Architecten van Rossem en Vuyk
In 1906 vindt er weer een verbouwing plaats. Er wordt een nieuwe winkelpui ontworpen door Van Rossem en Vuyk, waarbij de begane grond op straatniveau komt te liggen. (Daarvoor moest je een paar treetjes op) Door die verlaging kon de kelder niet meer als woning gebruikt worden en werd het een opslagkelder. De nieuwe pui, met een veel groter glasoppervlak, zorgt ervoor dat wat er binnen te koop aangeboden wordt, veel beter zichtbaar is. Winkeletalages werden toen steeds belangrijker.
Het architectenduo Jan Paul Frederik van Rossem (1854-1918) en Willem Johannes Vuyk (1855-1918) bouwden samen een groot oeuvre en dat met name in Amsterdam, maar ook een flink aantal gebouwen in Zaanstad. Zij zijn beiden lid van Architectura et Amicitia, Vuyk is ook actief in het bestuur. Gezien de stroom opdrachten van Amsterdamse ondernemers en gezeten burgers lijkt het dat de vader van Jan, dokter Cornelis van Rossem en zijn opa Hendrik Willem op de achtergrond, over een uitgebreid sociaal netwerk in de stad beschikken.
Het bureau heeft veel werk, maar Carré moet toch in 1887 een hoogtepunt zijn voor beide, dan nog jonge architecten. Ze ontwerpen verder veel stadsvilla’s voor de Amsterdamse elite vooral in Zuid. Maar ook een aanzienlijk aantal Zaanse fabrieken, pakhuizen, ketelhuizen, kantoren, een machinehal en een graansilo. Zoals de eerste linoleumfabriek voor Kaars Sijpesteijns in Zaanstad
Vierhonderd jaar na de aanleg van de Reestraat bruist het er nog altijd van ambachtelijke bedrijven, bijzondere horecagelegenheden, galeries en een uniek aanbod van kleinschalige, gespecialiseerde en veelal authentieke winkels.
In ons 18e eeuwse pand met klokgevel in Lodewijk XV stijl, zit nu een leuk restaurantje/winkeltje: “Pluk Amsterdam”. U kunt er onder andere de heerlijk uitziende taarten bewonderen en eten. Ook zijn er leuke interieur-accessoires te vinden. Of zoals zij het zelf zeggen: ‘Bij Pluk Amsterdam kunt u terecht voor de nieuwste items wat betreft woondecoratie, keukengerei en food gerelateerde producten’.
De aankoop van dit pand werd door ons gedaan in 1968, op verzoek van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Direct na de aankoop werd het pand in gebruik genomen door het van nummer 6 afkomstige melkbedrijf dat, wegens restauratie, daar op korte termijn weg moest. In 1971 volgde de restauratie van ons pand. Stadsherstel heeft in deze straat maar liefst 12 panden gerestaureerd.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Delpher
Bron Binnenstad 251, april/mei 2012, Vincent van Rossem
Zaans-industrieel-erfgoed.nl/, Maura Huig
Amsterdamsegevelstenen
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: E.H. Weber
Restauratieaannemer: Fa J. Kneppers