De 1200 Roe molen
Haarlemmerweg 701, AmsterdamWie Amsterdam binnenkomt via de Haarlemmerweg, kent molen 1200 Roe zeker. De molen is van zichzelf al een opvallende verschijning aan de zoom van de stedelijke bebouwing, maar ook ontgaat het de voorbijganger niet dat de wieken meerdere malen per week draaien. Bijna was de molen verplaatst, maar buurtbewoners vonden dat de molen hier – op zijn oorspronkelijke plek – thuis hoort. De molenaar laat zien dat de omringende bebouwing geen bezwaar hoeft te zijn.
Deze molen staat al bijna 400 jaar op zijn oorspronkelijke plaats
Poldermolen 1200 Roe aan de Haarlemmerweg is de laatste nog op zijn oorspronkelijke plaats staande molen van de tegenwoordige Westelijke Tuinsteden. Dit rijksmonument is gebouwd omstreeks 1632, gelijktijdig met het gereedkomen van de aanleg van de Haarlemmertrekvaart, en diende voor de bemaling van de 595 hectare grote Osdorper Binnenpolder en het Ookmeer. Het water werd uitgeslagen op de nieuwe trekvaart, onderdeel van Rijnlands boezem.
De 1200 Roe is gebouwd als een typisch Noord-Hollandse achtkante bovenkruier. Oorspronkelijk was het een binnenkruier; waarschijnlijk is in de 19e eeuw het buitenkruiwerk aangebracht, waardoor de kap met het wiekenhuis met behulp van een ‘staart’ van buitenaf naar de wind wordt gedraaid, ofwel gekruid. Omdat het een zogenaamde ‘grondzeiler’ zonder stelling is, gebeurt dit bedienen vanaf de grond. Onze molen De Zwaan in Ouderkerk aan de Amstel is ook van dit type.
De romp van de molen is een eiken achtkant, de romp en kap zijn met riet gedekt. De romp staat op een onderstuk van geverfde gepotdekselde planken. Oorspronkelijk was de watermolen uitgerust met een scheprad. Deze is in 1871 vervangen door een vijzel. In 1931 is de molen voorzien van een elektromotor als hulpkracht.
Op de fiets op pad met notitieboekje op zak
Op een dag in september 1924 komt ene Anton ten Bruggencate langs bij de 1200 Roe, hoogst waarschijnlijk te fiets. Hij geeft de molen een nummer: 805 en noteert onder andere dat deze molen een opvoerhoogte – de hoogte tot waar het polderwater opgepompt kan worden – heeft van 1,35 meter en een vlucht – de afstand in meters van de ene wiektop tot de top van de tegenoverliggende wiek – van 26 meter. De molen is op dat moment niet in bedrijf, lezen we op het kaartje.
Deze Ten Bruggencate (1885- 1957) is misschien wel Nederlands eerste echte ‘molinoloog’. In het dagelijks leven werkzaam als chemisch ingenieur, fietste hij in zijn vrije tijd met zijn plattegrond en notitieboekje op zak, van molen naar molen om ze te beschrijven en te nummeren. Tussen 1923 en 1954 was hij bovendien archivaris en lid van het dagelijks bestuur van Vereniging De Hollandsche Molen, waar hij deze gegevens zorgvuldig registreerde. Ook op de kaarten uit de Kuypers Atlas tekende hij de molens in. De nummering is nog altijd in gebruik en staat bekend als het Ten-Bruggencatenummer.
De ‘Roeden’ van de Haarlemmerweg
Molen 1200 Roe, kortweg de ‘twaalfhonderd’, staat ook wel bekend als ‘de tweede molen aan de Haarlemmerweg’. Iets verderop, richting de stad, ligt namelijk de ‘eerste molen’ (De Bloem, ook een Stadsherstel molen), die ook wel de 400 Roe heet. Er tussenin lag voorheen nog de 1100 Roe, die in de jaren zestig is gedemonteerd en verplaatst.
Waar komt nu die naam ‘Roe’ vandaan en wat betekent het getal? De Amsterdamse Roede is een oude lengtemaat en verwijst naar de afstand tot de Haarlemmerpoort, tot 1870 de westelijke stadsgrens. Het jaagpad langs de Haarlemmertrekvaart werd in 1767 van bestrating voorzien: de tegenwoordige Haarlemmerweg. Bouwwerken langs deze weg, van oudsher een van de hoofdwegen naar Amsterdam, kregen een aanduiding met de afstand buiten de stad.
Een ‘Roe’ is 3,767 meter en de molens 400 Roe en 1200 Roe liggen dan ook respectievelijk 1,5 en 4,5 kilometer verwijderd van de Haarlemmerpoort. Het zijn niet de enige ‘Roeden’ aan de Haarlemmerweg. Zo kennen we de oude munitieopslagplaats van Defensie ook als ‘1800 Roe’. De inmiddels verdwenen Hofstede Geuzenveld was 1300 Roe. En d’Eenhonderd Roe was een herberg op de grens van Amsterdam met Sloten. Hier vertrok in 1839 vanaf een tijdelijk treinstation de eerste trein naar Haarlem.
“Een moderne stadsbebouwing flatteert zo’n molen niet”
Tot na de Tweede Wereldoorlog stond de 1200 Roe in open weidepoldergebied en behield het zijn functie. In 1951 werd het gebied met zand opgehoogd voor de aanleg van de tuinsteden Slotermeer en Geuzenveld. In 1954 werd de toevoersloot gedempt en werd de molen verstoken van water. Hiermee verloor de 1200 Roe zijn bemalingstaak en – naar men toen vond – ook zijn landschappelijke betekenis. De molen raakte te midden van alle nieuwbouw in verval en in 1971 werden de wieken gestreken.
Niet dat de molen vergeten werd. De toekomst ervan werd juist onderwerp van een langlopende discussie. Al in de jaren 60 was voor het eerst sprake van verplaatsing van de 1200 Roe, net als bij de 1100 Roe was gebeurd. In eerste instantie zou de molen verplaatst worden naar een ‘waardige’ vrij gelegen locatie in tuindersgebied Sloten. Ook Twiske en Westzaan werden genoemd. De opvatting was dat de grondzeiler te dicht op de nieuwe hoogbouw stond om nog wind te kunnen vangen en dus nooit meer zou kunnen draaien. Ook vond men de molen maar een vreemd element in deze veranderde omgeving: “een moderne stadsbebouwing flatteert zo’n molen niet”. Maar de buurtbewoners zien verplaatsing als een groot verlies en ook de gemeente raakt steeds meer van mening dat de molen juist karakter geeft aan de buurt.
Rein Arler (2021)
Een molen is een levend monument. Als we de molen weghalen, keert hij nooit meer terug. Een molen hoort bij de buurt. Het is een herinnering aan voorbije tijden.
De molen draait soms dagelijks
In 1973 besluit de gemeente na een handtekeningenactie om de molen te laten staan. Er wordt ƒ 180.000 beschikbaar gesteld voor de restauratie, die in de jaren 1977 tot en met 1979 plaatsvindt. En zo bleef de molen staan als herinnering aan het oude polderland. De molen met de nieuwe wieken werd sindsdien weleens in een andere stand gezet, maar gedraaid werd er niet. Men achtte het waarschijnlijk ook niet zinvol, nu de molen niet langer een functie had.
Na het overlijden van de oude molenaar werd Rein Arler aangesteld als molenaar/ bewoner. En wat eigenlijk niemand meer verwacht had: sindsdien wordt de molen regelmatig in beweging gebracht. Soms kan men de wieken vrijwel dagelijks zien draaien. Uiteraard geeft de slechte windvang, vooral uit het Zuidwesten, de nodige beperkingen en zou het aantal omwentelingen hoger liggen als de molen in het vrije veld had gestaan. Maar Rein Arler laat zich hierdoor niet ontmoedigen.
En zo kunnen buurt en voorbijgangers genieten van dit mooie plaatje. Van een veilige afstand weliswaar. Omdat de wieken tot dichtbij de grond komen is de molen niet toegankelijk voor publiek.
De 1200 Roe was een van in totaal zes topmonumenten die Stadsherstel in 2018 ineens aan haar collectie kon toevoegen. De gemeente Amsterdam besloot om een deel van haar vastgoed af te stoten en zocht een professionele organisatie voor monumentenbeheer (POM-organisatie) om een aantal voor Amsterdam belangrijke monumenten over te nemen. Behalve De Hollandsche Manege, de Christ Church en het raadhuis van Ransdorp betrof het drie molens: de hierboven genoemde molen De Bloem, de Gooyer en deze. Daarmee kwam ons aantal molens op een totaal van zeven! Naast bovengenoemde molens zijn we ook eigenaar van de molens De Slokop in Spaarndam, de eerder genoemde Zwaan in Ouderkerk aan de Amstel en de molenstompen de Akermolen in Osdorp en de Vensermolen in Diemen.
Daar zijn we natuurlijk buitengewoon trots op. Molens zijn onlosmakelijk verbonden met onze Nederlandse geschiedenis en het molenaarsambacht is niet voor niets uitgeroepen als immaterieel cultureel erfgoed. We vinden het prachtig dat wij als restauratieorganisatie onze ambachtelijke kennis mogen uitleven op deze bijzondere bouwwerken die eens het landschap bepaalden en waar er nog maar weinige van zijn overgebleven, zeker binnen de stadsbebouwing. Door de 1200 Roe voor de toekomst te behouden op de plek waar hij ooit trouwe dienst deed, kunnen wij de verhalen van het verleden blijven vertellen. Over de poldermolens die zorgden voor de droge voeten van Amsterdam.
Vrienden bedankt
De financiering van maar liefst zes gezichtsbepalende monumenten kregen wij rond dankzij onze Vrienden. Zij hadden in de loop der jaren een potje opgebouwd voor dit soort plotselinge en bijzondere aankopen met een financieel tekort. Dat geld komt onder meer uit contributiebijdragen van haar leden.
Mede dankzij een legaat van een van de Vrienden, mevrouw Borst, kon de vereniging een aanzienlijke aankoopbijdrage aan ons toezeggen.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Allemolens.nl
De Hollandsche Molen
Delpher
Geheugen van West
Molens.nl
Nederlandse Molendatabase
Parool
Sloten-Oud Osdorp
Stadsarchief Amsterdam
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Het Cultuurfonds
En dankzij een grote aankoopbijdrage van onze Vriendenvereniging