De Hollandsche Kistemaker
Brouwersgracht 101, AmsterdamIn 1955 werd de nalatenschap van de familie Vattier Kraane geveild. Een van de losse gevelstenen kwam later bij het Bureau Monumentenzorg terecht. Wij kochten de steen in 1972 en plaatsen hem in het hoekhuis aan de Brouwersgracht/ Prinsengracht. Het huis gebouwd door “de Hollandsche Kistemaker”.
Eigenaar van de twee hoeken aan de Prinsengracht
Brouwersgracht 101 vormt samen met Prinsengracht 1 een hoekhuis. De eerste vermelding van het pand is uit 1619. In dat jaar verkoopt Herman Janszn, schuitenmaker, het lege erf aan Egbert Gerritszn met beroep kistenmaker. Ten zuiden woonden toen Jelle Dircxzn, loodsman en aan de achterzijde had de timmerman Cornelis Claeszn zijn erf.
Egbert, die later de naam Daelder aannam, laat omstreeks 1620 een huis op dit erf bouwen waarin hij zelf gaat wonen. Ook bouwt hij daarnaast, op Prinsengracht 1 een huis, en, precies aan de overkant bouwt hij in 1641 ook weer een hoekhuis met een tweede huis aan de Prinsengracht.
Na Egberts dood verkopen zijn kinderen en kleinkinderen drie van de vier huizen. Alleen het huis waar “de Hollandsche Kistemaker” in de gevel staat, het woonhuis van Egbert en dus ons huis, bleef in het bezit van de familie. In 1680 verkopen enkele van de erfgenamen 2/4 van het huis aan de mede-erfgenaam Egbert Daelder, de kleinzoon en naamgenoot van de oorspronkelijke eigenaar.
Waarschijnlijk al vóór 1676 wordt het huis vergroot met drie pothuizen; één ter vergroting van de woonkelder, één ter gebruik door een schoenlapper, en de derde ter vergroting van de bakkerij.
Van café het Vissertje naar ‘t Smackzeijl
In 1742 woont de bakker J. Stegman er en ook in 1770 word het bewoond door een broodbakker. In 1822 zijn er nog maar twee pothuizen. En in 1851 gebruikt de broodbakker Christiaan Ewald het huis. Daarna is het na meer dan twee eeuwen gedaan met het broodbakken als in 1864 de melkslijter Johanna Klijn er haar nering heeft.
En rond 1879 begint het pand een nieuw leven als kroeg, wanneer tapster Ientje Vennik het pand in gebruik neemt. In 1906 is er nog maar één pothuis over als er een verbouwing in het pand plaatsvindt. Waarschijnlijk heeft de 18e eeuwse gevel toen ook een andere geveltop gekregen. In 1948, als de loodgieter Hendricus Adrianus van Rijn het huis koopt, zit er in het winkelhuis een café met twee bovenwoningen.
Na de oorlog heet het café ‘het Vissertje’ en na de restauratie krijgt het de naam ’t Smackzeijl’. Dat was nadat de gevelsteen ’T Smakzeijl in de gevel gekomen is. Sinds 1996 heet het café op deze mooie hoek ”Tabac”.
www.cafetabac.eu
Van Brouwersgracht 101 bestond op het moment dat wij eigenaar werden alleen nog een onderstuk. Medio jaren ’60 waren de bovenste twee verdiepingen afgebrand. In 1972 is dit pand met meerdere panden aan de Brouwergracht en Prinsengracht door ons gerestaureerd. In de voorgevel is tijdens de restauratie een gevelsteen met ’t Smackzeijl gekomen. In 2018 hebben onze Vrienden bijgedragen aan de restauratie van de steen.
Op de steen waren er geen verfresten meer te zien. Dat komt wel vaker voor, want gevelstenen werden een tijd geleden bijna allemaal geloogd (ontdaan van alle verfresten). Daarom is ervoor gekozen de steen een Bentheimer kleur te geven. Die kleur wordt vaker gebruikt als er geen kleurenresten tevoorschijn komen. Het zeil is in een wat vuile canvas kleur geschilderd en de tekst ’T SMACK ZEYL’ is zwart gemaakt.
Wij hebben meerdere monumenten aan de Brouwersgracht en de zijstraatjes gerestaureerd. De laatste aankoop is het pand aan de Brouwersgracht 46 geweest. Een pand dat wij met korting konden kopen omdat de oud eigenaresse, Mevrouw de Lange, ons restauratiewerk in haar buurt zo waardeert. De voorwaarde was wel dat de oud eigenaresse in het pand kan blijven wonen. Lees HIER het verhaal over de Brouwersgracht 46
Uit een bekende kunstcollectie
Het smakzeil (ook wel gaffelzeil) is de benaming van een vierhoekig zeil op een bepaald type zeilschepen. Het smakzeil kan, zoals veel zeilen, van het ene naar het andere boord worden omgegooid.
De gevelsteen dateert uit de tweede helft van de 17e eeuw. In welke gevel hij hiervoor heeft gezeten is helaas niet bekend. Tot 1955 maakte de steen deel uit van de bekende kunstcollectie van C.G. Vattier Kraane. Op 22 maart 1955 werd bij het Veilinghuis Frederik Muller in Amsterdam de nalatenschap van de fam. Vattier Kraane geveild. In de kapitale villa Huize Westerduin in Aerdenhout had Vattier Kraane een grote collectie gevelstenen bijeengebracht. Een van de stenen, ‘T SMACKZEYL, herkomst onbekend, werd op de veiling door een onbekende aangekocht en kwam later in de collectie van het Bureau Monumentenzorg terecht. Navraag bij Monumentenzorg leverde geen duidelijkheid wanneer en van wie de gevelsteen was verworven. In 1972 kochten wij de steen om deze in het door ons gerestaureerde pand Brouwersgracht 101 een plekje te geven.
De afbeelding naast de steen stelt het gereedschap voor dat zichzelf vastklemt bij het tillen van zware stenen. Deze afbeelding wordt bij stenen geplaatst die herplaatst zijn. Het idee kwam van Wim Timp, ooit werkzaam bij Bureau Monumentenzorg.
Vrienden bedankt
De vrienden van Stadsherstel lieten in 2018 weer kleur aanbrengen op de steen, dit in samenwerking met de Vereniging Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Beeldbank Amsterdam
Maandblad Amstelodamum, jaargang 44 blz 58-60
Vereniging Vrienden Amsterdamse Gevelstenen
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: H.F. Rappange
Restauratieaannemer: Aannemingsbedrijf v/h Gèkla