Bloemgracht 166
Bloemgracht 166, AmsterdamBij wie bekend is in de Baarsjes zal de naam Gijsbert Bakker misschien een belletje doen rinkelen. In de 19e eeuw was dit een weldoener die vele katholieke ouden-van-dagen aan een ‘Bakkershuisje’ hielp. Zelf woonde Bakker in dit huis aan de Bloemgracht, waar ruim een halve eeuw later kunstschilder Pieter Kluyver woonde. Helaas was Kluyver vooral een landschapsschilder, dus hebben wij geen schilderij van zijn hand kunnen achterhalen met een straatbeeld van de prachtige Bloemgracht.
Sinds 1819 was dit huis in handen van een stichting
In 1613 verwerft Pieter Thonisz twee erven, de latere nummers Bloemgracht 164 en 166. In 1641 verkoopt Gerrit Jacobsz Cosijn voor ƒ 1440,- “een erf met het getimmerte daarop” aan huistimmerman Jan Lambertsz Tol. Deze is dan reeds in bezit van het erf ten westen. Verkopende partij Cosijn blijft eigenaar van het huis ten oosten (nummer 164) met een gemeenschappelijke tussenmuur.
In 1734 was de eigenaar Gijsbert Bakker, gevolgd door Jacobus Bakker rond 1760. Een latere nazaat heet kennelijk eveneens Gijsbert Bakker want hij is het die bij zijn overlijden in 1819 zijn bezittingen nalaat aan het Roomsch Catholyke Armen Weeshuys aan de Overtoom, onder voorwaarde dat zijn nalatenschap afgezonderd moet blijven van dit voornoemde armen-weeshuis. De rechtsopvolgers van het weeshuis, de R.K. Stichting Huize Buitenveldert verkoopt het huis in 1966 aan ons.
In de Bakkershofjes konden ouden-van-dagen hun laatste jaren slijten
Van een artikel in de krant uit 1933 met de kop “ideale woningen voor oudjes” weten we dat Gijsbert Bakker (1755-1819) zaadhandelaar was die zich samen met zijn vrouw Anna Maria Verheul inzette voor de maatschappij: “Zoo richtte hij voor katholieke ouden van dagen in de stad tal van bescheiden woningen in, waar zij hun levensavond onbezorgd konden slijten”. Hij overleed in zijn huis aan de Bloemgracht 166 en van zijn legaat werden door de stad heen – Vinkenstraat, Prinsengracht, Bloemgracht, Elandsstraat – diverse hofjes opgericht, de zogenaamde ‘Bakkershuisjes’ of ‘Bakkershofjes’. De stichting beheerde deze huisjes tot deze door bouwvalligheid onbewoonbaar verklaard werden en ze in slopershanden kwamen.
De activiteiten van de stichting stopten daar echter niet: in 1933 werd aan het destijds nieuwe Reinier Claeszenplein in de huidige Baarsjes een door Lau Peters ontworpen hofje-nieuwe-stijl geopend voor bejaarde mannen en vrouwen. Vijf jaar later volgde een tweede bejaardentehuis, aan de Postjesweg en wederom van de hand van architect Peters. De stichting beheert tegenwoordig een fonds voor de financiering van goede doelen, niet meer op het gebied van huisvesting. Ook is de stichting niet meer gevestigd in het voormalige tehuis aan het Reinier Claeszenplein.
De top van de Romantische School
Van de personele quotisatie uit 1742 weten we dat hier toen kruidenier Lambert Oostveen woonde, met een inkomen van ƒ 800,- en een huur van ƒ 275,-. In 1805 was J. Goosens huurder van het huis. Ook in 1851 woont hier nog een Goosens: Petrus Johannes is winkelier in tuinzaden. Ambtenaar Pieter Lorié woont hier in 1864 en in 1879 is dat de kunstschilder Pieter Lodewijk Francisco Kluyver.
Kluyver is vooral bekend geworden om zijn nauwkeurig uitgewerkte panoramische landschappen met fijne penseelstreek en fraaie zonlichteffecten, voortbordurend op de lange traditie van Hollandse landschapsschilderkunst. Zijn beste werken worden tot de top van de Romantische School gerekend.
In 1902 kon je in dit pand terecht voor een ‘fraai loopend schrift’ bij H.J. Heule. Meneer H.H.J. Heule is stucadoor. Later is hier Koenraad van Os gevestigd, in 1910 staat hij te boek als ‘brillantslijper’, in 1918 als fabrikant van lederwaren. Tussen circa 1911 en het 1922 kun je hier terecht voor reclameartikelen van magazijn W.J. Schimmel en in 1923 verkoopt Tiethoff zijn vleeschsnijmachines wegens exportmoeilijkheden. Drukkerij Lacroix vestigt zich hier vanaf de Lijnbaansgracht 77 in 1927 en zal hier blijven tot de restauratie.
Bloemgracht 166 heeft een klokgevel in Lodewijk XV-stijl, met gebogen lijstvormig fronton met hoog oprijzende kuif en met aanzetvoluten met kuif. Rond 1735 is het pand verhoogd met een extra verdieping, maar in de kern is het vermoedelijk ouder.
Het rijksmonument was sinds de aankoop in 1966 van buiten goed onderhouden. In 1992 is het dak vernieuwd en bleek de houten pui constructie in zo’n slechte staat dat die vervangen is door een stalen skelet om de stabiliteit te garanderen. Deze is vervolgens omtimmerd om het oude gevelbeeld terug te brengen. Bij de afmetingen is rekening gehouden met de forse drukmachines van de toenmalige huurder.
In 2008 zijn de verouderde woningen en onpraktische indeling onder handen genomen. Zo moest één bewoner gebruikmaken van het centrale trappenhuis om de bad- en slaapkamer te bereiken. En bij de bovenste woning behoorde een kamer die zich op de eerste etage bevond.
Deze restauratie werd in één bouwstroom uitgevoerd met het aansluitende perceel Bloemgracht 166: de beide panden waren met de aanbouwen aan de achterzijde tegen elkaar aan gelegen. De restauratie van dit pand liep vertraging op door het vernieuwen van de kademuur van de Bloemgracht door de gemeente.
Ruim 80 jaar was drukkerij Lacroix gevestigd op de begane grond. Tijdens de restauratie van het pand in 2008 besloot de huidige eigenaar iets eerder dan gepland zijn bedrijf te staken. Daarop is in 2011 is de bedrijfsruimte gerestaureerd, inclusief funderingsherstel en waarbij de woning op de eerste etage is uitgebreid met een tussenverdieping.
Vrienden bedankt
De vrienden hebben bijgedragen aan de gietijzeren roosters in de voordeuren.
Word ook Vriend en maak dit soort restauraties mogelijk.
Bronnen:
Archief Stadsherstel
Amsterdam Monumentenstad
Delpher
Stadsarchief Amsterdam
Aan dit project hebben meegewerkt:
Restauratiearchitect: Bouwbureau Stadsherstel, Sytze Visser (2011)
Restauratieaannemer: Merk Minnesma B.V, Schakel & Schrale (2008) J.C. Nieuwenhuizen B.V. (2011)
Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
Vereniging Vrienden van Stadsherstel