Unieke brandmelder staat bij het Politiebureautje!

Ook de Rode Wachter krijgt een opknapbeurt Ook de Rode Wachter krijgt een opknapbeurt

Bij het lopen door Sloten valt de zeldzame Amsterdamse School-brandmelder bijna niet op. Maar na het lezen van dit artikel zult u hem zeker niet missen want de rode loper, zoals hij in de volksmond wel wordt genoemd, is zeer bijzonder. 

De brandmelder is een beetje van ons want wij willen dit unieke element wat bij het politiebureautje staat adopteren als we het politiebureautje aankopen. Dit is het enige exemplaar in Amsterdam dat nog op zijn oorspronkelijke eigen plek staat. Vroeger stonden deze felrode palen overal in Amsterdam. Nu we allemaal met mobieltjes rondlopen, is het niet meer voor te stellen dat mensen vroeger geen telefoon in huis hadden om een brand te melden… In relatief korte tijd is er veel veranderd!  

Amsterdamse School-ontwerp

De eerste exemplaren van de brandmelders zijn in 1927 in opdracht van de Amsterdamse Brandweer ontworpen door Pieter Lucas Marnette, een Amsterdamse School-architect. Marnette werkte bij de Dienst der Publieke Werken en ontwierp onder andere straatmeubilair voor voetpaden. Zijn brandmelder weegt ruim 200 kilo en kreeg een felrode kleur. Als het donker werd, ging de blauwe lamp bovenop aan, zodat het bordje ‘brandmelder’ zichtbaar bleef en de paal ook in het donker goed te vinden was. De melder werd ook wel Rode Wachter genoemd. Wie goed kijkt, kan er namelijk een gestileerd mannetje in zien. De palen werden gegoten door de Amsterdamse metaalgieterij J. Zimmer, opgericht in 1790 (ook fabrikant van de Amsterdammertjes). De ingebouwde apparatuur werd geleverd door Siemens & Halske uit Berlijn. 

Oók politiemelder 

De Slotense wachter is van na 1933. De onze heeft namelijk aan de achterzijde ook een politiemelder. Deze modellen werden na 1933 tot eind jaren vijftig geplaatst. De politie- en brandmelders werkten op dezelfde manier: na het stukslaan van een glazen ruitje (of het openen van een geheim luikje) kon door een knop in te drukken een deurtje worden geopend. Zo kreeg je toegang tot de ingebouwde telefoon, waarmee je de desbetreffende hulpdienst kon bereiken. In een krantenbericht uit 1927 wordt aangegeven dat “getracht wordt baldadigheid te voorkomen door uitleg te geven aan de jeugd op scholen en door opvoeding”. Zo ziet u maar: vandalisme is helaas van alle tijden… 

Nieuwste van het nieuwste!

In 1874 was er bij de oprichting van de beroepsbrandweer voor het doorgeven van een brand een brandweertelegraafstelsel ingericht. Dit was een afzonderlijk kabelnet met brandschellen die binnenshuis waren geplaatst. Omdat het publiek de schellen vaak niet wist te vinden, werden er melders, de rode lopers dus, in de openbare ruimte geplaatst. Het nieuwe meldsysteem werkte ook op het kabelnet van de gemeentetelefoon en werd “het nieuwste van het nieuwste en onovertrefbaar” genoemd. 
Zo werd bijvoorbeeld bij het indrukken van de meldknop een uurwerk in werking gesteld, dat het nummer van de melder telegrafisch in morsetekens doorseinde naar de centrale van de brandweer. Daar ging dan een lampje op een kaart van Amsterdam branden, zodat zichtbaar werd waar de melding precies vandaan kwam. Ook werden de twee dichtstbijzijnde kazernes automatisch gealarmeerd.
Dit alarmeringsstelsel stond bovendien onder ruststroom. Dat betekende dat er stroom op de geleidingen stond en dat iedere onderbreking automatisch werd gemeld. Het was niet mogelijk om een melding te doen bij een kapotte paal: Bij een storing viel er automatisch een klepje voor de meldknop met de vermelding: “Buiten Dienst”. Op het klepje stond het adres van de dichtstbijzijnde brandmelder. Deze andere brandmelder was uiteraard op een andere voedingskabel aangesloten, zodat ze niet beide last konden hebben van dezelfde storing. 

Nog vier in Amsterdam

Zoals gezegd: alleen op Sloten staat de Rode Wachter nog op zijn originele plek. Er staat er ook nog één voor de Brandweerkazerne aan de Hobbemakade (duidelijk geen oorspronkelijke plek, want ze stonden natuurlijk niet pal voor de kazerne!), in de collectie Straatmeubilair op de binnenplaats van Museum Het Schip en er staat er één in een particuliere tuin in de Watergraafsmeer.
De melders waren tot ongeveer 1971 in gebruik. In de loop der jaren zijn ze overal verdwenen, maar op Sloten bleef-ie gewoon staan. Dat is te danken aan Guido Frankfurther (Slotenaar, oud-stadsdeelwethouder van Centrum en nog steeds actief om Amsterdams cultureel erfgoed te behouden) en Willem van Klooster (Slotenaar en oud-brandweerman). Sinds 1990 is Willem de trouwe beheerder van de brandmelder. Hij heeft aangeboden om de melder ook nu weer op te knappen, zodat we straks alleen de materiaalkosten bij elkaar hoeven te funden. Als de melder straks weer blinkt, kan zijn blauwe lamp als vanouds krachtig stralen en zal hij nog jaren vol trots waken over het dorp… Maar… wij raden u wél aan om een eventuele brand dan toch maar via 112 te melden…  

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.