Professor Tulpstraat 4 tot en met 12
De restauratie van de panden aan de Professor Tulpstraat heeft ruim een jaar in beslag genomen. Eind 2005 had de hele straat, die met sloop werd bedreigd weer een prachtig uiterlijk.
Geschiedenis
In november 1863 stond de gemeenteraad aan Dr. Samuel Sarphati het voormalige bolwerk Oosterblokhuis en het omliggende water af voor de bouw van een groot en voornaam hotel. Nog hetzelfde jaar werd het dempen van het water aanbesteed en in oktober daaropvolgend de fundering van het hotel. In hetzelfde jaar dat het Amstelhotel geopend werd, 1867, besloot de gemeenteraad tot de aanleg van wat later de Hudde- en de Tulpstraat zouden worden.
In 1870 kregen de Hudde- en de Tulpstraat – het woord Professor is pas in 1946 toegevoegd, omdat velen de straat in de Bloemenbuurt in Noord zochten – hun naam, nadat ze het jaar ervoor door een verandering van de plannen alsnog vrijgegeven waren voor bebouwing. Het gebied had in eerste instantie vooral een woonbestemming. Maar door de aanwezigheid van het vermaarde hotel is een aantal woningen omgezet in kantoorruimte voor de internationale diamanthandel.
Het terrein tegenover het hotel, het latere Tulpplein, eigendom van de Amstel Hotel Maatschappij, was bestemd voor de aanleg van tuinen. Na enkele jaren bleek het hotel echter behoefte te hebben aan stalruimte en in 1873 kreeg men van de gemeente toestemming een stalgebouw neer te zetten. Dit ontwerp van N. Vos bestond uit een koetshuis met woningen aan het Tulpplein – dat in 1875 zijn naam kreeg – en een stalgebouw zonder verdiepingen, het huidige pand Professor Tulpstraat 2. Het stalgebouw kreeg zijn huidige aanzien nadat in 1884 een etage met kantoren voor diamantairs erop werd gezet en in 1887 een tweede verhoging. Toen werden ook de stallen op de begane grond vervangen door kantoorruimte. Het koetshuis aan het Professor Tulpplein kreeg zijn huidige uiterlijk toen het rechtergedeelte werd afgebroken voor een elektriciteitscentrale ten behoeve van het hotel dat in 1892 op stroom overging. Deze schepping in chaletstijl van D.A.N. Margadant – die in 1899-1900 ook het Amstelhotel met een verdieping zou verhogen en in 1905 het station in Haarlem zou ontwerpen – werd samen met de achterliggende bebouwing aan de Huddekade in 1944 op last van de in het Amstelhotel ingekwartierde Duitsers neergehaald, om een vrij zichtveld te krijgen.
Een belangrijke verbouwing in de Tulpstraat vond plaats in 1920 toen de Amsterdamse architect Harry Elte – wiens bureau sinds 1917 in Tulpstraat nummer 11 gevestigd was en die bekend is van zijn ontwerp van de Synagoge aan het Jacob Obrechtplein – de nummers 4 en 6 voor de diamantair M. Saks onder handen nam. Beide waren in 1908 al samengevoegd, maar nu werden ze intern volledig veranderd. Het kantoor en de twee conciërgewoningen op de bel-etage en het souterrain kregen eigen entrees. Een derde deur werd gemaakt ter plaatse van de bouwmuur ten behoeve van het kantoor op de eerste en tweede verdieping, dat rondom een centraal trappenhuis kwam te liggen. De representatieve vertrekken werden verfraaid. Op de tweede verdieping kwamen glazen plafonds en mogelijk een lichtkoepeltje. Het laatste is op de tekeningen te zien, maar het is niet zeker of het daadwerkelijk is uitgevoerd.
Restauratie
De Tulpbuurt kwam tot stand op het door Sarphati voor zijn hotel aangekochte terrein en is dus gedeeltelijk op bestaande en gedeeltelijk op aangeplempte grond gebouwd. Door het verschil in draagkracht van het bodempakket zijn er in de loop der jaren grote zakkingen en zettingen opgetreden. Daarom was na ruim een eeuw een grondige aanpak van de huizen dringend noodzakelijk. De huizen op de kop van de straat begonnen vervaarlijk te zakken en dreigden in hun val ook de buurpanden mee te trekken. Om die reden werden deze huizen, de nummers 10 en 12, op last van Bouw- en Woningtoezicht gedeeltelijk gedemonteerd.
De restauratie van de panden aan de professor Tulpstraat 2 tot en met 8 verliep voorspoedig. Na een zeer grondige ontruiming kon de aannemer aan de slag. Niet alleen moest het pand nog worden ontruimd wegens een illegale kraakpartij, de bewoners van de laatste jaren hadden een grote verzameling van afgedankte spullen achtergelaten. In restauratie van computers uit 1980 of etalagepoppen is Stadsherstel niet gespecialiseerd en derhalve verdwenen deze spullen in de container. Uiteindelijk kon met de hoognodige restauratie worden begonnen.
Professor Tulpstraat nummer 2 is in eigendom van Delta Lloyd (één van de aandeelhouders van Stadsherstel), de nummers 4 tot en met 12 werden door Stadsherstel overgenomen. Aan de overzijde werden de panden 5 tot en met 15 door Delta Lloyd al in samenwerking met Stadsherstel gerestaureerd. Het restauratiewerk van nummers 2 tot en met 8 is onder leiding van Stadsherstel uitgevoerd door Schakel en Schrale. De begeleidend architect was CASA, van de Geldersekade te Amsterdam.
Op nummer 2 bevindt zich een bijzonder trappenhuis, dat zich rondom de open liftschacht wentelt. Tijdens de restauratie is het trappenhuis met een ingenieuze constructie hangende gehouden, zodat het na restauratie weer geheel in gebruik is genomen. De panden 4 en 6 hadden waardevolle interieuronderdelen, die zoveel als mogelijk teruggebracht werden in de staat waarin ze verkeerden toen Harry Elte ze in 1920 verbouwde.
De panden op nummer 10 en 12, inmiddels ook in eigendom van Stadsherstel, waren reeds gedeeltelijk gesloopt op last van Bouw en Woningtoezicht. Hier is historiserende nieuwbouw verrezen. De appartementen worden verkocht door C. Hoen Dzn. makelaars.
Op 22 november 2004 ging de laatste paal ten behoeve van de nieuwe fundering de grond in. Aan de andere kant van het gebouw ging bijna tegelijkertijd het dak weer dicht.
De koepel
Een belangrijke verbouwing vond plaats in 1919-1920 toen de Amsterdamse architect Harry Elte – wiens bureau sinds 1917 in Tulpstraat 11 gevestigd was en die bekend is van de Synagoge aan het Jacob Obrechtplein – de nummers 4 en 6 voor de diamantair M. Saks onder handen nam. De huizen waren in 1908 al samengevoegd, maar nu werden ze intern volledig veranderd. Het kantoor en de twee conciërgewoningen op de bel-etage en het souterrain kregen eigen entrees. Een derde deur werd gemaakt ter plaatse van de bouwmuur ten behoeve van het kantoor op de eerste en tweede verdieping, dat rondom een centraal trappenhuis kwam te liggen. De representatieve vertrekken werden verfraaid. Op de tweede verdieping kwamen glazen plafonds en op het dak mogelijk een lichtkoepel. De koepel is op de bouwtekeningen te zien, maar het is waarschijnlijk niet uitgevoerd. Er zijn bij de restauratie geen bouwsporen van gevonden.
Het interieur van Elte was in de loop der jaren volgebouwd en achter betimmeringen verdwenen. Bij de onder handen zijnde restauratie wordt dit fraaie Amsterdamse School-interieur weer in oude staat hersteld. Daarbij is ook besloten alsnog de lichtkoepel te bouwen.
De door Verwey Timmerfabriek en Stam zinkwerken vervaardigde koepel is dinsdag 5 juli 2005 met een hijskraan op het dak gezet.
Met dit omvangrijke project is aangetoond dat het behoud van cultureel erfgoed telkens weer nieuw leven kan scheppen in gebouwen die rijp leken voor de sloop.